Farma

Farma kennischeck
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Farma kennischeck

Slide 1 - Tekstslide

Zoek op in FK: wat is de spécialite van de bruistablet acetylcysteïne?
A
acetylcysteïne
B
mucolytica
C
bisolbruis
D
fluimucil

Slide 2 - Quizvraag

Als een geneesmiddel een kwaal niet geneest, maar alleen de symptomen... spreek je dan tóch van een geneesmiddel?
A
nee, want het neemt de oorzaak van de ziekte niet weg
B
nee, want de symptomen blijven terug komen
C
ja, want het verlicht symptomen van een ziekte

Slide 3 - Quizvraag

Het lijkt erop dat een werkzame stof zijn werk kan doen in specifieke spiercellen. Dit wordt onderzocht in het laboratorium. Dit onderzoek heet...
A
in vitro onderzoek
B
in vivo onderzoek
C
pre klinisch onderzoek
D
klinisch onderzoek

Slide 4 - Quizvraag

Een lethale dosis van een medicijn betekent dat de medicijnspiegel in het bloed..
A
lager is dan het therapeutisch gebied
B
in het therapeutisch gebied ligt
C
nét boven het therapeutisch gebied ligt en dus vergiftigend werkt
D
zodanig boven het therapeutisch gebied ligt dat de persoon vanwege de giftige werking kan overlijden

Slide 5 - Quizvraag

Griekse arts & Grondlegger van de westerse geneeskunde: ‘Oorzaken van ziekte zijn van natuurlijke aard in plaats van bovennatuurlijk’.
Een van de eersten die op basis van lichamelijke symptomen een diagnose stelde en daarbij een bepaalde therapie voorschreef. Ziekte = verstoring belans in 4 lichaamssappen (slijm, bloed, gele gal en zwarte gal) 
A
Hippocrates
B
Dioskorides
C
Antoni van Leeuwenhoek

Slide 6 - Quizvraag

'therapieontrouw' betekent dat iemand bewust de voorgeschreven medicatie niet inneemt
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Op deze afbeelding zie je een...
A
Baxterrol
B
Blisterverpakking

Slide 8 - Quizvraag

Op deze afbeelding zie je een...
A
Baxterrol
B
Blisterverpakking

Slide 9 - Quizvraag

Een patiënt heeft ten gevolge van een tumor in de hersenen een verhoogde intracraniale druk.
Zoek op in FK: mag deze persoon morfine (retard) tegen de pijn?

Slide 10 - Open vraag

Hoe vindt van de excretie (90% binnen 24u) plaats van paracetamol?
Zoek op in het FK.

Slide 11 - Open vraag

Zoek op (in/ via FK) wat zijn de 4 hulpstoffen van Albert Heijn Paracetamol 500 mg tabletten?

Slide 12 - Open vraag

Dit geneesmiddel wordt opgenomen in het bloed via de enterale weg en uitgescheiden via renale klaring.
Bovenstaand gaat over....


Paracetamol wordt via de urine uitgescheiden (= renale klaring)
Het bovenstaande is een voorbeeld van de …….van dit geneesmiddel.
A
farmacokinetiek
B
farmacodynamiek

Slide 13 - Quizvraag

OEPS, foutje... de apotheek heeft pijnpleisters (fentanyl) van 50 µg/uur geleverd, maar dit had  25 µg/uur moeten zijn. Op de afdeling is er geen voorraad meer van de juiste dosering en de patiënt heeft er echt nú één nodig...

Mag je nu deze pleister doorknippen en een halve pleister plakken?
A
Ja dat is prima
B
Dat mag alleen als je de halve pleister afdekt met een 'tegaderm' (= folie-pleister)
C
Nee dat mag niet
D
Ja, als uitzondering mag dat

Slide 14 - Quizvraag