verzekeringskosten eerste jaar = € 63,38 + € 13,31 = € 76,69
b. Gemiddeld komt het één keer in de drie jaar voor dat je een schade moet claimen. Bereken of het verstandig is om je telefoon te verzekeren.
Stel dat je iPhone kwijt raakt. Een nieuwe kost al snel € 500. In drie jaar betaal je 3 x € 76,69 = € 230,07. De premie is dan lager dan de schade. Je kunt overwegen de iPhone te verzekeren.
rood ik weet nog weinig tot niets van dit leerdoel
oranje ik beheers dit leerdoel nog onvoldoende, maar weet er al wel iets van
groen ik beheers dit leerdoel voldoende
blauw ik beheers dit leerdoel goed zodat ik het een ander kan uitleggen
Slide 3 - Tekstslide
Welke inkomsten heeft onze overheid?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Video
Inkomsten van de overheid
Belastingen
- direct belastingen
- indirect belastingen
Sociale premies
- werknemersverzekeringen
- volksverzekeringen
Niet-belasting ontvangsten
- aardgas baten
- staats deelnemingen
- retributies / heffingen
Slide 6 - Tekstslide
Belastingen
De belastingen zijn onder te verdelen in:
directe belastingen 🡪 belasting op inkomen die je rechtstreeks aan de overheid betaalt zoals loon-, inkomsten- en vennootschapsbelasting
indirecte belastingen 🡪 kostprijsverhogende belastingen die je via een leverancier betaalt zoals BTW en accijns
Slide 7 - Tekstslide
Van bruto naar netto loon
Als je in loondienst werkt ontvang je loon. Op het brutoloon houdt de werkgever loonheffing (loonbelasting en sociale premies) in. Dan blijft het nettoloon over.
Voorbeeld:
Je bruto loon is € 1.886. Daarop wordt € 175 aan loonbelasting ingehouden en € 112 aan sociale premies. Hoeveel is je netto loon?
De BTW (Belasting Toegevoegde Waarde) wordt opgeteld bij de verkoopprijs. De leverancier draagt de BTW (of omzetbelasting) af aan de belastingdienst.
Er zijn 3 BTW-tarieven:
hoog-tarief 🡪 21% voor secundaire behoeften
laag-tarief 🡪 9% voor basisbehoeften die de overheid wil stimuleren
nul-tarief 🡪 0% zoals onderwijs
De overheid hanteert accijns en milieuheffingen om het gebruik van bepaalde producten (zoals brandstoffen, energie, alcohol, frisdranken en tabak) te ontmoedigen.
Slide 9 - Tekstslide
Inclusief BTW berekenen
De prijs inclusief BTW bereken je als volgt:
Voorbeeld:
De prijs van een fiets exclusief BTW is € 200. Het BTW-tarief in 21%.
de BTW is 21% van € 200 = 21 / 100 x € 200 = € 42
de prijs inclusief BTW = € 200 + € 42 = € 242
of kort: € 200 × 1,21 = € 242
Slide 10 - Tekstslide
Exclusief BTW berekenen
De prijs exclusief BTW bereken je als volgt:
Voorbeeld:
De prijs van een brood is € 3,75 inclusief BTW. Het BTW-tarief is 9%.
de prijs exclusief BTW is dan € 3,75 ÷ 109 × 100 = € 3,44
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een indirecte belasting?
A
loonbelasting
B
vermogensbelasting
C
vennootschapsbelasting
D
BTW
Slide 13 - Quizvraag
Wel loon is hoger, bruto of netto loon?
A
bruto loon
B
netto loon
C
ze zijn gelijk
Slide 14 - Quizvraag
De nieuwste iPhone 14 kost € 1.019 in de winkel. Hoeveel BTW zit daar in?