2.1 +2.2 Verstedelijking in Nederland

Verstedelijking in Nederland 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verstedelijking in Nederland 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
- Je weet wat de verschillen zijn tussen dorpen en steden.
- Je begrijpt hoe steden zijn ontstaan.
- Je begrijpt hoe steden zijn opgebouwd.
- Je kunt uitleggen waarom een nederzetting een dorp of een stad is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een stad?

Slide 3 - Woordweb

Een stad heeft 3 kenmerken: 
  1. Er wonen veel mensen
  2. Die mensen wonen dicht bij elkaar
  3. Er zijn veel stedelijke functies 


Slide 4 - Tekstslide

Stedelijke functies
  • veel huizen
  • veel soorten werk
  • groot vervoersnetwerk
  • veel voorzieningen 

Slide 5 - Tekstslide

Wat valt niet onder voorzieningen?
A
Winkels
B
Ziekenhuizen
C
Scholen
D
Woningen

Slide 6 - Quizvraag

Voorzieningen 
  • Voorzieningen zijn diensten waar jij gebruik van kan maken. 
  • Een dienst is iets waar jij voor betaald. 
  • Maar steden en dorpen hebben niet dezelfde voorzieningen.  

Slide 7 - Tekstslide

Ziekenhuis 
Albert Heijn

huisarts 
Stadion
bakker 
kruidvat

Slide 8 - Sleepvraag

Verschil dorp en stad
Welke voorzieningen zijn er in een dorp?
Welke voorzieningen zijn er in een stad?
Zijn er ook voorzieningen in Nederland waar er maar 1 van is? OF heel weinig? 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom zijn steden ontstaan?
1. Veel mensen werkten in de landbouw --> 
2. Door de mechanisatie worden veel mensen werkloos-->
3. Veel mensen trekken naar de stad op zoek naar werk--> 
4. Want in de stad zijn fabrieken.
a. Fabrieken staan net om het centrum heen--> 
b. Huizen worden gebouwd vlak bij de fabrieken --> 
c. Lopend naar je werk, scheelt tijd.

Slide 10 - Tekstslide

De opbouw van een stad
- binnenstad
- stadscentrum
- woonwijken
- bedrijventerrein

Slide 11 - Tekstslide

Geschiedenis (1)
Tegenwoordig worden huizen aan de hand van bepaalde eisen gebouwd: dubbel glas is verplicht, veel ramen en isolatie gewenst.

Tot 1870 echter anders: elk huis was anders!
Dit zie je nog terug in de binnenstad

Slide 12 - Tekstslide

Binnestad
- smalle straatjes (er waren toen nog geen auto's)
- huizen verschillen veel van elkaar.

Slide 13 - Tekstslide

Geschiedenis (2)
Na 1870  Kwamen er fabrieken naar de stad 
De stad ging daardoor snel groeien. 
Hele wijken werden in één keer gebouwd

Slide 14 - Tekstslide

Urbanisatie 
gevolg:

Slide 15 - Tekstslide

Geschiedenis (3)
Na de Tweede Wereldoolog: 
Bevoking steeg snel, voor de nieuwe mensen moesten huizen komen.

Er werden flats gebouwd.



Slide 16 - Tekstslide

Geschiedenis (3)
Na 1970: De welvaat steeg 
- mensen kregen auto's, beter vervoer.
- men wilden meer groen en ruimte
-> Men ging wonen in omliggende dorpen



Slide 17 - Tekstslide

Suburbanisatie 
GEVOLG
Hoe heten deze mensen? 
?

Slide 18 - Tekstslide

Iemand die voor zijn werk van zijn woonplaats naar een ander gemeente reist is een:
A
reiziger
B
toerist
C
migrant
D
forens

Slide 19 - Quizvraag

Sinds 2000: Is er weer de trend om in de stad te wonen. 
Of in woningen die lijken op de stad.
Ieder wil in een uniek huis wonen.



Slide 20 - Tekstslide

De opbouw van een stad
- binnenstad
- stadscentrum
- woonwijken
- bedrijventerrein

Slide 21 - Tekstslide

Wat gaan we verder doen?
1. Bekijk het filmpje dat ik voor jullie ingesproken heb.
2. Maak de opdracht van de google classroom (die moet je in deze lestijd inleveren).
3. Maak de opdrachten via de geo online.

Slide 22 - Tekstslide