2k H6 kijken en luisteren

H6 kijken en luisteren
Hoe kom je er achter voor welk publiek een programma is gemaakt?

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H6 kijken en luisteren
Hoe kom je er achter voor welk publiek een programma is gemaakt?

Slide 1 - Tekstslide

Waar let je op?
Onderwerp: 
een programma over hypotheken?
een programma over make-up?
praatprogramma's?

Slide 2 - Tekstslide

Waar let je op?
Vorm:
Programma voor jongeren is meestal sneller met veel korte stukjes, beelden die elkaar snel afwisselen
Programma voor volwassenen: rustiger


Slide 3 - Tekstslide

Waar let je op?
Taalgebruik
Veel moeilijke woorden over een bepaald onderwerp?=> publiek dat al veel over dat onderwerp weet. 

Voor iedereen te begrijpen?=> voor groot publiek

Let ook op het tekstdoel

Slide 4 - Tekstslide

Een paar voorbeelden
Heel verschillende soorten fragmenten
Doel?
Vorm?
Taalgebruik?
Publiek?

https://www.youtube.com/watch?v=RQYlkyDBi3E
https://www.youtube.com/watch?v=ORFlft-7Seo
https://www.youtube.com/watch?v=M_AAxRIi8EE

Slide 5 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Je pakt een laptop
Je maakt de opdracht die je van de docent krijgt
Klaar? Opdracht inleveren
Daarna 10 minuten iets voor jezelf doen
daarna H6 Taalverzorging spelling p 160 opdracht 1, 2, 3 en 4


Slide 6 - Tekstslide

Wat moet je onthouden?
Een kijk/ luistertekst heeft altijd een doel. Dat kan zijn informeren, activeren, overtuigen, informeren, instrueren, amuseren
Kijk naar de bron
Wie zijn de sprekers? Wat is hun rol?
Wat is het onderwerp?
Hoe is het taalgebruik?
Wat is de vorm? Snel, langzaam, veel of weinig beelden?
Voor welk publiek is het bedoeld?

Slide 7 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
Theorie doornemen
Laptop starten
Toets maken (links op Its Learning)
Klaar met toets?=> boek lezen of iets voor jezelf doen

Slide 8 - Tekstslide

De theorie
Elke uitzending op radio, tv of internet wordt gemaakt met een bepaald publiek in gedachten. Bijvoorbeeld: kinderen, sportliefhebbers, reizigers.

 
Als je wilt weten voor welk publiek een uitzending bedoeld is, let je op de volgende dingen:

Het onderwerp – Een vlog voor jongeren gaat bijvoorbeeld niet over het afsluiten van een hypotheek, maar over make-up of videogames. Praatprogramma’s op tv zijn meestal voor een groot, volwassen publiek gemaakt.

De vorm – In bijvoorbeeld een programma voor jongeren praat de presentator vaak nogal snel en wisselen de beelden elkaar snel af. In een programma voor volwassenen wisselen de beelden elkaar minder snel af en praten mensen vaak wat rustiger.

Het taalgebruik – Als veel mensen begrijpen wat er gezegd wordt, dan is de uitzending voor een groot publiek gemaakt. Als het taalgebruik heel moeilijk is, is de uitzending waarschijnlijk bedoeld voor mensen die al veel over het onderwerp weten.




Slide 9 - Tekstslide

Welke tekstdoelen passen bij dit fragment?
A
instrueren en informeren
B
informeren en amuseren
C
overtuigen en amuseren
D
overtuigen en informeren

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is de informatie uit deze fragmenten betrouwbaar? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
De bron, RTV oost, is betrouwbaar
B
Het gaat over koeien
C
Je kunt de informatie controleren
D
Luuk komt betrouwbaar over

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de toets Kijken en Luisteren
Kijk de filmpjes en lees de opdrachten rustig.
Maak de vragen.
Klaar?
1) Controleer of je alles hebt ingevuld.
2) leg de toets op de hoek van je tafel
3) Lees een boek  of doe iets voor je zelf


Slide 15 - Tekstslide