Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
19 mei B1e Grammatica mvw + bwb
Welkom!
do 19 mei
Je telefoon in de kast
Ga rustig zitten op je vaste plek
Pak alvast je boek en je schrift
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
22 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
do 19 mei
Je telefoon in de kast
Ga rustig zitten op je vaste plek
Pak alvast je boek en je schrift
Slide 1 - Tekstslide
min. 1
Wat gaan we doen?
Grammatica: meewerkend voorwerp
Huiswerk nakijken
Grammatica: bijwoordelijke bepaling
Oefenen
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
min. 3
Grammatica 1
Meewerkend voorwerp
Slide 3 - Tekstslide
56
Meewerkend voorwerp
H. 5 (p. 148-149)
Meewerkend voorwerp
voor
wie iets bestemd is
bij werkwoorden die iets te maken hebben met ‘vertellen (
aan
)' (meedelen, uitleggen, zeggen)
of met ‘geven (
aan
)’ (overhandigen, lenen, toesturen)
Slide 4 - Tekstslide
68-72
Meewerkend voorwerp
H. 5 (p. 148-149)
Hoe vind je het
medewerkend voorwerp
?
Noteer ow, wg en lv.
Vraag:
Aan/Voor
wie + wg + ow + lv?
Het antwoord is het meewerkend voorwerp.
Controleer of je aan (voor) kunt weglaten of toevoegen.
Slide 5 - Tekstslide
68-72
Meewerkend voorwerp
H. 5 (p. 148-149)
Huiswerk nakijken: opdracht 2 (p. 148-149)
Slide 6 - Tekstslide
68-72
Meewerkend voorwerp
H. 5 (p. 148-149)
Opdracht 2
1. Julius (ow) / schreef (pv+wg) / lange liefdesbrieven (lv) /
aan Ellen
(mv) / tijdens de kerstvakantie.
2. De presentator (ow) / kondigde (pv+wg) /
het publiek
(mv) / op hilarische wijze / de quiz (lv) / aan (wg).
3. Met zijn griezelige masker / liet (pv+wg) / Pieter (ow) / Mees (lv) / enorm / schrikken (wg).
Slide 7 - Tekstslide
68-72
Meewerkend voorwerp
H. 5 (p. 148-149)
Opdracht 2
4. De recensies (ow) / beloven (pv+wg) /
de bioscoopgangers
(mv) / een ontroerende film (lv).
5. Op de kermis / worden (pv+wg) / de kinderen (ow) / een hele middag / vermaakt (wg).
6. De winkelier (ow) / stond (pv+wg) / voor zijn toonbank / een verkoopgesprek (lv) / te voeren (wg).
Slide 8 - Tekstslide
68-72
Grammatica 2
Bijwoordelijke bepaling
Slide 9 - Tekstslide
56
Bijwoordelijke bepaling
H. 6 (p. 178-179)
Bijwoordelijke bepaling
(bwb) = antwoord op de vraag:
Hoe?
Hoelang? Hoever?
Waar?
Waardoor? Waarheen? Waarom? Waarover? Waarvandaan?
Wanneer?
Slide 10 - Tekstslide
68-72
Bijwoordelijke bepaling
H. 6 (p. 178-179)
Voorbeelden
In de garage
staat de oldtimer van Martin. (
Waar
?)
De vakantie begint
over drie weken
. (
Wanneer
?)
Het theater werd
wegens een verbouwing
gesloten. (
Waarom
?)
Slide 11 - Tekstslide
68-72
Bijwoordelijke bepaling
H. 6 (p. 178-179)
LET OP
De vraagwoorden zelf (hoe, waar, waardoor, waarheen, waarom, wanneer enzovoort) zijn in een zin bijwoordelijke bepaling:
Waarom
heb je dat leuke jurkje geruild?
Slide 12 - Tekstslide
68-72
Bijwoordelijke bepaling
H. 6 (p. 178-179)
LET OP
Niet, wel, zeker, absoluut, eigenlijk, allicht, natuurlijk, misschien, vermoedelijk en waarschijnlijk
zijn bijwoordelijke bepaling.
De vakantie begint
nooit
. (Wanneer?)
Slide 13 - Tekstslide
68-72
Bijwoordelijke bepaling
H. 6 (p. 178-179)
Hoe vind je de
bijwoordelijke bepalingen
?
Noteer onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
Zoek naar lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
De zinsdelen
die overblijven
, zijn meestal een bijwoordelijke bepaling.
Controleer met vraagwoord: Hoe (lang/ver), Waar(door/om/etc), Wanneer?
Slide 14 - Tekstslide
68-72
Bijwoordelijke bepaling
Oefenen
H. 4 (p. 178-179): opdracht 1 en 2 maken
Werk in je schrift
Je mag (stil) met je buur overleggen
Ongeveer 10 minuten
Slide 15 - Tekstslide
68-72
Bijwoordelijke bepaling
Oefenen
Opdracht 1
1. Sommige ouders (ow) / kopen (pv+wg) / in de dierenwinkel (bwb) / een huisdier (lv) / voor hun kind (mv).
2. Naast een hond of kat (bwb) / worden (pv/wg) / gekko’s en leguanen (ow) / aangeschaft (wg). [geen lv of mv]
3. De zorg voor deze diersoorten (lv) / moet (pv/wg) / je (ow) / niet (bwb) / onderschatten (wg). [geen mv]
Slide 16 - Tekstslide
68-72
Bijwoordelijke bepaling
Oefenen
Opdracht 1
4. Gekko’s (ow) / kunnen (pv/wg) / ondersteboven (bwb) / klimmen(wg). [geen lv of mv]
5. Je (ow) / kunt (pv.wg) / deze diertjes (lv) / nauwelijks (bwb) aaien (wg). [geen mv]
6. Een konijn, hamster of cavia (lv) / kun (pv/wg) / je (ow) / tenminste (bwb) / knuffelen (wg). [geen mv]
Slide 17 - Tekstslide
68-72
Bijwoordelijke bepaling
Oefenen
Opdracht 2
in dit geval
Met een chartermaatschappij – niet – volgens een vaste dienstregeling
graag
Tijdens een langere vlucht – sowieso – een keer
Overigens
Desalniettemin – nooit
Slide 18 - Tekstslide
68-72
Keuzeboek
Lezen (±15 min)
Slide 19 - Tekstslide
46-56
Afsluiting
DVT
Maandag 30 mei
Overzicht van de stof in SOM
Vergeet handout naamwoordelijk gezegde niet
Samenvatting Ezel in SOM
Zelf Oefenen: zie links in SOM
Slide 20 - Tekstslide
74
Afsluiting
Huiswerk
maandag 23 mei
Leer de "Ezel" uit je hoofd!
Slide 21 - Tekstslide
74
Einde
Ruim je tafel op
Pak je spullen in
Wacht op je stoel
tot de bel
gaat
Fijne dag!
Slide 22 - Tekstslide
75
Meer lessen zoals deze
19 mei T1b Grammatica mv + bwb
Mei 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 6 - meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling
Juni 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 7 - herhaling meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (huiswerk uitwerkingen) en strikvragen!
Juni 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Zinsdelen H6 bwb A1c
Mei 2021
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 7 - huiswerk meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling
Mei 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen H6 bwb
Mei 2021
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2hv Grammatica zinsdelen - zinsdeelzinnen
April 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling - 12 januari 2021
Januari 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1