Classificatie systemen

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Classificatiesystemen in de zorg

Lesdoelen

Aan het eind van de les kun je vertellen wat classificatiesystemen inhouden

Welke systemen er zijn en wat ze inhouden

Weet je hoe je ieder systeem kunt gebruiken

Wat zijn je eigen leervragen hierover? 

Zorg classificatiesystemen

Methodisch gegevens vastleggen

Formuleren van heldere zorgdoelen en interventies

Eventueel ook met bijpassende interventies 

Waarom een classificatie systeem?

Wat weet je al over classificatiesystemen?

Zorg classificatiesystemen

Bij classificeren gaat het om het ordenen van gegevens door ze in

te delen in categorieën, gebaseerd op overeenkomstige en onderscheidende kenmerken. 

Door dezelfde concepten en termen te gebruiken ontstaat een eenheid van taal voor de zorg. 

Classificaties helpen dus om het vak van de verpleging en verzorging te onderbouwen op een eenduidige manier die het hele vakgebied beslaat. 

Classificatiesystemen op 1 rij

Nanda/NIC/NOC, 

Omaha system, 

International Classification of Nursing Practice (ICNP)

en de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)

 Resident Assessment Instrument (RAI)view)

American Association on Intellectual and Developmental Disabilities  (AAIDD)

Schalock 

Zijn de veelgebruikte systemen binnen de verpleging en verzorging. 

Deze classificaties hebben elk een eigen gezichtspunt en achtergrond,

waarmee verpleegkundigen en verzorgenden hun zorg kunnen indelen en beschrijven. 

Post-it

Een classificatiesysteem werk je uit. 

- Wat is het voor classificatiesysteem

www.venvn.nl

ICF - International Classification of Functioning, Disability and Health 

De ICF is gepubliceerd door de WHO in 2001 als een algemene classificatie voor de gezondheidszorg.

Met de ICF is het mogelijk het menselijk functioneren en de eventuele problemen die mensen daarbij ervaren te beschrijven.

 

Bovendien kunnen ook de externe factoren die op dat functioneren van invloed zijn worden geklasseerd. 

 

Beschrijven van het functioneren is mogelijk vanuit drie perspectieven:

1. De mens als organisme (classificatie van Functies en anatomische eigenschappen [negatief:

stoornissen])

2. Het menselijk handelen (classificatie van Activiteiten [negatief: beperkingen])

3. Deelname aan de samenleving (classificatie van Participatie [negatief: participatieproblemen]).

De ICF kijkt naar de mens als organisme (functies en anatomische eigenschappen), naar het menselijk

doelgericht handelen (activiteiten), en meedoen aan het maatschappelijk leven (participatie). Men gaat

uit van een brede kijk op de mens en zijn functioneren.

Ohama 

Het OMAHA system is bedoeld voor gegevensverzameling voor

onderzoek, het volgen van zorgresultaten, (elektronische) dossiervoering en multidisciplinaire

communicatie. 

In de verkenning van de problematiek ordent de classificatie de aandachtsgebieden

 in vier domeinen:

omgeving, psychosociaal, fysiologisch, gezondheid gerelateerd gedrag. 

Het Omaha system bestaat uit drie samenhangende classificaties:

1. probleemclassificatie;

2. interventieclassificatie;

3. uitkomstenschalen

Door deze basis van het verpleegkundig proces te standaardiseren ondersteunt het Omaha system de

uitvoering van zorg, maakt het de zorg inzichtelijk en transparant en verbindt het problemen met

interventies en uitkomsten.

Nanda / NIC & NOC 

Gebaseerd op GORDON. 

NANDA staat voor de North American Nursing Diagnoses Association en de NANDA Classificatie.

De NANDA classificeert de labels van de verpleegkundige diagnosen. Verpleegkundige diagnosen zijn

Samengesteld in een bepaalde structuur, bestaande uit een label of naam (P), een definitie,

samenhangende factoren of oorzaken (E) en de belangrijkste bepalende kenmerken (S). Deze elementen

vormen samen de PES-structuur. Ook andere structuren zijn hiernaast mogelijk. De PES is vrij breed

geaccepteerd in Nederland. 

De NANDA/NIC & NOC

Binnen de NANDA kijkt men breed naar de cliënt vanuit dertien domeinen. Deze dertien domeinen zijn  op de gezondheidspatronen van Gordon gebaseerd welke een holistische mensvisie voorstaan. 

Een goede diagnose is de basis voor de verpleegkundige zorgverlening,

door de definiëring van een verpleegkundige diagnose met de PES structuur wordt een situatie met de cliënt breed verkend.

RAI - Resident Assessment Instrument

Een meetinstrument om de zorgbehoefte van ouderen te bepalen.

Dit gebeurt aan de hand van vragenlijsten (Minimum Data Sets) en Resident Assessment Protocols: het aflopen van deze lijsten levert een gedetailleerd zorgplan op.

De Minimum Data Sets (vragenlijst: binnen 2 weken na opname, ieder kwartaal en bij elke toestandsverandering):

– geestelijke toestand

– stemming

– gedrag

– algemene gezondheid

– continentie

– achtergronden, gewoontes, voorkeuren

– voeding, mond, gebit

– horen en zien – wassen en kleden

– toestand van de huid

De Resident Assessment Protocols:

– delier

– cognitief verval

– gezichtsvermogen

– communicatie

– ADL/revalidatie

– incontinentie/CAD

– welbevinden

– stemming

– gedrag

– activiteiten

– valpartijen

– voedingstoestand

– voedingssondes

– uitdroging

– zorg voor het gebit

– decubitus

– psychofarmaca

– lichaamsfixatie

AAIDD Model

Multifunctioneel model waarbij functioneren van mensen met een verstandelijk beperking wordt bekeken vanuit verschillende dynamische interacties 

Zie afbeelding op volgende slide

ICNP Model

Beantwoorden aan een praktische behoefte in het kader van de ontwikkeling van informatiesystemen voor de gezondheid.

Beschrijven verpleegkundige diagnoses, interventies en resultaten.

Hebben het voordeel om integraal deel uit te maken van een eenvormig verpleegkundige taal die het mogelijk maakt om een link te maken met andere systemen voor de classificatie van de verpleegkundige zorg.

De domeinen van Shalock

Gezondheidspatronen van Gordon

Afsluiten

Wat heb je geleerd?

Wat houden classificatiesystemen in?

Welke systemen zijn er en wat houden ze in?

Weet je hoe je ieder systeem kunt gebruiken?

Wat vonden jullie van de les? 

Bedankt voor de inzet!

Volgende les

Observatiemethodieken