Pijn en pijnstilling

Pijnstilling-                  Analgetica
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pijnstilling-                  Analgetica

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
De student kan:
  • het verschil tussen acute- en chronische pijn beschrijven
  • de medische term voor pijnstilling benoemen
  • het verschil tussen opiaten en niet opioïden beschrijven
  • de werking van de bekendste NSAID’s toelichten
  • indicaties en contra-indicaties van verschillende soorten pijnstilling toelichten
  • complicaties/bijwerkingen van pijnstilling toelichten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je
aan bij pijn?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan de oorzaak
zijn van pijn?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Pijn
Pijn: 
  • Pijn is een onplezierige sensorische en/of emotionele ervaring .
  • Pijn bestaat als jij zegt dat het pijn doet
  • Signaalfunctie: er is iets mis!


Slide 5 - Tekstslide

Pijn: Beïnvloedt door angst voor pijn en dood

Antidepressiva, kalmeringsmiddelen

Pijnmedicatie wordt vaak afgestemd op oorzaak -> ontsteking bijvoorbeeld

Pijn is ....
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten pijn
Acute pijn: Duidelijke oorzaak, goede reactie op pijnstillers.
Chronische pijn: langer aanwezig of keert steeds terug, diverse behandelmethoden.
Neuropathische pijn: pijn die ontstaat door beschadigingen in het zenuwstelsel, moeilijk te bestrijden.
Fantoompijn: pijn voelen in dat deel van het lichaam dat is geamputeerd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is:
Pijn bij het snijden in je vinger is
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Neuropathische pijn
D
Fantoompijn

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is:
Pijn in de gewrichten door reuma?
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Neuropathische pijn
D
Fantoom pijn

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is:
Plotseling opkomende migraine aanval?
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Acute en chronische pijn
D
Neuropathische pijn

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is:
Aanraken van de huid geeft een pijnlijke prikkel?
A
Acute pijn
B
Chronische pijn
C
Fantoompijn
D
Neuropathische pijn

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het model van Loeser
Het model van meneer Loeser is een manier 
om alle onderdelen van pijn te beschrijven

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het model van Loeser?
  • Het model bestaat uit 4 elkaar omvattende cirkels
  • De binnenste cirkel staat voor de reactie van de zintuigen op de pijnprikkel (nociceptie)
  • De tweede cirkel staat voor de gewaarwording van de pijn
  • De derde cirkel staat voor de pijnbeleving
  • De middencirkel staat voor het gedrag dat iemand vertoont

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je tegen pijn?

Slide 16 - Open vraag

Medicatie
Massage
Koude en warmte toepassing
Ontspanningsoefeningen
Aandacht/afleiding
Informatie verstrekken

Pijnstilling

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld noemen van een NSAID pijnstiller?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opioïd
  • Bestanddeel opium van de onrijpe vruchten van de papaver plant
  • Hele sterke pijnstillers
  • Werkt verdovend en verlicht de pijn
  • Van zwak naar sterke werking
  • In pillen, pleisters, injecties en via infuus
  • Minder sterk werkend voorbeeld tramadol
  • Sterk werkende voorbeeld morfine en fentanyl

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alternatieven voor medicatie
  • Oefentherapie
  • Praten met psycholoog of gedragstherapeut
  • Complementaire zorg (massage / aromatherapie / mindfulness / meditatie)
  •  Acupunctuur of dry-needling
  • Zenuwblokkade
  • Bestraling
  • Wisselligging
  • Afleiding

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Bij chronische pijn helpt
paracetamol niet'
A
Feit
B
Fabel

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Pijnstillers moet je alleen innemen als de pijn heel erg is. Anders werken ze na een tijdje niet meer'
A
Feit
B
Fabel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Opioïden kunnen verslavend zijn'
A
Feit
B
Fabel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Paracetamol mag je
onbeperkt slikken'
A
Feit
B
Fabel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een indicatie bij het voorschrijven van een medicijn?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een contra indicatie?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een bijwerking van
pijnstillende medicatie

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Zoek op van onderstaande medicijnen wat:
  • de indicatie is (waarvoor/wanneer wordt het gegeven)
  • de werking is
  • wat de bijwerkingen/complicaties kunnen er optreden bij normaal en verkeerd gebruik

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicijnen:
  • Paracetamol
  • Dicolfenac
  • Tramadol
  • Oxycodon
  • Fentanyl
Lever dit in via TEAMS!


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies