Les week 10

Nederlands
Les week 12
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Les week 12

Slide 1 - Tekstslide

15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we nog?
- Vaste tekststructuren

Slide 3 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren ken je nog?

Slide 4 - Open vraag

Huiswerk bespreken

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 stencil
1 het verdwijnen / uitsterven van wilde dieren
2 De inleiding bestaat uit alinea 1, omdat hier het onderwerp wordt geïntroduceerd en het probleem wordt geschetst.
Het middenstuk bestaat uit alinea 2 tot en met 7, waarin oorzaken en mogelijke oplossingen worden besproken.
Het slot is alinea 8, waarin een conclusie getrokken wordt over de beste oplossing.
3 een probleem/oplossingstructuur
4 alinea 5
5 alinea 2
6 alinea 6

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 stencil
7 rap (al. 1) – snel, hoog
geslonken (al. 1) – gedaald
populatie (al. 1) – verzameling; hoeveelheid van een soort in een bepaald gebied
voorhanden zijn (al. 2) – beschikbaar zijn
iconisch (al. 4) – beeldbepalend, symbool staand voor
stroperij (al. 5) –vorm van diefstal (en vaak doding) van dieren op vreemd grondgebied
krijgen harde klappen (al. 5) – lijden onder de omstandigheden
lichtpuntje (al. 6) – iets positiefs
reservaat (al. 6) –gebied dat van overheidswege wordt beschermd om alles wat er leeft of om het landschap zelf in natuurlijke staat te bewaren.

8 oorzakelijk verband

9 doordat


Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 stencil
10 Mensen overbevissen de zeeën en vervuilen die, bossen worden opgeofferd aan (intensieve) landbouw. Daarnaast speelt de mens een rol bij de klimaatverandering en stroperij.

11 Mensen kunnen de situatie oplossen door beschermde natuurgebieden uit te breiden en met elkaar te verbinden. Ook door herplaatsingsprogramma’s weten diersoorten zich te herstellen.

12 De mens moet overgaan op duurzame voedselproductie en groene energie, waardoor de natuur niet verder wordt vernietigd.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3 stencil
1 Sint-Maarten
2 Alinea 1 is de inleiding omdat daarin het onderwerp wordt geïntroduceerd en de hoofdgedachte wordt genoemd: Sint-Maarten blijkt overduidelijk een expansieve traditie.
Alinea 2 tot en met 10 zijn het middenstuk, waarin Stint-Maarten vroeger wordt beschreven.
Alinea 11 is het slot, waarin het over Sint-Maarten in de tegenwoordige tijd gaat.
3 verleden/hedenstructuur
4 Het slot is niet, zoals in de theorie staat, een conclusie of voorspelling over de toekomst, maar is de beschrijving van het heden, wat volgens de theorie in het middenstuk zou moeten staan.
5 de dag waarop de heilige Martinus is begraven


Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3 stencil
6 pakweg (al. 1) – ongeveer; naar schatting (woordenboek)
expansieve (al. 1) – uitgebreide (context)
overlevering (al. 2) – van generatie op generatie doorgegeven / doorverteld (context)
visioen (al. 2) – (religieuze) verschijning (in een droom) (context)
bekering (al. 2) – aansluiting bij een (religieuze) groep (woordenboek)
oude papieren (heeft) (al. 3) – bestaat al lang (woordenboek)
antropoloog (al. 3) – een wetenschapper die zich bezighoudt met het bestuderen van het menselijk gedrag (woorddelen, woordenboek)
Reformatie (al. 3) – De protestantse, zestiende-eeuwse scheiding binnen het christendom, die ingezet werd door Maarten Luther, Johannes Calvijn en andere protestanten. (woordenboek)
is er de klad in gekomen (al. 3) – is het minder … geworden (woordenboek)
dito (al. 5) – dezelfde (context)



Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3 stencil
pauper (al. 5) – minderbedeelde, arme (context)
plakkaat (al. 7) – affiche (woordenboek)
vroom (al. 7) – gelovig (woordenboek)
renaissance (al. 9) – herleving; wedergeboorte (woordenboek, woorddelen; uit het Frans)
folklore (al. 9) – cultuurtraditie (woordenboek)
Authenticiteit (al. 9) – echtheid (woorddelen)
antroposofisch (al. 10) – letterlijk betekent antroposofie: wijsheid omtrent de mens (antropos=mens; sofia=wijsheid); denkend en handelend gebaseerd op en geïnspireerd door het werk van de Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner, 1861-1925 (woorddelen, woordenboek)


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3 stencil
8 De schrijver heeft binnen de verleden/hedenstructuur voor een opbouw per deelaspect gekozen. Het middenstuk gaat wel allemaal over vroeger, maar is niet chronologisch opgebouwd; hij verwerkt de informatie daar per deelonderwerp (bijvoorbeeld ‘Amsterdam’).

9 (1) Hij was al ruim 1.500 jaar dood.
(2) Hij had eeuwen van protestantisme, dat niet aan heiligenverering doet, weten te doorstaan.

10 ‘Langs de deuren gaan’ werd als schooien gezien en als overlast bestempeld.

11 Nee, nog steeds gaan kinderen in het begin van de avond met lampions in de hand zingend de huizen langs en krijgen snoep of fruit. Alleen in Limburg wordt het Sint-Maartenverhaal tegenwoordig vaak nagespeeld.

12 Dit staat tussen aanhalingstekens om te benadrukken dat het hier om een gespeelde Sint-Maarten gaat.

13 informeren


Slide 13 - Tekstslide

Video
Zie video over werkwoordspelling

Slide 14 - Tekstslide

3

Slide 15 - Video

02:23

A
heeft
B
gegeven

Slide 16 - Quizvraag

02:27
De persoonsvorm is?

Slide 17 - Open vraag

02:36
De persoonsvorm is?

Slide 18 - Open vraag

Maken:
Maak werkblad 1, 2 en 3 van het stencil over werkwoordspelling

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak werkblad 1, 2 en 3 van het stencil over werkwoordspelling

Slide 20 - Tekstslide

Heb je het huiswerk af?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag