BSR 10/06 2ha Lezen §5 Hoofd- en bijzaken

Open alvast je boek op blz. 28-29.
Log alvast in op LessonUp
 (de code staat linksonder in beeld).

§4 Feit, mening,  standpunt en argument
§5 Hoofd- en bijzaken

Voordat we beginnen:
timer
2:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Open alvast je boek op blz. 28-29.
Log alvast in op LessonUp
 (de code staat linksonder in beeld).

§4 Feit, mening,  standpunt en argument
§5 Hoofd- en bijzaken

Voordat we beginnen:
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

  • Je kunt onderscheid maken tussen feiten, meningen en argumenten in een tekst.
  • Je kunt meningen, argumenten in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les:
  • Verder werken aan 
    Cursus 1: Meer dan lezen.
  • Opdracht 5 t/m 8 (huiswerk) bespreken.
  • Uitleg paragraaf 5: hoofd- en bijzaken.
  • Opdracht 1 en 2 maken.

Slide 3 - Tekstslide


Feit, mening
en argument




Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is:
  • Het Nederlands Openluchtmuseum is een museum in Arnhem.
  • In Amsterdam wonen 110 verschillende nationaliteiten.

Slide 4 - Tekstslide


Feit, mening
en argument




Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Een mening herken je vaak (maar niet altijd) aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, daarom, dan ook en dus en aan formuleringen als er moet, er zou moeten en we zouden moeten.

Slide 5 - Tekstslide

Feit, mening
en argument


Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een of meer argumenten. Een argument herken je vaak (maar ook niet altijd) aan signaalwoorden als want, omdat, immers en namelijk:

- Er moeten verkeersdrempels in deze straat komen (mening), want er wordt hier veel te snel gereden (argument).
Mick zou op basketbal moeten gaan (mening); daar is hij met zijn lengte van ruim twee meter namelijk erg geschikt voor (argument 1). Bovendien is hij erg handig met een bal (argument 2).

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken: 
Opdracht 6, 7 en 8.
op 
blz. 29-31. 

Slide 7 - Tekstslide

§5 Hoofd- en bijzaken
blz. 33

Slide 8 - Tekstslide

De belangrijkste informatie in een tekst noemen we de hoofdzaken. Wat minder belangrijk is, zoals een anekdote, een toelichting (voorbeeld) of een vergelijking, zijn de bijzaken. De hoofdzaken van een tekst vind je vaak op voorkeursplaatsen, zoals de inleiding en het slot van een tekst en het begin of het einde van een alinea.
Hoofd- en bijzaken

Slide 9 - Tekstslide


Zo vind je hoofdzaken: 

  • De zin die de hoofdzaak van een alinea bevat, is de kernzin. Dat is meestal de eerste zin en soms de laatste. Ook de tweede zin is weleens de kernzin. In dat geval is de eerste zin een inleidende zin en/of geeft hij het verband met de vorige alinea(’s) aan. Soms heeft een alinea geen kernzin. Je moet de hoofdzaak dan zelf bepalen.

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdzaken
Bijzaken
de eerste alinea
toelichting
de kernzinnen van alle alinea's
uitleg
de laatste alinea
voorbeelden

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

  • Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
  • Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
    Denk aan de hamburger... 

Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
  2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?

Let op: sommige alinea's bevatten geen hoofdzaken.
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)

Slide 12 - Tekstslide

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

Om te voorkomen dat ooit nog eens zo'n ramp zou plaatsvinden, werd na de watersnood snel begonnen met de Deltawerken.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 13 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

Dankzij dit enorme project is ZuidwestNederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 14 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

Dankzij dit enorme project is Zuidwest-Nederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 15 - Quizvraag

Een schema van
een tekst maken
  • Lees de tekst goed door.
    1. Onderstreep de hoofdzaken. Let op de voorkeursplaatsen (inleiding en slot) en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
    2. Noteer de belangrijkste informatie uit de tekst. Gebruik nummers (1, 2, 3), dots of streepjes. 

Slide 16 - Tekstslide

Een samenvatting van
een tekst maken
  • Lees de tekst goed door.
    1. Onderstreep de hoofdzaken. Let op de voorkeursplaatsen (inleiding en slot) en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
    2. Neem de kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak er een samenhangende tekst van en gebruik signaalwoorden. 

Slide 17 - Tekstslide

Welke hoofdzaken herken je?

Slide 18 - Tekstslide

Alinea 1: hoofdzaak?

Slide 19 - Tekstslide

Alinea 2: hoofdzaak?

Slide 20 - Tekstslide

Alinea 3: hoofdzaak?

Slide 21 - Tekstslide

Alinea 4: hoofdzaak?

Slide 22 - Tekstslide

Uitlegfilmpje!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Tekst 1 lezen (blz. 34-35).

Slide 25 - Tekstslide

Wat?
Cursus 1 Meer dan Lezen: §5 Hoofd- en bijzaken. Opdracht 1 en 2. (blz. 33-35).
Hoe?
Zelfstandig en in stilte.  
Werk de antwoorden uit in je schrift.
Hulp
De theorie in deze LessonUp en in je boek.
Tijd
15 minuten.
Waarom?
Om te oefenen met het herkennen en gebruiken van feiten, meningen en argumenten in een tekst.
Klaar?
Maak alvast een begin aan opdracht 3 en 4
(blz. 36-37).
Oefenen (huiswerk)
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

  • Je kunt onderscheid maken tussen feiten, meningen en argumenten in een tekst.
  • Je weet hoe je hoofd- en bijzaken kunt herkennen in een tekst.
  • Je kunt een samenvatting of schema maken van een tekst.
Lesdoelen

Slide 27 - Tekstslide

Aan welke signaalwoorden kun je een mening herkennen?

Slide 28 - Open vraag

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een argument bij je mening te geven?

Slide 29 - Open vraag

Hoe kun je de hoofdzaken in een tekst vinden?

Slide 30 - Open vraag

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode
u2ha: ihcqy

Slide 31 - Tekstslide