Dubbelop- en verwijsfouten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Dubbelop- en verwijsfouten

Onduidelijk verwijzen

1.) Soms wijst een verwijswoord terug naar iets wat helemaal niet in de tekst staat. Het heeft dan geen antecedent, waardoor de zin incorrect is:
Natuurlijk is natuurbescherming blij met wildviaducten, omdat ze dan gemakkelijk van de ene kant van de snelweg naar de andere kunnen komen.

“Ze” slaat op “het wild” en dat staat niet in de tekst!

Onduidelijk verwijzen

2.) In andere gevallen ontstaat er onduidelijkheid doordat er meer dan één antecedent mogelijk is:

Janneke zei tegen Daniëlle dat ze haar blonde haren voor de presentatie bruin moest laten verven, omdat dat intelligenter stond.

Je weet niet of Janneke of Daniëlle haar haar bruin moet verven!

Joke zei tegen Amanda dat Maaike haar een mooi kerstcadeau wil geven.

1. onjuist verwijzen
2. onduidelijk verwijzen

Zit in de volgende zin een onduidelijke verwijzing?
De krokodil at de voorbijganger en zijn kind op.

1. Ja
2. Nee

Om welke dubbelopfout gaat het in deze zin?

Er zijn diverse tips die helpen bij het leren voor een proefwerkweek, zoals bijvoorbeeld ruim op tijd beginnen.

1. Onjuiste herhaling
2. Tautologie
3. Pleonasme
4. Contaminatie

Welke dubbelopfout herken je?

Lars kan nogal scherp uit de bocht komen.

1. contaminatie
2. tautologie
3. pleonasme
4. dubbele ontkenning

scherp uit de hoek komen & uit de bocht vliegen

Welke dubbelopfout herken je?
Ik heb natuurlijk geen tijd om te werken, maar ik heb er ook geen zin in ook.

1. foutief verwijzen
2. contaminatie
3. pleonasme
4. foutieve herhaling

Welke dubbelopfout herken je?

Na weken met koorts thuis te hebben gezeten heeft de leraar zijn werk weer hervat.

1. pleonasme
2. tautologie
3. foutief verwijzen
4. contaminatie

Welke dubbelopfout herken je?
In korte tijd hadden Chris en Alan alle patat en snacks opgeconsumeerd.

1. onjuiste herhaling
2. pleonasme
3. contaminatie
4. dubbele ontkenning

Welke dubbelopfout herken je?

We moeten deze wond zeer goed ontreinigen.

1. contaminatie
2. tautologie
3. pleonasme
4. dubbele ontkenning

Welke fout herken je in deze zin? De oude bejaarde zat elke avond op hetzelfde bankje in het park te kijken naar de spelende kinderen en rennende mensen.

1. Tautologie
2. Contaminatie
3. Pleonasme
4. Verwijsfout

Welke fout herken je?
Je moet voorkomen dat je geen onvoldoendes haalt.

1. dubbelop
2. onjuiste verwijzing
3. dat/als-constructie
4. foutief begrenzen

Hem werd een contract aangeboden die nogal wat onduidelijkheden bevatte.

1. Onjuist
2. Juist

De scholier stelde de staatssecretaris voor een probleem wat ze niet direct kon oplossen.

1. Onjuist
2. Juist

Dat is het beste dat ik ooit gedaan heb.

1. Juist
2. Onjuist

Je moet hun vragen of ze ook komen.

1. Juist
2. Onjuist