week 4; begeleiding, feedback geven, voeding- en dieetleer

Begeleiding, feedback geven, voeding- en dieetleer
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingBeroepsopleiding

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Begeleiding, feedback geven, voeding- en dieetleer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
9.30 uur; korte terugblik vorige les
9.35 uur; feedback geven
9.45 uur; presentaties begeleiding
(10.30 uur; korte pauze)
10.45 uur; casus opdracht en theorie voeding en dieten
11.25 uur; afsluiting en volgende week


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik vorige les
Hoeveel kwabben hebben de linker en rechterlong en waarom ?
wat is het kleinste onderdeel van de long ?
Wat is COPD ?
Wat is de zelfredzaamheidsradar en wat kun je ermee ?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen


  • Je presenteert een specifieke begeleidingstijl.
  • Je legt uit wat ondersteunings- en begeleidingsmethodieken zijn en hoe je deze kan inzetten bij de begeleiding van zorgvragers. 
  • Je geeft en ontvangt opbouwende feedback aan/van je medestudenten.
  • Je geeft advies aan verschillende zorgvragers met verschillende diëten.
  • Je geeft advies te geven aan zorgvragers met ondergewicht of overgewicht.
 



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presentaties begeleiding
Geef feedback volgens de 3 G methode;
Gedrag:
Begin met het benoemen van specifiek gedrag dat je hebt waargenomen. Bijvoorbeeld:
"Je begon je presentatie met een duidelijke inleiding waarin je het onderwerp goed introduceerde. Ook was je houding zelfverzekerd en maakte je oogcontact met het publiek."
Gevolg:
Leg uit welk effect dit gedrag had. Dit helpt de spreker te begrijpen waarom het belangrijk is. Bijvoorbeeld:
"Door een duidelijke inleiding te geven, maakte je het voor het publiek makkelijk om te volgen waar de presentatie over ging. Je zelfverzekerdheid maakte dat mensen zich meer op hun gemak voelden."
Gewenst gedrag:
Geef aan welk gedrag je graag zou willen zien of verder versterkt wilt zien in de toekomst. Bijvoorbeeld:
"Probeer de belangrijkste punten iets langzamer te presenteren, zodat het publiek meer tijd heeft om ze te verwerken. Dit kan helpen om de boodschap nog duidelijker over te brengen."

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even pauze 
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedingsstoffen
2 soorten stoffen;
  • essentiële voedingsstoffen. voedingsstoffen die het lichaam niet zelf kan maken. deze moet je van buitenaf innemen door bijvoorbeeld voedsel.
  • niet essentiële voedingsstoffen.  voedingsstoffen die het lichaam zelf kan aanmaken uit andere stoffen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de 6 belangrijke voedingsstoffen
  1. koolhydraten, 
  2. vetten, 
  3. eiwitten, 
  4. vitaminen, 
  5. mineralen,
  6. water.
(voedingsvezels)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eiwitten komen voor in...?

Slide 9 - Woordweb

eieren, zuivel, vlees, peulvruchten
koolhydraten komen voor in?

Slide 10 - Woordweb

graan, brood, pasta, aardappel, rijst
vetten komen voor in?

Slide 11 - Woordweb

vet, olie, vlees, kaas, spek, room, noten
vetten
Gezonde vetten zijn voornamelijk onverzadigde vetten, die te vinden zijn in voedingsmiddelen zoals avocado’s, noten, zaden, olijfolie en vette vis (zoals zalm en makreel). Deze vetten kunnen helpen om het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen en de gezondheid van het hart te verbeteren.

Ongezonde vetten, zoals transvetten en verzadigde vetten, kunnen het risico op hart- en vaatziekten verhogen. Transvetten worden vaak aangetroffen in bewerkte en gefrituurde voedingsmiddelen, terwijl verzadigde vetten vooral in dierlijke producten zoals vet vlees, boter en volle melk zitten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vitaminen komen voor in?

Slide 13 - Woordweb

in de huid door licht, in de darmen, preparaten 
water komen voor in?

Slide 14 - Woordweb

drinken en voedsel
mineralen komen voor in?

Slide 15 - Woordweb

groente, fruit, drinken, granen
Mineralen
Calcium: Te vinden in zuivelproducten (zoals melk, kaas en yoghurt), groene bladgroenten (zoals boerenkool en broccoli), en verrijkte plantaardige melk.
Ijzer: Wordt aangetroffen in vlees (vooral rood vlees), gevogelte, vis, linzen, bonen, spinazie en verrijkte granen.
Magnesium: Komt voor in noten, zaden, volkoren producten, groene bladgroenten en peulvruchten.
Kalium: Zit in bananen, aardappelen, spinazie, bonen, sinaasappels en tomaten.
Zink: Te vinden in vlees, schaal- en schelpdieren, bonen, noten en volkoren granen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedingsvezels komen voor in?

Slide 17 - Woordweb

groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, ontbijtgranen, peulvruchten en noten
voedingsvezels 
  • zijn geen officiële voedingsstof
  • deze worden niet verteerd door het lichaam.
  • zijn ideaal en positief stimulerend voor de ontlasting(problematiek).

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar denk je aan bij ondervoeding?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ondervoeding
definitie;
Als iemand een langere tijd minder energie of voedingsstoffen binnen krijgt, dan nodig is om gezond te blijven.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wie heeft er meer kans op ondervoeding?
A
kind
B
jongere
C
baby
D
oudere

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oorzaken
  • verminderde voedselinname door een verminderde eetlust of misselijkheid.
  • ziek zijn
  • moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of vertering.
  • psychologische problemen, zoals angst, depressie, verdriet. Iemand heeft dan geen zin meer in eten. Een gevolg is het overslaan van maaltijden of kleinere porties nemen.
  • sociale factoren, zoals eenzaamheid, geen mogelijkheid om eten te kopen of bereiden.
  • dementie, verslaving

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ondervoeding
word gekenmerkt door;

  • gewichtsverlies
  • te lage BMI (body mass index).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is het zwaarst? Meest linker vrouw is 1 en meest rechter is vrouw 6

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen is even zwaar!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Body Mass Index 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BMI en gezondheid
Je BMI is een belangrijke factor bij het voorspellen van ziekte (-op latere leeftijd).
De zgn. welvaartsziekten: diabetes type II, hart en vaat ziekten en bepaalde vormen van kanker (m.n. van je spijsverteringsstelsel).

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buikvet
Onderhuids vet (subcutaan vet)
Dit is het vet dat je direct onder je huid voelt, bijvoorbeeld bij je buik of heupen.
Dit type vet is minder schadelijk en functioneert als een energieopslag en isolatie.

Visceraal vet (diep buikvet, rond de organen)
Bevindt zich rondom je lever, darmen en andere organen.
Dit vet is actief, wat betekent dat het ontstekingsstoffen en hormonen afgeeft die je stofwisseling kunnen verstoren.
Een teveel aan visceraal vet wordt in verband gebracht met een hoger risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, hoge bloeddruk en leververvetting.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is veel buikvet gevaarlijk?
Visceraal vet heeft een directe invloed op je gezondheid omdat het:

✅ Ontstekingen veroorzaakt → verhoogt de kans op chronische ziekten.
✅ Insulineresistentie bevordert → kan leiden tot diabetes type 2.
✅ Negatief effect heeft op je cholesterol → verhoogt LDL ("slecht" cholesterol) en verlaagt HDL ("goed" cholesterol).
✅ Je bloeddruk verhoogt → verhoogt risico op hart- en vaatziekten.

Mensen met veel buikvet lopen zelfs zonder overgewicht een verhoogd risico op deze aandoeningen. Dit wordt ook wel "TOFI" genoemd (Thin Outside, Fat Inside).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sondevoeding?

  • vloeibare voeding die per sonde direct in maag, duodenum of jejunum wordt toegediend
  • bevat alle voedingsstoffen 
  • bevat vitamines en mineralen 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht casussen
timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kant-en-klare sondevoeding
sondevoeding in poedervorm

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanvullingen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieten

Energie verrijkt
Energie beperkt
Eiwit verrijkt
Eiwit beperkt
Natrium beperkt
Glutenvrij
Vezelbeperkt
Vezel verrijkt
Cholesterol arm

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ThiemeMeulenhoff
Persoonlijke basiszorg
Module 2 Hulp bieden bij opname van voeding en vocht (blz. 74 tot en met 107)
Externe leermiddelen
www.rivm.nl/gezonde-leefstijl
Dieet / Diëten | Voedingscentrum 

Communicatie en begeleiden H10






Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen behaald ?
  • Je presenteert een specifieke begeleidingstijl.
  • Je legt uit wat ondersteunings- en begeleidingsmethodieken zijn en hoe je deze kan inzetten bij de begeleiding van zorgvragers.
  • Je geeft en ontvangt opbouwende feedback aan je medestudenten.
  • Je geeft advies aan verschillende zorgvragers met verschillende diëten.
  • Je geeft advies te geven aan zorgvragers met ondergewicht of overgewicht.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Gastles Rheuma

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies