file op een bijzondere plek

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ik weet al iets van het Suezkanaal

JA
nee

Slide 2 - Poll

Het Suezkanaal ligt vlak bij:
A
Jordanië
B
Syrië
C
Egypte
D
Weet ik echt niet

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat is Ever Given?

Slide 5 - Woordweb

Wat is Boskalis

Slide 6 - Woordweb

Hoeveel kilometer is het Suezkanaal?

Slide 7 - Woordweb

Waarom staat het jaartal 1859 in de tekst?

Slide 8 - Woordweb

Wat betekent het getal 19 300?

Slide 9 - Woordweb

Wat heeft de tekst met een 'enorme walvis' te maken?

Slide 10 - Woordweb

We kijken naar het Jeugdjournaal
Goed opletten; er komen luister en kijkvragen!

Slide 11 - Tekstslide

Wat is ongeveer de juiste afmeting van het containerschep Ever Given
A
200 m lang 80 m breed
B
300 m lang 70 m breed
C
400 m lang 60 m breed
D
500 m lang 50 m breed

Slide 12 - Quizvraag

Veel winkels wachten op spullen.
Welke winkel in niet genoemd?
A
Etos
B
Hema
C
Blokker
D
Action

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel containers heeft de Ever Given opgeladen?
A
15 000
B
20 000
C
25 000
D
25 000

Slide 14 - Quizvraag

Hoelang deed men over het graven van het Suezkanaal?
.. jaar.

Slide 15 - Open vraag

Naar welke havenstad is de Ever Given op weg?

Slide 16 - Open vraag

We lezen samen de tekst.

Slide 17 - Tekstslide

In regel 4 staat: De blokkade had grote gevolgen.
Wat is een gevolg van de blokkade?
A
De Ever Given kwam dwars te liggen.
B
Er kon geen schip meer door.
C
Het schip kwam van China en ging naar Rotterdam.
D
Een Nederlands bedrijf heeft geholpen.

Slide 18 - Quizvraag

Lees nogmaals regel 16 en 17

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de oorzaak van de blokkade?
A
een zandstorm
B
motorpech
C
storing in het schip
D
staat niet in de tekst

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
circa?
A
precies
B
exact
C
om en nabij
D
behoorlijk

Slide 21 - Quizvraag

In regel 23-24 staat: Het merendeel van de wachtende schepen vervoert echter uiteenlopende producten. Wat betekent uiteenlopende?

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent uiteenlopende
A
bijzondere
B
dezelfde
C
duidelijke
D
verschillende

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de goederen? regel 26

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor goederen?
A
de dieren
B
de mensen
C
de ideeën
D
de spullen

Slide 25 - Quizvraag

In regel 27 staat een woord dat bij opsomming hoort.
Welk woord is dat?
A
ook
B
later
C
bestemming
D
dit

Slide 26 - Quizvraag

informatiebronnen
Amber wil weten hoe groot een containerschip is.
Waar kan ze dat het beste opzoeken?

Slide 27 - Tekstslide

Waar zoekt Amber?
A
In een krantenartikel over de toename van export.
B
In een woordenboek bij: containerschip
C
In een informatieboek over vrachtverkeer wereldwijd.
D
Op de website www.container.nl

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Wat hoort op de open plek?
A
Een lastige klus
B
Voorkant over kleilaag trekken.
C
met waterdruk uit de klei krijgen.
D
containers van boord halen

Slide 30 - Quizvraag