Week 24 - hoofdstuk 5 - Spelling bijvoeglijk naamwoord

Welkom!
Nederlands  - Theorie + oefenen bijvoeglijk naamwoord
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands  - Theorie + oefenen bijvoeglijk naamwoord
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

Slide 1 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord:
- Wat was het ook al weer?
- Hoe schrijf je het? 

Doel:
- Je schrijft op elke plek in de zin het bijvoeglijk naamwoord juist. 






In deze instructie

Slide 2 - Tekstslide

Welk(e) woord(en) is(zijn) het bijvoeglijk naamwoord? Voor het kleine feest heeft Monique een mooi cadeau gekocht

Slide 3 - Open vraag

Welk(e) woord(en) is(zijn) het bijvoeglijk naamwoord? Mijn stokdove tante is erg blij met haar nieuwe gouden gehoorapparaat

Slide 4 - Open vraag

Wat kun je zeggen over de spelling van de bn'en in deze zin? Mijn stokdove tante is erg blij met haar nieuwe gouden gehoorapparaat

Slide 5 - Open vraag

Veel bijvoeglijk naamwoorden hebben een korte en een lange vorm:

Een leuk meisje
Het leuke meisje

Een groot cadeau
De grote cadeaus 
Hoe spel je het BN?
De korte vorm is het woord zelf, daar valt niet zoveel over uit te leggen

Slide 6 - Tekstslide

1. -e achter de korte vorm
leuk = leuke, klein = kleine

2. verdubbel de laatste letter + -e
Fris = frisse, Glad= gladde

3. haal een klinker weg + -e
traag = trage, laat = late

4. Verander de -f- in een v, of de -s- in de z +-e
Lief = lieve, grijs= grijze
Nu de lange vorm:
Zo kort mogelijk (als de uitspraak te toelaat)

Wij Nederlanders zijn lui (met taal)

Slide 7 - Tekstslide

Dat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

- dat geeft het materiaal aan waarvan iets gemaakt is

- eindigt op -en
Gouden tanden, glazen wanden, rubberen banden

(sommige Engelse/Franse woorden uitgezonderd:
Nylon kousen, plastic fles, aluminium pan)
En dat 'gouden' dan?

Slide 8 - Tekstslide

Wat:  Spelling H5 + H6  
H5 - startopdracht, theorie lezen/kijken, 1, 2, 3 of 3a, 6c, 7c, 8b. (lees bij 7c de opdracht heel goed)
H6 : Startopdracht , theorie lezen/kijken, 1, 1, 2, 3 4, 2, 3, 4c, 6c1, 2, 3 en 4 7c 1 en 2, 8b1 en 2
Wanneer: Deze week (8 juni-  12 juni).  (woensdag uitleg H6)

Hoe: werk netjes
- Blijf niet zelf aan modderen, op kantooruren is de docent gewoon beschikbaar! 
Aan de slag

Slide 9 - Tekstslide

Wat wil je nog weten/ waar loop je tegenaan?

Slide 10 - Open vraag