paragraaf 3.4 veranderingen door menselijke activiteiten

Lesdoelen
Je weet welke menselijke activiteiten van invloed zijn op natuur en milieu in de verschillende landschapszones.

Je kunt uitleggen welke landschapszones gevoelig zijn voor landdegradatie en waarom.

Je kunt uitleggen welke landschapzones minder gevoelig zijn voor landdegradatie en waarom.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Je weet welke menselijke activiteiten van invloed zijn op natuur en milieu in de verschillende landschapszones.

Je kunt uitleggen welke landschapszones gevoelig zijn voor landdegradatie en waarom.

Je kunt uitleggen welke landschapzones minder gevoelig zijn voor landdegradatie en waarom.

Slide 1 - Tekstslide

Gevoelig voor landdegradatie?
Waarom wel of waarom niet?

Slide 2 - Tekstslide

Gevoelig voor landdegradatie?
Waarom wel of waarom niet?

Slide 3 - Tekstslide

Gevoelig voor landdegradatie?
Waarom wel of waarom niet?

Slide 4 - Tekstslide

Gevoelig voor landdegradatie?
Waarom wel of waarom niet?

Slide 5 - Tekstslide

Landdegradatie
Afname kwaliteit van de bodem
door:
versnelde bodemerosie
verzilting
verdroging
verwoestijning

ontstaan door verkeerd beheer door de mens

Slide 6 - Tekstslide

  • groot deel gevoelig voor landdegradatie, 
Bewoonbaarheid natuurlijke zones

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verwoestijning
opgave 6
a. In welke landschapszone bijna geen degradatie voor?
b. In welke landschapszone komt verwoestijning vooral voor?
c. 3 sociaal-geografische verklaringen voor verwoestijning.

Slide 9 - Tekstslide

Overbeweiding
Bodemerosie

Slide 10 - Tekstslide

1. Ontbossing
3 sociaal-geografische oorzaken (menselijk)

Slide 11 - Tekstslide

natuurbranden
bosbrand

Slide 12 - Tekstslide

Landdegradatie a.g.v te intensief gebruik
Bodemerosie door water of wind door:
  • ontbossing
  • overbeweiding
  • akkerbouw (braak liggen/monoculturen)

Verzilting
  • onjuiste irrigatie versnelt dit proces

Uitputting
  • bodem krijgt geen tijd te herstellen

Slide 13 - Tekstslide

opg 3: Hoe leidt verkeerde vorm van irrigatie tot verzilting?

Slide 14 - Tekstslide

irrigatie - landbouw

Slide 15 - Tekstslide

3c. verklaar hoge droogte-index rond keerkringen

 neerslag - verdamping = nuttige neerslag


De droogte-index geeft aan hoe hoog de nuttige neerslag is. 

droogte-index 1: neerslag = verdamping

droogte-index 20 : de zonne-energie kan 20 maal de neerslag verdampen.


Slide 16 - Tekstslide

Sahel
Kwetsbaar door overbeweiding, het kappen van vegetatie en verdroging. Met als gevolg verwoestijning.

Kenmerken van de neerslag:
Neerslagintensiteit (hoog/laag)
Neerslagvariabiliteit (regelmatig/onregelmatig/klein/
groot)

Geulerosie

Slide 17 - Tekstslide

- neerslag onbetrouwbaar
- snelle bevolkingsgroei> meer voedsel>
overbeweiding> verwoestijning

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Geulerosie
Stromend water kan voor erosie zorgen. Wanneer dit stromende water leidt tot geulen in de bodem (zie afbeeldingen) spreken we van geulerosie. De bodem raakt hierdoor vaak ernstig en blijvend beschadigd. Bomen hebben geen bodem meer om in te wortelen, waardoor ook de overgebleven bodem weg kan spoelen. 
Erosie is slijtage van het oppervlak door (bewegend) water, wind of ijs. Hierbij kan de (vruchtbare) bodemlaag dus weggesleten worden en is het voor planten en bomen een stuk moeilijker om weer te groeien. Dit noemen we bodemerosie. Als er eenmaal sprake is van erosie kan het landschap zich dus een stuk moeilijker herstellen.

Slide 20 - Tekstslide

Overstromingen door ontbossing

Slide 21 - Tekstslide

Permafrost
Permafrost smelt veel sneller dan verwacht door klimaatopwarming.

De permafrostgrens komt steeds noordelijker te liggen. Dit kan op mondiale schaal de temperatuurstijging versterken.
Verklaar!

Slide 22 - Tekstslide

Waarom toendra in zomer drassig?
de gesmolten sneeuw kan in de zomer niet wegzakken door permafrost en weinig verdamping

Slide 23 - Tekstslide

Positieve terugkoppeling
Ontdooide permafrost gebieden zijn een bron van methaan (CH4)
Methaan is gevoelig voor warmte. 

Meer warmte is dus meer methaan->
Meer methaan is een sterker broeikaseffect. 

Dit noemen we een positieve terugkoppeling

https://www.hier.nu/themas/klimaatwoordenboek/terugkoppelingen-klimaatverandering-versnelt-of-vertraagt-zichzelf

Slide 24 - Tekstslide

Klimaatverandering
aride zone: kwetsbare vegetatie, gevoelig voor landdegradatie
vochtige zones: gevoelig voor versnelde bodemerosie
polaire zone: smelten landijs en permafrost -> methaan -> versterking broeikaseffect

Oplossing: duurzame energiebronnen

Slide 25 - Tekstslide