Pak alvast: leesboek, Nieuw Nederlands en je gemaakte opdrachten van 2.2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Pak alvast: leesboek, Nieuw Nederlands en je gemaakte opdrachten van 2.2
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Lezen
Uitleg 2.3 Argumentatieschema's
Oefenen opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les...
... ken je zes verschillende argumentatieschema's;
... kan je de argumentatieschema's herkennen en benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Even opfrissen
Wat is ook alweer een argumentatiestructuur?
Welke vier argumentatiestructuren kennen jullie nu?
Slide 4 - Tekstslide
Argumentatieschema's
Het geheel van argumenten en standpunt = argumentatie
Verband tussen argument en standpunt = argumentatieschema
Verschillende argumentatieschema's:
Autoriteit
Kenmerk of eigenschap
Oorzaak en gevolg
Vergelijking
Voorbeelden
Voor- en/ of nadelen
Slide 5 - Tekstslide
Waarom belangrijk?
Je argumentatie wordt sterker als je niet altijd hetzelfde argument gebruikt
Probeer te variëren
Slide 6 - Tekstslide
Argumentatie o.b.v. autoriteit
Standpunt wordt ondersteund door uitspraak van een deskundige bron (bijv. wetenschappelijk onderzoek)
Bijvoorbeeld: 'Het is de hoogste tijd dat de lonen in Nederland omhooggaan (standpunt).De president van de Nederlandsche Bank heeft dat laatst in een interview ook gezegd (argument).'
Slide 7 - Tekstslide
Argumentatie o.b.v. kenmerk of eigenschap
Een kenmerk of eigenschap van een bepaalde groep wordt uitgelicht.
Bijvoorbeeld: 'Die docent Nederlands is een goede docent (standpunt), want ze geeft heldere uitleg en spreekt op een rustige toon (argument).'
Slide 8 - Tekstslide
Argumentatie o.b.v. oorzaak en gevolg
Een feit of een gebeurtenis zal leiden tot een ander feit of een andere gebeurtenis.
Bijvoorbeeld: 'De overstap van mavo naar havo is best moeilijk (standpunt).Voor het vak Nederlands is er op de havo namelijk veel theorie die op de mavo niet of nauwelijks wordt behandeld, bijvoorbeeld argumentatie (argument).'
Slide 9 - Tekstslide
Argumentatie o.b.v. een vergelijking
Er wordt een vergelijking gemaakt: omdat iets in het ene geval zo is, zal het bij het andere ook vast zo zijn.
Bijvoorbeeld: 'Minder toetsen is beter voor de onderwijsresultaten (standpunt).Kijk maar eens naar Finland. De resultaten zijn daar uitstekend en toetsen voor cijfers gebeurt daar nauwelijks (argument).'
Slide 10 - Tekstslide
Argumentatie o.b.v. voorbeelden
Het standpunt wordt ondersteund met argumenten die voorbeelden zijn.
Bijvoorbeeld: 'Fastfood is verre van gezond (standpunt), want het bevat veel koolhydraten en suikers, maar vrijwel geen vezels (argumenten).'
Slide 11 - Tekstslide
Argumentatie o.b.v. voor- en nadelen
Er is sprake van een afweging: de voordelen worden vergeleken met de nadelen, waarna een oordeel volgt.
Bijvoorbeeld:'Wekelijks sporten is goed voor je (standpunt).Uit onderzoek blijkt dat je concentratie en leerprestaties door sporten verbeteren (argumenten). Aan de andere kant kan sporten blessures en zelfs botbreuken opleveren, waardoor je pijn ervaart en moet rusten (argumenten).'
Slide 12 - Tekstslide
Voor- óf nadeel
In plaats van afweging één van de twee
Bijvoorbeeld: 'Mensen zouden eens wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan (standpunt), want dat is goed voor het milieu, de conditie en maakt het fileprobleem kleiner (argumenten).
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
Maak van 2.3 opdracht 1 t/m 4, blz. 71-73
Ik loop rond om de opdrachten van 2.2 te controleren
Eerst 10 minuten individueel en stil
Nakijken > Classroom
Klaar? Je kunt extra oefenen in de online methode
Slide 14 - Tekstslide
We komen nooit meer op tijd, deze file staat tot Utrecht.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit
Slide 15 - Quizvraag
Als je last hebt van FOMO en vaak het gevoel hebt dat je niet zonder je mobiel kunt, ligt verslaving op de loer. Dit zegt Tischa Neve, pedagoog, gespecialiseerd in tienergedrag.
A
Voorbeeld
B
Autoriteit
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voordelen-nadelen
Slide 16 - Quizvraag
Een vuurwerkverbod is fijn, omdat de hulpverleners ontlast worden tijdens de jaarwisseling. Toch missen veel mensen nu het plezier van vuurwerk afsteken. Ook missen vuurwerkverkopers inkomsten.
A
Kenmerk of eigenschap
B
Voordelen-nadelen
C
Autoriteit
D
Vergelijking
Slide 17 - Quizvraag
Amsterdam trekt jaarlijks veel toeristen vanwege zijn beroemde musea. Rijksmuseum, Anne Frankhuis en Van Goghmuseum zijn goed voor bijna 6 miljoen bezoekers per jaar.