KD ICH Hoofdstuk 1 en 2

Hoofdstuk 1: Training 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SportMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Training 

Slide 1 - Tekstslide

Waar denken jullie aan
bij het begrip 'training'?

Slide 2 - Woordweb

Het begrip training 
  • Training, een definitie; het regelmatig, systematisch toedienen van prikkels om de prestaties te verhogen 

  • Sporttraining is de fysieke, psychische, technische/tactische, intellectuele en mentale voorbereiding van de sporter met behulp van lichamelijke oefening.

Slide 3 - Tekstslide

Factoren met invloed op het prestatievermogen. 

Belangrijk in het kader van training:
  • Conditionele factoren/grondmotorische eigenschappen 
  • Intellectuele, psychische eigenschappen
  • Technische- en/of tactische factoren
  • Gezondheid, bouw en aanleg (niet trainbaar)

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de vijf conditionele factoren / grondmotorische eigenschappen?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Trainingswetten 

Slide 10 - Tekstslide

Leg het 'model van supercompensatie' in eigen woorden uit.

Slide 11 - Open vraag

Model van supercompensatie: 
verstoren - aanpassen - (super)compensatie 

Slide 12 - Tekstslide

Herstel 
De hersteltijd tussen de verschillende trainingen om supercompensatie te realiseren is per trainingsmethode verschillend. Hier zijn verschillende oorzaken voor: 
  • gebruikte trainingsmethode
  • mate van getraindheid van de sporter
  • mate van vermoeidheid van de sporter
  • leeftijd van de sporter 
  • herstelsnelheid van de sporter

Slide 13 - Tekstslide

Trainingswet: overload
(toenemende belasting) 

Slide 14 - Tekstslide

Trainingswet overload
Zwaarder en/of langer worden van trainingen wordt uitgedrukt in omvang en intensiteit.

Omvang = duur van één training, aantal series en herhalingen tijdens een training, of de afstand die wordt afgelegd.

Intensiteit = op welk percentage van het maximale vermogen de training wordt uitgevoerd.

Wat ga je eerst verhogen, omvang of intensiteit?

Slide 15 - Tekstslide

Overtraining 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Duurzaamheid
Na een periode van training zal het lichaam zich positief ontwikkelen (zie: supercompensatie). Wanneer bijvoorbeeld door een blessure de trainingen niet meer uitgevoerd kunnen worden zal het trainingsniveau zakken. Wanneer de behaalde resultaten verkregen zijn door een korte periode van trainen zal dit resultaat ook tijdens een periode van niet trainen snel terug zakken. Wat een verschil is met erg getrainde sporters is dat deze atleten na een blessure weer erg snel terug zijn op hun oude niveau. 

Slide 18 - Tekstslide

Specificiteit 
Je wordt alleen beter in dat gene wat je traint. Als je beter in een bepaalde sport wilt worden is het een absolute voorwaarde dat je deze sport analyseert. Door te analyseren kun je bepaalde vormen van deze sport laten terugkomen in je eigen training.

- Algemene oefeningen
- Specifieke oefeningen
- Wedstrijdoefeningen 

Slide 19 - Tekstslide

Conclusie trainingswetten 
  • Het moment van de belasting, de duur van het herstel en de omvang  en intensiteit van de training vormen een eenheid. 
  • Trainingseffect wordt slechts verkergen als er een juiste verhouding wordt gevonden tussen deze componenten. 
  • Wisseling van belasting en herstel moet systematisch worden toegepast. 
  • Trainingen dienen slechts één specifiek doel na te streven.
  • Trainingen moeten van een bepaalde zwaarte zijn met betrekking tot omvang en intensiteit om een beoogd doel te bereieken. 
  • Het moment van de optimale aanpassing (supercompensatie) ligt voor elke te gebruiken trainingsmethode verschillend. 

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit wat supercompensatie betekent. Je mag dit natuurlijk met een afbeelding ondersteunen.

Slide 21 - Open vraag

Wat gebeurt er als je te weinig rust neemt na een training?

Slide 22 - Open vraag

Leg uit wat ‘verminderde meeropbrengst’ betekent.

Slide 23 - Open vraag