les 15 - debat (2/3)

0mbi voorbereiding IE 
-welkom
-terugblik overtuigingskracht
- nieuwe theorie: het examendebat
- afronding  en huiswerk


Je hebt voor deze les je aandacht nodig
(en lessonup op telefoon).
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

0mbi voorbereiding IE 
-welkom
-terugblik overtuigingskracht
- nieuwe theorie: het examendebat
- afronding  en huiswerk


Je hebt voor deze les je aandacht nodig
(en lessonup op telefoon).

Slide 1 - Tekstslide

Debatteren op het IE 
Tijdens je examen neem je deel aan een debat over de stelling. De stelling is gelijk aan de stelling van spreken.​

Je weet pas 5 minuten voor die tijd of je voor of tegen bent én wie je debatgenoten zijn.

Let op: dit onderdeel gaan we dus donderdag 20-04 oefenen. 

Slide 2 - Tekstslide

wat is ook al weer het doel als je gaat debatteren?

Slide 3 - Woordweb

Wat weet je nog van de vorige les over overtuigingskracht?
Geef zoveel mogelijk antwoorden.

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

fases van een debat 
we bekijken zo de fases van het debat nog eens los. Eerst geef ik de theorie, dan bekijken we een voorbeeld, waarbij ik vragen stel. Doel is dat je weet wat er per fase van jou als deelnemer verwacht wordt. 

Slide 10 - Tekstslide

fase 1: de opzetbeurten
* 1 iemand van het team
* voorstanders beginnen 
* kan meetellen voor je beoordeling
* een goede opzetbeurt bevat:
- welkom heten
- stelling + standpunt noemen
- 3 labels
- labels uitwerken (uitleggen 
- bedanken of uitsmijter
(je krijgt geen punten aftrek als je iets vergeet)

Slide 11 - Tekstslide

twee opzetbeurten... 
kijk kritisch, denk aan de theorie, daarna volgt een vraag

Slide 12 - Tekstslide

5

Slide 13 - Video

02:12
Ik vind deze dame:
A
overtuigend
B
niet overtuigend

Slide 14 - Quizvraag

02:12
welke argumenten heeft ze genoemd?

Slide 15 - Woordweb

02:21
hey.. hij zegt iets anders.
Het is niet erg als je niet precies de termen mededebaters, opponenten, jury, publiek gebruikt. Je moet gewoon even formeel alle aanwezigen welkom heten.

Slide 16 - Tekstslide

04:02
Wat doen studenten aan de overkant als één van de kanten de opzetbeurt geeft?

Slide 17 - Open vraag

04:02
Twee heel verschillende opzetbeurten. wie vond je overtuigender?
A
dame 1
B
jongeman 2

Slide 18 - Quizvraag

fase 2: reactiefase (8minuten)
* iedereen doet mee
* om beoordeeld te worden neem je minimaal 3x het woord (anders 1,0)
* als je het woord wilt ga je staan
* je moet er samen uitkomen, er is niemand die beurten geeft
* ga zitten als je uitgesproken bent

Slide 19 - Tekstslide

fase 2: je opties
nieuw argument
reactie
aanvulling
verduidelijking
"Jury ik wil een nieuw argument inbrengen"
"Jury ik wil graag reageren op...."
"Jury ik wil graag mijn collega aanvullen"
"jury ik wil graag om verduidelijking vragen"
Gebruik het a.u.b.-model
Argument, uitleg, voorbeeld. 

Geef aan op wie je wilt reageren.
Vat samen wat diegene gezegd heeft.
Weerleg het argument.
Geef aan wie je wilt aanvullen.
Geef aan wat diegene zei.
vul aan. 
Geef aan wat er gezegd is. 
Vraag om verduidelijking. 

Slide 20 - Tekstslide

8

Slide 21 - Video

04:18
Dit is een reactie. Wat vergeet deze jongen?

Slide 22 - Open vraag

04:56
let op!
Hier is een jury die de beurten verdeelt. Dat is het op examen niet zo. Als je iets wilt zeggen ga je staan en je komt er samen uit. Het is op het examen een beetje een teamsport. Zorg dat iedereen minimaal 3x heeft geïnterrumpeerd (gesproken). 

Slide 23 - Tekstslide

05:18
Wat maakt deze interruptie overtuigend?

Slide 24 - Woordweb

05:48
punten scoren!
als je merkt dat de discussie afglijdt of dat men te ver wegdrijft van de stelling kun je punten winnen door de stelling weer centraal te zetten. 

Slide 25 - Tekstslide

06:03
oké punten voor de stelling. Toch niet zo'n goede beurt. Waarom niet?

Slide 26 - Woordweb

06:38
Deze interruptie
A
overtuigend
B
niet overtuigend

Slide 27 - Quizvraag

07:10
dit mag ook! 
dit is vragen om verduidelijking. 
Telt ook als een 'beurt'. 

Slide 28 - Tekstslide

07:34
we kijken nu de reactiefase af
Probeer voor jezelf steeds te bedenken of het overtuigend is en of het een goede interruptie is. 

Slide 29 - Tekstslide

fase 3: freeze!  (1,5 minuten)
voorstanders en tegenstanders gaan uit elkaar en overleggen kort. 
Wat is er gezegd? wat kunnen wij gebruiken?
Persoon die de slotbeurt doet, maakt aantekeningen.
Bedenk samen een uitsmijter.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

fase 4: slotbeurten
* tegenstanders eerst
* 1 persoon per team (niet die opzetbeurt deed)
* kan meetellen voor je beoordeling
* een goede opzetbeurt bevat:
- mensen aanspreken (jury, mededebaters, publiek, opponenten)
- stelling + standpunt herhalen 
- beste argumenten herhalen (die niet weerlegd zijn) of jullie beste weerleggingen herhalen.
- bedanken én uitsmijter
(je krijgt geen aftrek als je een onderdeel vergeet)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

welke slotbeurt was overtuigender?
A
meneer 1 (tegen)
B
meneer 2 (voorstanders)

Slide 34 - Quizvraag

als je kijkt naar alles: opzetbeurt, reactietijd, slotbeurt. Wie wint dit debat?
A
voorstanders
B
tegenstanders

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Tot slot
Het beoordelingsmodel van het debat heb ik in teams gezet. Kijk dat eens rustig door. Vragen mag je natuurlijk stellen.
Op zich moet dit voldoende informatie zijn om het debat uit te voeren. We gaan dit in de volgende les oefenen. 

Slide 37 - Tekstslide

Afronding en huiswerk
bereid je voor op het debat over de stelling:
"Rosenmontag moet niet langer een vrije dag zijn op het ROC van Twente" 

Bereid zowel voor- als tegenargumenten voor
Aan het begin van de les weet je welke kant je verdedigt.

Slide 38 - Tekstslide

Let op! 
Meedoen aan het debat is niet vrijwillig. Kun je niet meedoen, dan kun je ook niet deelnemen aan het examen! 


Slide 39 - Tekstslide