Je hebt voor deze les je aandacht nodig (en lessonup op telefoon).
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3
In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
0mbi voorbereiding IE
-welkom
-terugblik overtuigingskracht
- nieuwe theorie: het examendebat
- afronding en huiswerk
Je hebt voor deze les je aandacht nodig (en lessonup op telefoon).
Slide 1 - Tekstslide
Debatteren op het IE
Tijdens je examen neem je deel aan een debat over de stelling. De stelling is gelijk aan de stelling van spreken.
Je weet pas 5 minuten voor die tijd of je voor of tegen bent én wie je debatgenoten zijn.
Let op: dit onderdeel gaan we dus donderdag 20-04 oefenen.
Slide 2 - Tekstslide
wat is ook al weer het doel als je gaat debatteren?
Slide 3 - Woordweb
Wat weet je nog van de vorige les over overtuigingskracht? Geef zoveel mogelijk antwoorden.
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
fases van een debat
we bekijken zo de fases van het debat nog eens los. Eerst geef ik de theorie, dan bekijken we een voorbeeld, waarbij ik vragen stel. Doel is dat je weet wat er per fase van jou als deelnemer verwacht wordt.
(je krijgt geen punten aftrek als je iets vergeet)
Slide 11 - Tekstslide
twee opzetbeurten...
kijk kritisch, denk aan de theorie, daarna volgt een vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
02:12
Ik vind deze dame:
A
overtuigend
B
niet overtuigend
Slide 14 - Quizvraag
02:12
welke argumenten heeft ze genoemd?
Slide 15 - Woordweb
02:21
hey.. hij zegt iets anders.
Het is niet erg als je niet precies de termen mededebaters, opponenten, jury, publiek gebruikt. Je moet gewoon even formeel alle aanwezigen welkom heten.
Slide 16 - Tekstslide
04:02
Wat doen studenten aan de overkant als één van de kanten de opzetbeurt geeft?
Slide 17 - Open vraag
04:02
Twee heel verschillende opzetbeurten. wie vond je overtuigender?
A
dame 1
B
jongeman 2
Slide 18 - Quizvraag
fase 2: reactiefase (8minuten)
* iedereen doet mee
* om beoordeeld te worden neem je minimaal 3x het woord (anders 1,0)
* als je het woord wilt ga je staan
* je moet er samen uitkomen, er is niemand die beurten geeft
* ga zitten als je uitgesproken bent
Slide 19 - Tekstslide
fase 2: je opties
nieuw argument
reactie
aanvulling
verduidelijking
"Jury ik wil een nieuw argument inbrengen"
"Jury ik wil graag reageren op...."
"Jury ik wil graag mijn collega aanvullen"
"jury ik wil graag om verduidelijking vragen"
Gebruik het a.u.b.-model
Argument, uitleg, voorbeeld.
Geef aan op wie je wilt reageren.
Vat samen wat diegene gezegd heeft.
Weerleg het argument.
Geef aan wie je wilt aanvullen.
Geef aan wat diegene zei.
vul aan.
Geef aan wat er gezegd is.
Vraag om verduidelijking.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
04:18
Dit is een reactie. Wat vergeet deze jongen?
Slide 22 - Open vraag
04:56
let op!
Hier is een jury die de beurten verdeelt. Dat is het op examen niet zo. Als je iets wilt zeggen ga je staan en je komt er samen uit. Het is op het examen een beetje een teamsport. Zorg dat iedereen minimaal 3x heeft geïnterrumpeerd (gesproken).
Slide 23 - Tekstslide
05:18
Wat maakt deze interruptie overtuigend?
Slide 24 - Woordweb
05:48
punten scoren!
als je merkt dat de discussie afglijdt of dat men te ver wegdrijft van de stelling kun je punten winnen door de stelling weer centraal te zetten.
Slide 25 - Tekstslide
06:03
oké punten voor de stelling. Toch niet zo'n goede beurt. Waarom niet?
Slide 26 - Woordweb
06:38
Deze interruptie
A
overtuigend
B
niet overtuigend
Slide 27 - Quizvraag
07:10
dit mag ook!
dit is vragen om verduidelijking.
Telt ook als een 'beurt'.
Slide 28 - Tekstslide
07:34
we kijken nu de reactiefase af
Probeer voor jezelf steeds te bedenken of het overtuigend is en of het een goede interruptie is.
Slide 29 - Tekstslide
fase 3: freeze! (1,5 minuten)
voorstanders en tegenstanders gaan uit elkaar en overleggen kort.
Wat is er gezegd? wat kunnen wij gebruiken?
Persoon die de slotbeurt doet, maakt aantekeningen.
Bedenk samen een uitsmijter.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
fase 4: slotbeurten
* tegenstanders eerst
* 1 persoon per team (niet die opzetbeurt deed)
* kan meetellen voor je beoordeling
* een goede opzetbeurt bevat:
- mensen aanspreken (jury, mededebaters, publiek, opponenten)
- stelling + standpunt herhalen
- beste argumenten herhalen (die niet weerlegd zijn) of jullie beste weerleggingen herhalen.
- bedanken én uitsmijter
(je krijgt geen aftrek als je een onderdeel vergeet)
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
welke slotbeurt was overtuigender?
A
meneer 1 (tegen)
B
meneer 2 (voorstanders)
Slide 34 - Quizvraag
als je kijkt naar alles: opzetbeurt, reactietijd, slotbeurt. Wie wint dit debat?
A
voorstanders
B
tegenstanders
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Video
Tot slot
Het beoordelingsmodel van het debat heb ik in teams gezet. Kijk dat eens rustig door. Vragen mag je natuurlijk stellen.
Op zich moet dit voldoende informatie zijn om het debat uit te voeren. We gaan dit in de volgende les oefenen.
Slide 37 - Tekstslide
Afronding en huiswerk
bereid je voor op het debat over de stelling:
"Rosenmontag moet niet langer een vrije dag zijn op het ROC van Twente"
Bereid zowel voor- als tegenargumenten voor
Aan het begin van de les weet je welke kant je verdedigt.
Slide 38 - Tekstslide
Let op!
Meedoen aan het debat is niet vrijwillig. Kun je niet meedoen, dan kun je ook niet deelnemen aan het examen!