Les 2

Leg je spullen op tafel en start met stil lezen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leg je spullen op tafel en start met stil lezen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Meenemen: Boek B & je leesboek & je iPad (elke les)
  • Terugblik: vzv, hoofdzin/bijzin, nevenschikkend/onderschikkende voegwoorden, koppelwerkwoord
  • Huiswerk bespreken
Theorie
  • Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord

  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling
VZV: werkwoorden met een vast voorzetsel, zoals: luisteren naar, klagen over, zorgen voor, etc.
BWB: Het voorzetsel zegt letterlijk iets over plaats of tijd/ Wanneer je het voorzetsel kan vervangen door een ander voorzetsel: Ik wacht op/naast/achter/in
Voorbeeldzin:
Mijn ouders hechten erg aan de waarheid.

Slide 3 - Tekstslide

vzv = aan de waarheid
Terugblik vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzin en bijzin

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden
  • Nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen.
  • Onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppelwerkwoord (kww)
Het koppelwerkwoord 'koppelt' het onderwerp aan een toestand, functie of eigenschap. Het onderwerp geeft geen handeling aan (het doet niets), maar is iets.

Bv: Wadlopen in Zeeland is erg leuk.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken
H7.1 Grammatica (Boek B)
Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 (blz. 9 t/m 15)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HWW/ZWW/KWW
  • Wanneer er in een zin een koppelwerkwoord en een hulpwerkwoord voorkomen dan is het koppelwerkwoord een voltooid deelwoord of een infinitief. bv. Marco is twee maanden afwezig geweest. 
  • Wanneer de werkwoorden zijn of blijven 'zich ergens bevinden' betekenen in een zin dan is het een zelfstandig werkwoord. bv. Pietje is op school.
* een koppelwerkwoord en een zelfstandig werkwoord kunnen nooit tegelijk in een zin voorkomen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9
Samen maken in je werkboek!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag/huiswerk
H7.1 Grammatica (Boek B)
Maak opdrachten: 9, 10 en 11 (blz. 15 t/m 17).

H7.2 Spelling (Boek B)
Maak opdrachten: 12 en 13

Klaar? Stil lezen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies