Voeding herhalen les 3

Enzym of niet te zijn...
§10.3 Enzymen
Hfst. 10 Voeding en vertering
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Enzym of niet te zijn...
§10.3 Enzymen
Hfst. 10 Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Vertering behandeld: chemisch en mechanisch

Verschillende vragen over enzymen

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
In de les: kijken we naar de toets ecologie.

Online: 
1. controleer je antwoorden op de vragen uit de presentatie
2. bekijk de uitleg dia's
3. maak de oefening via de link op de laatste dia

Slide 3 - Tekstslide

Pro-enzymen
- antwoorden
1) Zoek met BINAS uit van welke enzymen er pro-enzymen zijn. (BINAS 82)
Antwoord: pepsine - pepsinogeen,
trypsine - trypsinogeen,
chymotrypsine -chymotrypsinogeen, 
carboxypeptidase - pro-carboxypeptidase

2) Er is een overeenkomst in de stoffen die deze enzymen verteren. Welke? (Vergelijk)
Antwoord: Deze enzymen verteren allemaal eiwitten. 

Slide 4 - Tekstslide

Pro-enzymen
- antwoorden
3) Op welke manieren wordt pepsinogeen omgezet in het actieve pepsine?
Antwoord: pepsinogeen wordt in pepsine omgezet door: 1. zoutzuur in de maag 2. pepsine zelf
4) Welke van deze manieren is positieve terugkoppeling? (bedenk, internet)
Antwoord: dat pepsine zelf pepsinogeen omzet in pepsine.
Positieve terugkoppeling is dat het eindproduct zijn eigen aanmaak stimuleert.

Slide 5 - Tekstslide

Andere enzymen
- antwoorden
5) Amylase wordt 2x toegevoegd aan de voedselbrij (mond, 12-vingerige darm) waarom?   (bedenk, BINAS)
De amylase toegevoegd bij de mond is niet meer actief door het maagzuur en de pepsine.
Daarom wordt de vertering afgemaakt in de 12-vingerige darm.
6) Er zijn heel veel peptidasen. Deze zijn in te delen in 2 soorten: exo- en endopeptidasen.
Wat is het verschil tussen deze groepen enzymen? (blz. 62 Nectar)
7) Welke peptidasen verwacht je dat eerder toegevoegd worden aan de voedselbrij, exo- of endopeptidasen?  (Bedenk) 


Slide 6 - Tekstslide

Andere enzymen
- antwoorden
6) Er zijn heel veel peptidasen. Deze zijn in te delen in 2 soorten: exo- en endopeptidasen.
Wat is het verschil tussen deze groepen enzymen? (blz. 62 Nectar)
Exopeptidasen halen de aminozuren aan de uiteinde van een polipeptide eraf. 
Endopeptidasen knippen op specifieke plekken (midden)in de polipeptideketen.


Slide 7 - Tekstslide

Andere enzymen
- antwoorden
7) Welke peptidasen verwacht je dat eerder toegevoegd worden aan de voedselbrij, exo- of endopeptidasen?  (Bedenk) 
De endopeptidasen., door het opknippen van de ketens kunnen exopeptidasen sneller verteren.


Slide 8 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen zijn eiwitten.

Helpen bij omzetten van stoffen: assimilatie of dissimilatie.

Worden zelf niet verbruikt bij de reactie.

Naam afgeleid van de stof die het omzet (substraat), eindigt op -ase.
(bijvoorbeeld: lipase, maltase, peptidasen)
Uitleg bij deze dia

Slide 9 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen versnellen reacties:
verlagen benodigde energie.

Enzymen binden 1 stof: substraatspecifiek
Enzym bindt met speciale actieve plaats (active site) aan substraat.

Vormen samen een complex.
Enzym katalyseert reactie en laat daarna product(en) los:
E + S > ESC > E + P
Uitleg bij deze dia

Slide 10 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen doen hun taak het best bij bepaalde omstandigheden: optimum.
Er is een optimum voor pH en voor temperatuur.

Problemen die ontstaan:
- lage pH: enzymen vervormen (=tijdelijk)
- hoge temperaturen: enzymen denatureren (= blijvend onwerkzaam).
- lage temperaturen: minder bindingen tussen enzym en substraat.




Uitleg bij deze dia

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link