9b. Je beschrijft hoe de vertering van eiwitten verloopt.
Slide 2 - Tekstslide
Eiwitvertering
Omcirkel de verschillende aminozuren.
Geef exact aan waar de binding tússen de aminozuren zit (peptidebinding).
Geef de carboxyl-groep en de aminogroep aan.
Slide 3 - Tekstslide
Eiwitvertering
Slide 4 - Tekstslide
Eiwitvertering
Begint in de maag (zure omgeving) Maagsap bevat:
Slijm (ter bescherming van de maagwandcellen tegen de zure maaginhoud)
Zoutzuur (om de omgeving zuur te maken). Hierdoor denatureren eiwitten en zijn ze makkelijker af te breken.
Slide 5 - Tekstslide
Eiwitvertering
Maagsap bevat:
Pepsinogeen : verandert in pepsine (peptase) oiv zoutzuur.
Pepsine knipt eiwitten tot polypeptiden
Waarom is het belangrijk dat er eerst pepsinogeen wordt gemaakt?
Slide 6 - Tekstslide
Eiwitvertering
Alvleessap bevat trypsinogeen en chymotrypsinogeen. Deze enzymen worden actief in de 12-vingerige darm (trypsine en chymotrypsine). Beide enzymen knippen tussen specifieke aminozuren -> kleinere (poly)peptiden.
Zoek in tabel 82E, 82F en 82G naar deze enzymen.
Slide 7 - Tekstslide
Eiwitvertering
Dunne darmsap bevat verschillende peptidasen:
Exopeptidasen (knippen één aminozuur van het uiteinde af):
Endopeptidasen (knippen middenin een polypeptide)
Dipeptidasen breken dipeptiden af tot aminozuren
Slide 8 - Tekstslide
Aminopeptidase (exopeptidase)
Slide 9 - Tekstslide
Carboxypeptidase (exopeptidase)
Slide 10 - Tekstslide
Eiwitvertering
Maag
Alvleesklier (12 vingerige darm)
Dunne darm
Dunne darm
Trypsine/chymotrypsine
Peptase (pepsine)
Carboxypeptidase/amino-peptidase/endopeptidase
Dipeptidase
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Lesdoel
9b. Je beschrijft hoe de vertering van eiwitten verloopt.