Les H4.1 + H4.2 (samengevoegd)

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek

Slide 1 - Tekstslide

Dubbele les
In verband met de excursie naar Den Haag hebben we dit lesuur een dubbele uitleg. Dit beperkt de mogelijkheid om het huiswerk in de les af te maken. Je moet dus de komende week zelf een moment plannen waarin je een uurtje aan het werk kunt om de weektaak af te ronden. 

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 4.1 en 4.2
  • Afronding van deze les 

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les (H4.1)
  • Je weet hoe werknemers beschermd worden, onder andere met het minimumloon
  • Je weet waarom er een economisch verschil is tussen mannen en vrouwen. En wat dit te maken heeft met de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB). 
  • Je weet wat we bedoelen met voltijd (fulltime) en deeltijd (parttime) werken. 
  • Je weet de verschillende arbeidsmotieven

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van deze les (H4.2)
  • Je weet het verschil tussen een vaste baan en flexibele baan
  • Je weet het verschil tussen mensen die werken in loondienst en als zelfstandige
  • Je weet wat de kenmerken zijn van een eenmanszaak, VOFbv en een nv
  • Je weet wat een stichting is. 

Slide 5 - Tekstslide

Wetten die werknemers beschermen
Arbowet (veilige werkplek)

                         Arbeidstijdenwet (maximale werktijden) 


Algemene wet gelijke behandeling 
(man/vrouw gelijk, niet discrimineren op geaardheid/afkomst) 

Slide 6 - Tekstslide

WIA: Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen
WW
Werkloosheidswet
Werknemersverzekeringen: alleen voor mensen die werken in loondienst

Slide 7 - Tekstslide

Wat denk je: wie werken er (gemiddeld) meer uren per week?
A
Mannen
B
Vrouwen

Slide 8 - Quizvraag

Vroeger
Nu

Slide 9 - Tekstslide

Een groot technisch bedrijf zoekt een directeur. Wie gaat het meest verdienen in deze functie?
A
Een man
B
Een vrouw

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Helaas gaat het nog wel eens fout
… beroepen ingedeeld door de overheid.

Slide 12 - Tekstslide

Arbeidsparticipatie
Dat is het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking hoort. 


  • Meer vrouwen 
  • Meer gehandicapten 
Beroepsbevolking?
Je hoort bij de beroepsbevolking als je werkt of wil werken. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat ga je verdienen?
  • Recht op minimumloon 
  • Leeftijd
  • Ervaring 
  • Talent 
  • Is er een tekort aan werknemers of juist een overschot. 

Slide 14 - Tekstslide

Minimumloon
Is gebonden aan je leeftijd. Als je een volle werkdag werkt dan ben je 8 uur aan het werk. 

Ben je 16 jaar en werk je de hele dag dan verdien je 26,04 : 8 = €3,26 per uur. Minder verdienen dan het minimumloon mag niet. 

Niet alle landen kennen een minimumloon. 

Let op:
deze bedragen niet uit je hoofd leren.  

Slide 15 - Tekstslide

Tekort of overschot?
Er is veel vraag naar mensen die kunnen werken in de bouw. De lonen zijn dus flink gestegen!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Gaat Khuki geld verdienen
met haar talent?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Arbeidsmotieven
waarom werken mensen? 

  • Geld verdienen
  • Onderhouden van sociale contacten
  • Geeft structuur in je leven 
  • Samenwerken met collega's 

Slide 20 - Tekstslide

Een vaste of flexibele baan? 
Een vaste baan heb je in principe tot je pensioen. Tussentijds kun je alleen ontslagen worden als er een dringende reden is om jou te ontslaan. Bij een flexibele baan ligt dit heel anders: het aantal uren dat je werkt en de tijdsduur is niet vastgelegd tot je pensioen. Vaak werk je met een jaarcontract. 

Slide 21 - Tekstslide

Loondienst 
Zelfstandige

Slide 22 - Tekstslide

Werken in loondienst 
  • Je hebt een arbeidsovereenkomst (contract);
  • Je krijgt een afgesproken loon;
  • Je hebt vaste vrije dagen
  • Je krijgt ook loon als je ziek bent;
  • Je heb zekerheid bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid
Zekerheid

Slide 23 - Tekstslide

Werken als zelfstandige
  • Je hebt een eigen onderneming;
  • Grote ondernemingen hebben personeel, kleine ondernemingen niet. 
  • Ondernemingen zonder personeel noemen we ZZP-ers (Zelfstandigen Zonder Personeel). 
  • Grote mate van vrijheid: vakanties en werktijden. 
  • Geen uitkering bij ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Je kunt je hier wel apart voor verzekeren, maar dit is ontzettend duur. 
  • De winst van de onderneming is je inkomen. Dit is geen vast bedrag per maand (onzekerheid).
Vrijheid

Slide 24 - Tekstslide

Wat heeft jouw voorkeur?
A
Werken in loondienst
B
Werken als zelfstandige

Slide 25 - Quizvraag

Ondernemingsvormen 
Zakelijk en privé niet gescheiden
Eenmanszaak 
- één eigenaar                                            - met of zonder personeel 
- winst en risico voor ondernemer   - inkomstenbelasting 

Vennootschap onder firma (VOF)
- één of meer eigenaren (firmanten)
- winst en risico voor firmanten, volledig aansprakelijk voor schulden
- inkomstenbelasting

Slide 26 - Tekstslide

Ondernemingsvormen 
Zakelijk en privé wel gescheiden
Besloten vennootschap (bv) 
- één of meer eigenaren (aandeelhouders) > niet vrij verhandelbare aandelen. 
 - met of zonder personeel 
- winst voor de aandeelhouders                                           
- vennootschapsbelasting

Naamloze vennootschap (nv)
- twee of meer eigenaren (aandeelhouders) > wel vrij verhandelbare aandelen.
 - met of zonder personeel
- winst voor de aandeelhouders
- vennootschapsbelasting

Slide 27 - Tekstslide

Stichting
Ondernemingsvorm waarbij het doel winst maken niet van toepassing is. Ze willen iets doen voor het goede doel. 
  • Inkomsten: donaties of subsidies. 
  • De leiding is in handen van een bestuur (vrijwillig of met vergoeding) 
  • Blijft er geld over? Dan moet dit in de stichting blijven. 

Slide 28 - Tekstslide

Van voetbalclub Ajax kan iedereen aandelen kopen. Welke ondernemingsvorm is dit?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
NV
D
BV

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvorm moet je als eigenaar inkomstenbelasting betalen?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
NV
D
BV

Slide 30 - Quizvraag

Welke belasting moet je betalen bij een bv en een nv?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide