oefenles voor toetsweek.

Het oudste Rome werd beinvloed door:
A
Grieken en Romeinen
B
Grieken en Etrusken
C
Romeinen en Etrusken
D
Carthago en Etrusken
1 / 34
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Het oudste Rome werd beinvloed door:
A
Grieken en Romeinen
B
Grieken en Etrusken
C
Romeinen en Etrusken
D
Carthago en Etrusken

Slide 1 - Quizvraag

Imperium Romanum betekent
A
De grens van het Romeinse Rijk
B
Een heel groot rijk
C
een wereldrijk
D
het Romeinse Rijk

Slide 2 - Quizvraag

Julius Caesar werd vermoord omdat
A
hij keizer wilde worden
B
hij te veel macht kreeg
C
hij brood en spelen organiseerde
D
hij Gallië veroverd had

Slide 3 - Quizvraag

Wie was Hannibal?
A
Een Romeinse Generaal
B
Een Griekse Generaal
C
Een Generaal uit Carthago
D
Een Generaal uit Gallië

Slide 4 - Quizvraag

Rome was eerst een monarchie toe een republiek en daarna weer een monarchie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De Senaat was het belangrijkste tijdens de Republiek
A
Juist
B
Onjuis

Slide 6 - Quizvraag

Tijdens de Republiek was het Romeinse Rijk een
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Democratie
D
Tirannie

Slide 7 - Quizvraag

De vrije burgers waren , in de juiste volgorde: Plebejers, Patriciërs en Proletariërs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het recht van veto?

Slide 9 - Open vraag

Welke bevolkingsgroep waren de dupe van de slavernij?
A
Patriciers
B
Plebejers
C
Burgers
D
Proletariers

Slide 10 - Quizvraag

Wie kwamen er op voor de rechten van de plebejers?
A
De Consuls
B
De Senaat
C
De volkstribunen
D
De volksvergadering

Slide 11 - Quizvraag

Julius Caesar was een bekwame generaal
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

Augustus was de eerste keizer
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quizvraag

Romaniseren betekent
A
Romein worden
B
De Romeinse cultuur overnemen
C
De Griekse cultuur overnemen
D
De klassieke cultuur overnemen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is dit?
A
viaduct
B
limes
C
aquaduct
D
brug

Slide 15 - Quizvraag

Wat deden de Romeinen in hun vrije tijd?

Slide 16 - Open vraag

Hoe heet de grens van het Romeinse Rijk
A
Limes
B
Castellum
C
Fort
D
basilica

Slide 17 - Quizvraag

Juiste volgorde?
1. Christendom wordt staatsgodsdienst
2. tolerantie-edict
3. Splitsing Romeinse Rijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Oorzaken van de val van het Romeinse Rijk
A
Romanisering, binnenvallen Hunnen
B
Economische crisis, binnenvallen Germanen
C
Generaals wilden macht in Rome en verdedigden de grenzen niet
D
opkomst van het Christendom en binnenvallen Germanen

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent staatsgodsdienst?
A
Iedereen moet gelovig zijn
B
iedereen moet dezelfde godsdienst hebben
C
De regering bepaalt welke godsdienst toegestaan is
D
de regering laat ieder zelf geloven wat ze willen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het tolerantie edict?
A
je moet een geloof hebben
B
je mag een geloof hebben
C
je mag zelf weten welk geloof je wilt hebben
D
je moet niks geloven

Slide 21 - Quizvraag

wat zie je op de kaart?
A
Splitsing in West- en Oost- Romeinse Rijk
B
Splitsing in West-Romeinse Rijk en Byzantijnse rijk
C
De val van het West-Romeinse Rijk
D
Rome en Constantinopel

Slide 22 - Quizvraag

Vragen over begrippen

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een burgeroorlog?
A
Burgers die oorlog voeren tegen de vijand
B
Burgers die oorlog voeren tegen elkaar
C
Burgers die geweld gebruiken tegen een buurland
D
Burgers die geweld gebruiken tegen elkaar

Slide 24 - Quizvraag

Wat is monotheïsme?
A
geloof met meerdere goden
B
geloof met maar één god

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een consul?
A
iemand die werkt in het buitenland voor de senaat
B
iemand die voorzitter was van de senaat
C
iemand die opkwam voor de plebejers.
D
Opperbevelhebber van het leger

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een Messias?
A
Een Christen
B
Een Jood
C
Een verlosser
D
Een Moslim

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent Klassiek
A
Grieks-Romeinse cultuur
B
Griekse cultuur
C
Romeinse cultuur
D
Egyptische cultuur

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een volkstribuun?
A
een patriciër die opkomt voor de patriciers
B
de beschermer van de proletariërs.
C
de beschermer van de slaven
D
de beschermer van de plebejers

Slide 29 - Quizvraag

wat zie je op het
kaartje
A
de weg naar Rome
B
de weg naar Nijmegen
C
de Limes
D
Castellum

Slide 30 - Quizvraag

Wat zie je op
de afbeelding?
A
Jodenvervolging
B
Moslimvervolging
C
gladiatorenspelen
D
Christenvervolging

Slide 31 - Quizvraag

wie waren plebejer?
A
Mensen die zelf de kost verdienden
B
winkeliers, boeren en ambachtslieden
C
Rijke burgers
D
senatoren

Slide 32 - Quizvraag

Vond je dit een goede oefening voor de toets?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quizvraag

Vond je deze les leuk?
A
Leuk
B
Vervelend

Slide 34 - Quizvraag