Didactiek P3: Differentiëren UNDER CONSTRUCTION

Bewegingsvormen deel 1:

Differentiëren

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bewegingsvormen deel 1:

Differentiëren

Slide 1 - Tekstslide

Wat versta jij onder differentiëren?

Slide 2 - Open vraag

Differentiëren is:
Een oefening  makkelijker of moeilijker maken voor een (klein) deel van je groep.
Dit doe je om ervoor te zorgen dat iedereen zich op eigen niveau  kan verbeteren.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom differentiëren we?
  • Iedereen kan blijven leren en ontwikkelen.
  • Zone van naaste ontwikkeling: daar gebeurt de magie!
  • Hulp van de juf/meester
  • Paniek/angst

Slide 4 - Tekstslide

Differentiëren hoe?
  • Basisoefening voor 80 % van deelnemers die dit net aankunnen
  • Makkelijker maken voor degenen die dit moeilijk vinden (zodat iedereen het kan) 
  • Moeilijker maken voor degenen die dit kunnen(voor meer uitdaging) 
  • Dit betekent vaak meerdere oefensituaties, of:

Slide 5 - Tekstslide

2 manieren van differentiëren
De organisatie(arrangement) aan passen (organisatorisch differentiatie)
 Andere bal
Pionnen verder of dichter bij elkaar
Trampoline gebruiken i.p.v. een reuterplank
!Soms een extra oefensituatie!
Bewegingsvormen aan te passen (inhoudelijk differentiatie)
Achteruit lopen op de balk bij turnen i.p.v. vooruit
Dubbele kong i.p.v. enkele kong
!Kan vaak ook in dezelfde situatie!

Slide 6 - Tekstslide

Verandering in organisatie:
Je verandert iets in de opstelling(arrangement):
Als je een drone erboven laat vliegen met camera zie je dat er iets verandert in opstelling.
  • afstand vergroten tussen 2 studenten met frisbee
  • een muurtje erbij bij vrije trap
  • De lat hoger voor aantal studenten
  • Verhoogd vlak weghalen voor de salto

Slide 7 - Tekstslide

Inhoudelijke differentiatie:
Een ander "leervoorstel"
Een andere opdracht geven zonder dat je organisatie aanpast.
  • Sneller overgooien voor aantal
  • Salto MET schroef voor aantal
  • Meer keer proberen hoog te houden

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld van differentiëren is
A
De hele groep een moeilijkere oefening laten doen
B
De hele groep een makkelijkere oefening laten doen
C
Oefening makkelijker maken voor 3 van groep
D
Oefening moeilijker maken voor 2 van groep

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht in tweetallen:
Benoem beiden een situatie/oefening in je BPV of eigen training waar de trainer differentiatie gebruikte. 
  • Wat was de oefening?
  • Wat was de differentiatie?

Slide 11 - Tekstslide

Voor 1 groep de afstand vergroten bij het schieten op doel is een...
A
Organisatorische differentiatie
B
Inhoudelijke Differentiatie

Slide 12 - Quizvraag

Een paar studenten sneller laten overgooien
A
Inhoudelijke Differentiatie
B
Organisatorische Differentiatie

Slide 13 - Quizvraag

2 van 20 deelnemers moeten bal aannemen, de rest gaat al kaatsen
A
Organisatorische Differentiatie
B
Inhoudelijke Differentiatie

Slide 14 - Quizvraag

Is arrangement ander woord voor organisatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Is leervoorstel ander woord voor Inhoudelijk ?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Bedenk twee bewegingsvormen waarbij je de oefening een stap moeilijker EN een stap makkelijker gaat maken. 
Noteer dus je basisoefening, moeilijker en makkelijker. Welke vorm heb je gebruikt?
Opdracht in tweetallen.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is verschil tussen methodiek en Differentiëren?

Slide 18 - Woordweb

De helft van de groep gaat door naar de volgende methodische stap in je les, en de andere helft blijft nog bij de eerste oefening.
Dus is dit ook een juiste differentiatie?

Slide 19 - Tekstslide

tips voor je les (voorbereiding):
- Beginsituatie analyse wordt nog belangrijker, zeker bij het kopje "inidividu"
- Bereid je differentiatie ook voor: soms een extra oefensituatie (dus dit komt terug in je materialenlijst en plattegrond)
- Kies bewust voor inhoudelijke of organisatorische aanpassingen
- Denk na hoe je je tijd en aandacht gaat verdelen over deze oefensituaties

Slide 20 - Tekstslide

Hoe zou je hier kunnen differentiëren?
Kijk naar je laatste LVB.

Slide 21 - Tekstslide