9.3 Rekenregels voor logaritmen

Maken 46
huiswerk: 39, 44 + nakijken
timer
5:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maken 46
huiswerk: 39, 44 + nakijken
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Rekenregels en herleiden
  • glog(a) + glog(b) = glog(ab)
  • glog(a) - glog(b) = glog(a/b)
  • p * glog(a) = glog(ap)
  • glog(a) = plog(a) / plog(g) 

Slide 2 - Tekstslide

Rekenregels en herleiden
  • 3log(5) + 3log(10) = 
  • 3log(5*10) = 3log (50)
  • 3 * 2log(6) - 2log(9) =
  • 2log(63) - 2log(9) =
  • 2log(216) - 2log(9) = 2log(216/9) = 2log(24) 

Slide 3 - Tekstslide

Rekenregels en herleiden
  • 4 - 3 * log(2) = 
  • log(104) - log(23) =
  • log(10000) - log(8) =
  • log(10000/8) = log(1250) 

Slide 4 - Tekstslide

Rekenregels en herleiden
  • Je kunt de regels ook van rechts naar links lezen
  • glog(a) + glog(b) = glog(ab)
  • log(500) = log(100) + log(5) =
  • log(102) + log(5) = 2 + log(5)

Slide 5 - Tekstslide

Rekenregels en herleiden
  • 2log(24) - 3log(81) = 
  • 2log(8*3) - 3log(34) =
  • 2log(8) + 2log(3) - 4 =
  • 2log(23) + 2log(3) - 4 =
  • 3 + 2log(3) - 4 = 2log(3) - 1

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
a. Herleid de formule K = 3,25 * log(M) - 0,30 tot de vorm 
K = log(aMb)
Rond a af op twee decimalen

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
b. Herleid de formule N = 2log(96x3) tot de vorm
 N = p + q * 2log(x).
Rond p af op twee decimalen.

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk...
vierkant: 49, 50, 52 + nakijken 
cirkel: 49, 50, 52 + nakijken  
ster: 51, 55 + nakijken
huiswerk: 53, 54 + nakijken
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Rekenregels en vergelijkingen
  • In opgave 56 heb je de vergelijking log(x) + log(5) = 2 exact opgelost door het linkerlid tot één logaritme te herleiden en vervolgens te gebruiken dat glog(A) = B geeft A = gB.
  • Soms is het handiger om toe te werken naar de vorm     glog(A) = glog(B). 
  • Je gebruikt dan:

Slide 10 - Tekstslide

Rekenregels en vergelijkingen
  • glog(A) = glog(B) geeft A = B
  •  Zo los je de vergelijking 3log(8x) - 3log(2) = 3log(x + 1) als volgt op.
  • 3log(8x) - 3log(2) = 3log(x + 1)
  • 3log(8x/2) = 3log(x + 1)
  • 3log(4x) = 3log(x + 1)

Slide 11 - Tekstslide

Rekenregels en vergelijkingen
  • 4x = x + 1
  • 3x = 1
  • x = 1/3
  • Als je de rekenregels voor logaritmen gebruikt bij het oplossen van vergelijkingen, moet je controleren of de gevonden waarden voldoen.

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk...
vierkant: 49, 50, 52, 58 + nakijken 
cirkel: 49, 50, 52, 58 + nakijken  
ster: 51, 55, 58 + nakijken
huiswerk: 53, 54, 59 + nakijken
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk...
  • Maak de volgende opgaven voor een kruisje (snipperen)
vierkant: 49, 50, 52, 58 + nakijken 
cirkel: 49, 50, 52, 58 + nakijken  
ster: 51, 55, 58 + nakijken
  • huiswerk: 53, 54, 59 + nakijken
  • verlengde instructie

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
maken 53, 54, 59 + nakijken en insturen via teams

Slide 23 - Tekstslide