a. Herleid de formule K = 3,25 * log(M) - 0,30 tot de vorm
K = log(aMb)
Rond a af op twee decimalen
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld
b. Herleid de formule N = 2log(96x3) tot de vorm
N = p + q * 2log(x).
Rond p af op twee decimalen.
Slide 8 - Tekstslide
Aan het werk...
vierkant: 49, 50, 52 + nakijken
cirkel: 49, 50, 52 + nakijken
ster: 51, 55 + nakijken
huiswerk: 53, 54 + nakijken
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Rekenregels en vergelijkingen
In opgave 56 heb je de vergelijking log(x) + log(5) = 2 exact opgelost door het linkerlid tot één logaritme te herleiden en vervolgens te gebruiken dat glog(A) = B geeft A = gB.
Soms is het handiger om toe te werken naar de vorm glog(A) = glog(B).
Je gebruikt dan:
Slide 10 - Tekstslide
Rekenregels en vergelijkingen
glog(A) = glog(B) geeft A = B
Zo los je de vergelijking 3log(8x) - 3log(2) = 3log(x + 1) als volgt op.
3log(8x) - 3log(2) = 3log(x + 1)
3log(8x/2) = 3log(x + 1)
3log(4x) = 3log(x + 1)
Slide 11 - Tekstslide
Rekenregels en vergelijkingen
4x = x + 1
3x = 1
x = 1/3
Als je de rekenregels voor logaritmen gebruikt bij het oplossen van vergelijkingen, moet je controleren of de gevonden waarden voldoen.
Slide 12 - Tekstslide
Aan het werk...
vierkant: 49, 50, 52, 58 + nakijken
cirkel: 49, 50, 52, 58 + nakijken
ster: 51, 55, 58 + nakijken
huiswerk: 53, 54, 59 + nakijken
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Aan het werk...
Maak de volgende opgaven voor een kruisje (snipperen)