Examenvoorbereiding: Rekenen

Examenvoorbereiding rekenen 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examenvoorbereiding rekenen 

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Procenten
  • Verhoudingen en factoren 

Slide 2 - Tekstslide

Procenten
1. Hoeveel procent is 76 van 174?


2. Hoeveel is 23,3% van 765?


deel=100procentgeheel
procent=17476100=43,7
deel=10023,3765=178
procent=geheeldeel100

Slide 3 - Tekstslide

Procenten
3. Een hoeveelheid neemt toe van 43 tot 76. Hoeveel procent is de toename?




relatieveverandering=oudnieuwoud100
relatieveverandering=437643100

Slide 4 - Tekstslide

Procenten
4. Een hoeveelheid van 175 neemt met 13% toe. Hoeveel is de nieuwe hoeveelheid? 


100% +13%=113%
113%:100%=1,13 



nieuw=vermenigvuldigingsfactoroud
nieuw=1,13175=198

Slide 5 - Tekstslide

Procenten
5. Een hoeveelheid neemt met 11% toe tot 1879. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid?







oud=1,111879=1693
oud=vermenigvuldigingsfactornieuw

Slide 6 - Tekstslide

Procenten
6. Een hoeveelheid van 378 is 43% van het totaal. Hoeveel is het totaal?




Mag ook met verhoudingstabel.



geheel=(procent:100)deel
deel=100procentgeheel
geheel=0,43378=879

Slide 7 - Tekstslide

Verhoudingen en factoren
Verhoudingen
De verhouding 50:125 is te vereenvoudigen tot 2:5. 
Om een bedrag te verdelen in de verhouding 2:5 bereken je 2+5=7. 
In totaal heb je dus 7 stukken. 
Dan bereken je 2/7 deel en 5/7 van het bedrag. 

Oefening
Verdeel €27,50 in de verhouding 3:8. 
3+8=11
                                   en   
11827,50=20,00
11327,50=7,50

Slide 8 - Tekstslide

Minitoets 
a. Schrijf het getal 53,6 miljard in de wetenschappelijke notatie. 
b. Bereken 5,3% van 0,712 en schrijf het antwoord in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 2 decimalen. 
c. De kans om de hoofdprijs te winnen is 1 op de 50 miljoen. Schrijf deze kans als getal in de wetenschappelijke notatie.
d. Een kamer heeft een oppervlakte van 10,4 m2. Wat is dan de oppervlakte in cm2
e. Johan doet over een afstand van 12km 1 uur, 10 minuten en 25 seconden. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h. Rond je antwoord af op 1 decimaal. 
f. Als je 100 km/h per uur rijdt, wat is dan je snelheid in m/s? Rond af op 1 decimaal. 
g. Hoeveel uren, minuten en seconden is 4,12 uur? 

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden minitoets
Vragen minitoets

Slide 10 - Tekstslide

H5A - Z.S. 
Hoe?
Zelfstandig 
Hoe lang?
Tot de instructie van H1A. 
±15 minuten
Wat?
Weektaak 6:
§12.1: 3,5,6,7,8
§12.2: 10,11,12,13
§12.3: 16,17,19,20
§12.4: 23,24,25,27
§12.5: 31,32,33,35 
Rekenen 156 t/m 159: 
Vaardigheden: 1,4, 5 
Examenopdrachten: 6,8 
Klaar?
Weektaak nakijken 

Slide 11 - Tekstslide