Spelling les 2

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: enquête maken via de mail
Neem voor je:
Je leesboek, Nieuw Nederlands boek en je laptop
timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: enquête maken via de mail
Neem voor je:
Je leesboek, Nieuw Nederlands boek en je laptop
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? 
1. Mededelingen
2. Lesdoelen
3. Herhaling hoofdletters en leestekens
4. Laatste letter -d of -t
5. Aan de slag
6. Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wanneer ik een hoofdletter gebruik.
2. Ik weet welke leestekens er zijn en wanneer ik die moet gebruiken.
3. Ik weet wanneer ik een -d of een -t op het eind gebruik.

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling hoofdletters
Een tekst wordt leesbaar als je hoofdletters gebruikt.
Schrijf een hoofdletter:
- Aan het begin van elke zin
- Bij namen (voornamen, achternamen, straten)
- Bij woorden die van namen zijn afgeleiden

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdletter bij: 
Personen
Bedrijven
Instellingen
Merken
Wetten
Boeken
Aardrijkskundige plaatsen
Talen
Dialecten
Volken
Feestdagen
Historische gebeurtenissen

Slide 6 - Tekstslide

Leestekens
Een punt: je eindigt een gewone zin met een punt.
Een vraagteken: je eindigt een vragende zin met een vraagteken.
Een uitroepreken: je eindigt een uitroep met een uitroepteken.

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 3 en 4 van blz. 222
&
Opdracht 2, 4 en 5 van blz. 224-225

Slide 8 - Tekstslide

Laatste letter -d of -t
Met de verlengproef weet je welke letter je moet gebruiken.
Is het woord een persoonsvorm?
Nee? Dan maak je het langer door er -e, -en of -eren achter te zetten.
Hoor je een -t? Schrijf een -t. Hoor je een -d? Schrijf een -d.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden
Laat in de avond of laad in de avond: late -> laat
Bood in de haven of boot in de haven: boten -> boot
De kleur is rood of de kleur is root: rode -> rood
Mijn tand is wit of mijn tant is wit: tanden -> tand

Slide 10 - Tekstslide

In stilte werken
Maak: 
Opdracht 1, 2, 3 en 5 van blz. 226-227. Klaar? Ga aan de slag in Numo.
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wanneer ik een hoofdletter gebruik.
2. Ik weet welke leestekens er zijn en wanneer ik die moet gebruiken.
3. Ik weet wanneer ik een d of een t op het eind gebruik.

Slide 12 - Tekstslide

Numo
Ga aan de slag met spelling.
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 1, 2, 3 en 5 van blz. 226-227.
20 minuten werken in Numo.

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
Wat ging er goed deze les?
Wat kan er de volgende keer beter? 
Wat heb ik geleerd?

Slide 15 - Tekstslide