Formules korter schrijven

Wat gaan we vandaag doen?‎
Proefwerk bespreken
Lesson-up letterformules
Maken opdrachten

1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?‎
Proefwerk bespreken
Lesson-up letterformules
Maken opdrachten

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste rekenvolgorde?
A
haakjes, machten, keer/delen, plus/min
B
machten, haakjes, keer/delen, plus/min
C
haakjes, machten, plus/min, keer/delen
D
machten, haakjes, plus/min, keer/delen

Slide 2 - Quiz

Variabele
  • Variabele is het getal dat steeds kan veranderen
    (de woorden of letters in de formule)

  • Inkomsten in € = 4,50 + 3,43 x aantal minuten
     Variabelen zijn?

Variabelen zijn: inkomsten in en aantal minuten

Slide 3 - Slide


Wat zijn de variabelen in de formule?
A
aantal km en 0,4
B
inhoud in liters en 1000
C
inhoud in liters en aantal km
D
1000 - 0,4

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide


Hoe kun je deze formule korter schrijven?
A
I = 1000 - a 0,4
B
I = 1000a - 0,4
C
I = 1000 - 0,4a
D
I = 1000 - 0,4 - a

Slide 7 - Quiz

hoe zou de letterformule kunnen worden bij:
aantal lucifers= 1 + 4×nummer
A
a = 4 x n + 1
B
a = 1+4×n
C
a = 5n
D
a + 1 = 4×n

Slide 8 - Quiz

Maak van deze woordformule een letterformule.

afstand = 10 + tijd x 6
A
t = 10 + 6 a
B
10 + 6 x 5 = 40
C
a = 10 + 6 t
D
16 t = a

Slide 9 - Quiz

a = 10 + 6 t

a = afstand in meters, en t = tijd in seconden. Wat is de afstand na 3 seconden?‎
A
16 meter
B
18 meter
C
4 meter
D
28 meter

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Hoeveel termen en hoeveel verschillende variabelen zie je hier:
3x + x + 4 + 2
A
4 termen, 2 variabele
B
4 termen, 1 variabele
C
3 termen, 2 variabelen
D
2 termen, 1 variabele

Slide 12 - Quiz

y=3x+2
Hoeveel is y als x is 2?‎
A
6
B
5
C
8
D
10

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!
Maken opdracht 5 en 6 van paragraaf 10.1 
en 7 t/m 10 van 10.2

Slide 14 - Slide