This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Ontwikkeling 3.5.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
De student kent de begrippen van de taalontwikkeling en gebruikt deze bij het beschrijven van de taalontwikkeling bij kinderen/jongeren van 5 – 21 jaar (woordenschat, woordbegrip, functioneel taalgebruik, etc.. )
De student weet hoe de taalontwikkeling van het kind/ de jongere van 5 -21 jaar verloopt.
De student geeft voorbeelden bij de verschillende fases van de taalontwikkeling van oudere kind.
De student weet globaal hoe de taalontwikkeling bij meertalige kinderen verloopt.
Slide 3 - Slide
Taalontwikkeling 5-21 jaar
5 - 9 jaar
verhalen vertellen
10 - 12 jaar
meer zeggen met taal
12 - 21 jaar
functioneel taalgebruik
Slide 4 - Slide
5 - 9 jaar
Maken goede zinnen, kunnen woorden vervoegen
Onder 6 jaar makkelijk een tweede taal leren
Ontwikkelingsstotteren: Vanaf 7 jaar sneller denken dan praten
taalcultuur: eigen taal ontwikkelen
Slide 5 - Slide
10 - 12 jaar
gesproken taal: verwoorden wat je denkt (informatie, mening)