11 okt 3K

11 oktober 3 vmbo-kader
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

11 oktober 3 vmbo-kader

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoelen
  • Leerdoel vorige week checken
  • Leesvraag
  • Lezen
  • Leesvraag
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg tekstverbanden
  • Zelf werken aan Meer dan lezen 
  • Tijdens het zelf werken uitleg over PVTT
  • Bespreken opdrachten Meer dan lezen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan signaalwoorden uit een tekst halen.

  • Ik kan de juiste tekstverbanden bij de signaalwoorden benoemen.  

  • Ik kan werkwoorden in de persoonsvorm verleden tijd goed vervoegen.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Vorige week

  1. Lucie ................ (koken) gisteren een overheerlijke pasta. VT
  2. Mehmet ................... (beloven) een mooi cadeau. VT
  3. Eline ................ (juichen) bij het winnende doelpunt! VT

Slide 4 - Slide

Leesvraag
Schrijf kort op in je schrift wat je de afgelopen week hebt gelezen. Gebruik een half blaadje. 

Slide 5 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Leesvraag

Slide 7 - Slide

Huiswerk bespreken
Stencil par. 8 Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden opdr 1 t/m 3
Leesopdracht vragen 9 t/m 13

Slide 8 - Slide

Uitleg tekstverbanden
Zes tekstverbanden en signaalwoorden

  • Opsomming: ten eerste, ten tweede, ook, verder.
  • Tijdsvolgorde(chronologie): vroeger, later, nu, eerst, daarna.
  • Voorbeeld of uitleg: bijvoorbeeld, zoals, denk aan.
  • Tegenstelling: maar, echter, toch.
  • Oorzaak-gevolg: doordat, daardoor, dat komt door.
  • Conclusie: dus, daarom, kortom, al met al.

Slide 9 - Slide

Zelf werken
Cursus 1 Meer dan lezen par. 1 
Opdrachten 1 en 2
Bespreken PVTT

Slide 10 - Slide

Bespreken opdrachten

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan signaalwoorden uit een tekst halen.

  • Ik kan de juiste tekstverbanden bij de signaalwoorden benoemen.  

  • Ik kan werkwoorden in de persoonsvorm verleden tijd goed vervoegen.

Slide 12 - Slide

Leerdoelen checken



Schrijf zo veel mogelijk, in ieder geval drie, tekstverbanden op.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Mind map


Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide