MH basis

Toets vragen
Reflecteren
Evalueren
Feedback vaardigheden
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Toets vragen
Reflecteren
Evalueren
Feedback vaardigheden

Slide 1 - Slide

Wat is reflecteren?
A
Kijken naar hoe iets is gegaan.
B
Kijken naar je eigen handelen.
C
Kijken naar of het doel is behaald.
D
Kijken naar of je een taak uitvoert

Slide 2 - Quiz

Wat is evalueren?
A
Evalueren is kijken of je het doel/de taak hebt behaald en het resultaat hiervan beoordelen.
B
Evalueren is kijken hoe je hebt gehandeld en hoe de organisatie is verlopen.
C
Evalueren is kijken naar wat je een volgende keer anders en beter moet aanpakken.
D
Evalueren is kijken naar je eigen handelen en wat daarin een volgende keer anders kan.

Slide 3 - Quiz

Wat is feedback?
A
Feedback is tegen de ander zeggen hoe hij/zij functioneert, als diegene iets verkeerd doet
B
Feedback is gevraagd of ongevraagd commentaar op iemands handelen geven.
C
Feedback is samen met de ander kijken naar hoe bijvoorbeeld een activiteit is verlopen.
D
Feedback is een ander beoordelen op hoe hij/zij zijn/haar werk doet.

Slide 4 - Quiz

Waar leren mensen het meest van?
A
Van alle feedback en kritiek, omdat je daarmee de ander altijd helpt om te weten wat wel en wat niet goed is gegaan.
B
Van alles wat je tegen de ander zegt, omdat je daarmee de ander altijd helpt om te weten wat wel en wat niet goed is gegaan.
C
Van negatieve feedback, omdat je hiermee aan de ander uitlegt wat hij/zij beter kan doen in de toekomst.
D
Van positieve feedback, omdat je hiermee de ander motiveert en stimuleert om in de toekomst hetzelfde gedrag te laten zijn.

Slide 5 - Quiz

Waar staan de 4 G’s voor bij het geven van effectieve feedback?
A
Gedrag, gevoel, gevolg, gewenst
B
Gedrag, gevoel, gevolg, gedaan.
C
Gedrag, gevoel, gedaan, gewenst.
D
Gedrag, gevoel, gevaar, gewenst.

Slide 6 - Quiz

Waarom is het belangrijk om te kunnen reflecteren?
A
Reflecteren helpt je om een fout niet nog een keer te maken
B
Reflecteren helpt je om je meer open te stellen naar anderen.
C
Reflecteren draagt bij aan het ontwikkelen van je zelfbeeld en houding.
D
Reflecteren draagt bij aan het beter kunnen doen van je werk als (persoonlijk) begeleider.

Slide 7 - Quiz

Bij evalueren gaat het niet om?
A
Het beoordelen van de resultaten van acties.
B
Het kijken naar de eventuele storende factoren die een rol hebben gespeeld.
C
Conclusies trekken voor de werkwijze in soortgelijke situaties.
D
Het kijken naar het effect van je eigen handelen in een bepaalde situatie.

Slide 8 - Quiz

Wanneer spreken we van feedback op inhoudsniveau?
A
Bij feedback op inhoudsniveau gaat het over hoe de inhoud van de boodschap ontvangen moet worden.
B
Bij feedback op inhoudsniveau gaat het over de inhoud van de taak en het handelen.
C
Bij feedback op inhoudsniveau gaat het over het gedrag van de ander en de manier hoe iets gezegd wordt.
D
Bij feedback op inhoudsniveau gaat het over de inhoud van de informatie, over wat er gezegd wordt

Slide 9 - Quiz

Wanneer spreken we van feedback op betrekkingsniveau?
A
Bij feedback op betrekkingsniveau gaat het over hoe de inhoud van de boodschap ontvangen moet worden
B
Bij feedback op betrekkingsniveau gaat het over de relatie tussen zender en ontvanger.
C
Bij feedback op betrekkingsniveau gaat het over het gedrag van de ander en de manier hoe iets gezegd wordt.
D
Bij feedback op betrekkingsniveau gaat het over de inhoud van de informatie, over wat er gezegd wordt.

Slide 10 - Quiz

Welke stappen horen bij het ontvangen van feedback?
A
a. Actief luisteren, toelichting of verduidelijking vragen, de feedback beoordelen, nadenken over wat gezegd is, iets met de feedback doen.
B
Actief luisteren, toelichting of verduidelijking vragen, de feedback waarderen, nadenken over wat gezegd is, iets met de feedback doen.
C
Actief luisteren, vragen stellen die je zelf hebt, de feedback waarderen, vragen stellen over wat gezegd is, iets met de feedback doen.
D
Actief luisteren, vragen stellen die je zelf hebt, de feedback beoordelen, vragen stellen over wat gezegd is, iets met de feedback doen.

Slide 11 - Quiz