P3 - les 2 - 7 februari 2023

Les 2 - periode 3 - 7 februari 2023
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2 - periode 3 - 7 februari 2023

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
- Korte terugblik op de vorige les 
TENER - TENER QUE

- Nieuwe woordenschat leren m.b.t. CV
- (gespreks)oefeningen m.b.t. je CV

Slide 2 - Slide

Tener (=hebben)    Tener que (=moeten)
+ zelfstandig naamwoord               -               + werkwoord

Tengo dieciséis años.                                              Tengo que ir (=gaan) a la escuela.
Tenemos un perro.                                                    Tienes que estudiar bien.
¿Tienes un carro nuevo?                                         Tenemos que hablar menos.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vocabulario nuevo
We gaan deze les werken aan het ons eigen maken van nieuwe woordenschat. We leren woorden die te maken met het kunnen opstellen van je CV. Denk hierbij aan woorden voor:
- naam, adres, woonplaats, vaardigheden, taal, kennis, etc.

Check in Teams de link naar Quizlet 
timer
7:00

Slide 5 - Slide

Ejercicio 2 (página 5)
Wat is het doel van de vragen (=preguntas)? Wat wil je te weten komen?
Maak de juiste verbinding tussen de vraag en een passend antwoord.


timer
5:00

Slide 6 - Slide

Ejercicio 3 y 4 (página 5)
Wat is een zelfstandig naamwoord?  Hoe herken je dat in het Spaans?
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Hoe herken je een Spaans werkwoord?

--> Zoek onbekende woorden op (of help elkaar als je in tweetallen werkt)!!
timer
8:00

Slide 7 - Slide

Ejercicio 3 (pág 5)
Zelfst. nmw.
Bijv. nmw.
Ww (vorm)
el teléfono
nuevos
tienes (jij-vorm van tener)
el apellido
espontánea
son (6e p van 'ser')
la experiencia
simpático
el trabajo
rápido
el ordenador

Slide 8 - Slide

Ejercicio 4 (pág. 5)
  1. teléfono
  2. el ordenador
  3. simpático
  4. espontánea
  5. tienes
  6. el apellido
  7. son
  8. la experiencia

Slide 9 - Slide

Curriculum Vitae
Wat is een CV?
Welke dingen schrijf je daar allemaal in?

EJERCICIO 5: Vul je eigen CV in (in het Spaans). Vertaal ook de Spaanse woorden uit kolom 1

Slide 10 - Slide

Ejercicio 5
Nombre = naam
Apellido = achternaam
Edad = leeftijd
Domicilio = woonplaats
Experiencia laboral = werkervaring 
Estudios = studie
--> Welke vragen kun je hierover stellen??

Slide 11 - Slide

Ejercicio 5
Idiomas = talen (die je spreekt)
Número de teléfono = telefoonnummer
Correo electrónico = emailadres
Habilidades = vaardigheden
Pasatiempos = hobby's

--> Welke vragen kun je hierover stellen?? 

Slide 12 - Slide

Los deberes (=het huiswerk)
  1. Maak oefening 5 & 6 --> Vul de juiste antwoorden in
  2. Leer de woordenschat m.b.v. Quizlet (de link staat in de klassen chat van Teams)

Slide 13 - Slide