Les 5.8.1 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Klas 1 KGT - 5.8.1 Spelling

Vandaag in deze les:

Stillezen

Lesafspraken

Terugblik

Lesdoel

Huiswerk bespreken

Instructie

Aan de slag

Stillezen

Pak je leesboek, stripboek, etc.

Lesafspraken:

• Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
• Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
• Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
• Bij samenwerken werk je zachtjes
• Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
• Tassen op de grond, petten/mutsen/jassen/telefoon in kluisje
• Geen eten/drinken/kauwgom

Terugblik

• Hoofdstuk 1 t/m 4 afgerond
  
• Toets 4 is afgerond
• Paragraaf 5.3 - 5.5 - 5.7

Spelling:

Lesdoel: In deze paragraaf leer je;

• hoe je een voltooid deelwoord goed spelt.
• hoe je bijvoeglijk naamwoorden goed spelt.
• hoe je trappen van vergelijking maakt.
• tien dicteewoorden.

Huiswerk bespreken

• We kijken een aantal opdrachten na m.b.v. de online methode.

Instructie

• Ga in je lesboek naar H 5.8 Spelling. (162)
• Opdracht 1 is een instapopdracht:
• Zet de woorden tussen haakjes in de juiste vorm.
• kies voor als/dan door te omcirkelen.

Aantekening

Voltooid Deelwoord 163 (VD)

Is nooit enige ww in de zin: vorm van hebben - zijn - worden. Het

vd staat vaak achteraan in de zin. Vd begint vaak met ge-. Kan ook beginnen met be-, ver-, ont-, er- of her-.

Vd van zwakke ww eindigen op -d of -t. Je kunt het woord langer maken of 't K o F S CH i P  X gebruiken.

Vd van sterke ww eindigen meestal op -en.    Filmpje

Aantekening

Aan de slag:

• Maken in lesboek:
• opdr. 4 - 5 (164) - 6 - 8 (165) - 9 (166) 
• Deze opdrachten zijn het huiswerk voor de volgende les.

Bedankt voor jullie aandacht

Huiswerk bespreken

• 5a) e.a.
• 5b) met mate - crème - regelmatig - uiteindelijk

Aantekening

• Ze/zij of hun?
• Hun is wel een voornaamwoord, maar nooit het onderwerp van een zin.
• Zij hebben hun huis verkocht.

Huiswerk bespreken:

• 1 patiënt = zieke
• 2 voorschrift = recept
• 3 langdurig = chronisch
• 4 naam geven aan een ziekte = diagnose
• 5 ontsteking = infectie
• 6 verdoving = narcose