2h4 - di101023

1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger 
  • Corriger
  • Au travail
  • Les devoirs

But: in het Frans kunnen zeggen van wie iets is, dmv een bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Slide

Enkelvoudsvormen
mijn
jouw
zijn/haar
mannelijk
mon
ton
son
vrouwelijk
ma
ta
sa
meervoud
mes
tes
ses

Slide 3 - Slide

Meervoudsvormen
enkelvoud
meervoud
ons/onze
notre
nos
uw/jullie
votre 
vos
hun
leur
leurs

Slide 4 - Slide

Interroger
1. alle vertalingen van 'mijn'
2. alle vertalingen van 'zijn/haar'
3. alle vertalingen van 'ons/onze'
4. alle vertalingen van 'hun'

Slide 5 - Slide

Interroger
C'est ... père (mijn)

Slide 6 - Slide

Interroger
C'est mon père (mijn)

Slide 7 - Slide

Interroger
C'est ... père (jullie)

Slide 8 - Slide

Interroger
C'est votre père (jullie)

Slide 9 - Slide

Interroger
Ce sont ... amies (jouw)

Slide 10 - Slide

Interroger
Ce sont tes amies (jouw)

Slide 11 - Slide

Interroger
Ce sont ... amies (onze)

Slide 12 - Slide

Interroger
Ce sont nos amies (onze)

Slide 13 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
Dat is mijn neef. 
Zij zag haar buren lopen. 

  • Bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. (mijn, jouw, hun)

Slide 14 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
C'est mon père
C'est ma mère
Ce sont mes parents

  • In het Nederlands kijk je alleen naar van wie iets is
  • In het Frans kijk je ook naar het geslacht van het woord erachter (mnl, vrl, mv)

Slide 15 - Slide

Enkelvoudsvormen
mijn
jouw
zijn/haar
mannelijk
mon
ton
son
vrouwelijk
ma
ta
sa
meervoud
mes
tes
ses

Slide 16 - Slide

Enkelvoudsvormen
Attention!

  • C'est ma amie       c'est ma amie       c'est mon amie
  • Bij stomme h/klinker en vrouwelijk woord, altijd de mannelijke vorm


Slide 17 - Slide

Enkelvoudsvormen
Attention!

  • C'est son copain        het is zijn vriend
                                        het is haar vriend

Son/sa/ses kan zowel zijn als haar betekenen.
Goed kijken naar de rest van de zin!

Slide 18 - Slide

Meervoudsvormen
enkelvoud
meervoud
ons/onze
notre
nos
uw/jullie
votre 
vos
hun
leur
leurs

Slide 19 - Slide

Corriger ex. 30 - 32
30ade
31abd
Fini? Exercice 32 et 33

Slide 20 - Slide

Corriger ex. 30 a
  1. Olivier is mijn broer
  2. Olivia is mijn zus

Slide 21 - Slide

Corriger ex. 30 d
  1. Le: voyage
  2. La: tante, piscine, famille
  3. Les: vacances, amis

Slide 22 - Slide

Corriger ex. 30 e
  1. tes
  2. mon
  3. ma
  4. sa
  5. sa
  6. ta 

Slide 23 - Slide

Corriger ex. 31 
  1. notre
  2. ma
  3. leur
  4. sa
  5. ton 
  6. vos

Slide 24 - Slide

Corriger ex. 31 b
  1. ton père
  2. ma mère
  3. son frère
  4. son frère
  5. tes amis
  6. mes amis
  7. votre hotel
  8. notre hotel

Slide 25 - Slide

Corriger ex. 31 d
  1. mon séjour
  2. ai eu ma tente
  3. ai été avec mes amis
  4. avons rencontré nos cousins français
  5. avons parlé de notre famille

Slide 26 - Slide

Extra oefenen 
  • En silence 
  • Fini? Leer blokje E en F 
timer
15:00

Slide 27 - Slide

Les devoirs
Vendredi 6 octobre

Apprendre: voorbereiden rep hf 1
Faire: - 




Slide 28 - Slide