Les 2 Reiniging en desinfectie 22B

Les 2 Reiniging en desinfectie
1 / 41
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Les 2 Reiniging en desinfectie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderwerpen Reiniging en desinfectie
Les 1/2: Soorten vuil en reiniging
Les 2: Reinigingsmiddelen en veiligheid
Les 3: CIP


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Lesdoelen
  • Theorie Louis CIP
  •  Aan de slag!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Jij:
  • Kunt uitleggen wat het doel van reiniging en desinfectie is.
  • Kunt de soorten vuil benoemen en herkennen.
  • Kunt de sinnersecirkel uitleggen
  • Kan uitleggen hoe de reiniging wordt gecontroleerd.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Herhaling

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke reinigingsmiddelen zorgen voor het verwijderen van vetten en eiwitten?
A
Zure reinigingsmiddelen
B
Neutrale reinigingsmiddelen
C
Basische reinigingsmiddelen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke reinigingsmiddelen zorgen voor het verwijderen van zouten zoals kalk?
A
Zure reinigingsmiddelen
B
Neutrale reinigingsmiddelen
C
Basische reinigingsmiddelen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

In welke verschillende groepen kunnen we vuil indelen?

Slide 8 - Open question

-Grof vuil
-Organisch vuil
-Anorganisch vuil
-Micro-organismen
Uit welke 4 onderdelen bestaat de sinnerse cirkel?

Slide 9 - Open question

Temperatuur, Arbeid (kracht), chemie (reinigingsmiddelen), Tijd,
Reiniggingsschijf van 4 (sinnerse cirkel)
  • Tijd
  • Arbeid (kracht) (hoge druk, borstel, schuurspons)
  • Chemie (dosering en middel)
  • Temperatuur

Goede reiniging --> alle 4 de factoren optimaal.
Binnen een reiniging kunnen factoren gecompenseerd worden.

Slide 10 - Slide

Daarnaast hebben ook soort vervuiling en mens grote invloed.

Wanneer één van de vormen van energie, bijvoorbeeld de thermische energie, minder
is (lagere temperatuur), dan zal het reinigend effect ook minder zijn. Om toch een
goed reinigend effect te bereiken, moet meer van één van de andere vormen van
energie worden toegepast. Bij een lagere temperatuur zal bijvoorbeeld de
mechanische kracht of de chemische energie verhoogd moeten worden. In de zogenaamde Sinnerse cirkel zijn de vier factoren die het effect van een reiniging
bepalen, samen weergegeven.
Les 2 Reiniging en desinfectie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Desinfecteren


Doel:
Het doden van micro-organismen die na de reiniging
 nog zijn achtergebleven.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen reinigen en desinfecteren?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Waarom kan je niet goed desinfecteren als er niet goed gereinigd is?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Reinigingsmiddelen
Er zijn 3 groepen reinigingsmiddelen te onderscheiden:

  • Zure reinigingsmiddelen => zouten, bijv. kalk
  • Basische reinigingsmiddelen => vetten en eiwitten
  • Neutrale reinigingsmiddelen = oppervlakte - actieve stoffen voor milde verwijdering vetten

Slide 16 - Slide

neutraal pH van 7, soms iets groter
zuur = Ph onder de 7. 0-4 zijn sterke zuren en 4 tot 7 zijn zwakke zuren

basisch = hoger dan pH 7. sterke  zwakke 7- 10 en 10-14 zijn sterk basisch

 Zuren zijn stoffen waarvan de moleculen na oplossen in water uit elkaar vallen in positieve en negatieve deeltjes.
Geladen deeltjes noemen we ionen. Het uit elkaar vallen of splitsen in geladen deeltjes (H+ -ion) heet ionisatie. Bij een zuur is het positieve ion is altijd een H+ -ion. Dit deeltje is verantwoordelijk voor de zure smaak en de reinigende eigenschappen. Het negatieve
zuurrest-ion ion, ook zuurrest-ion genoemd, is voor elk zuur anders. 
Zuur is gelukkig niet alleen te proeven maar ook te meten. Er is een getallenschaal zuurgraad ontwikkeld, waarmee de zuurgraad van een oplossing wordt aangegeven. De getallen pH-waarden op deze schaal worden pH-waarden genoemd. Deze waarde kan met een pH-meter
worden gemeten. Zuiver water is neutraal; het heeft een pH van 7.

❑ REINIGINGSMIDDELEN 
Basische reinigingsmiddelen
Bij het schoonmaken worden veel verschillende producten gebruikt. We weten inmiddels dat een aantal reinigingsmiddelen zuur bevat. Een ander middel dat al heel lang in het huishouden gebruikt wordt, is soda. De chemische naam hiervan is natriumcarbonaat (Na2CO3).
In de formule van soda komt geen waterstofatoom voor. Hieruit kunnen we
concluderen dat natriumcarbonaat geen zuur is. 

Basen zijn stoffen die de door een zuur afgesplitste waterstof-ionen kunnen opnemen. We zullen dit laten zien aan de hand van een veel gebruikt loog: natriumhydroxide. Bij het oplossen van natriumhydroxide vallen de moleculen eerst uiteen in natrium-ionen en hydroxide-ionen. De oplossing
die ontstaat, heet natronloog.
Wanneer we zoutzuur toevoegen aan natronloog, neemt het hydroxide-ion (OH-het H+-ion op. Bij deze reactie (figuur 5.22) ontstaat water en een oplossing van
keukenzout (natriumchloride).


Wanneer we opnieuw de pH-schaal raadplegen, kunnen we het volgende zeggen:
– een overschot aan H+-ionen geeft een zure oplossing met een lage pH;
– een overschot aan OH-
-ionen geeft een basische oplossing met een hoge pH.
Nu je meer weet van zuren en basen, heb je het gereedschap om de keuze van reinigingsmiddelen voor bijvoorbeeld het product melk te begrijpen. Melk bestaat voor 87% uit water.

Melk is zeer aan bederf onderhevig; het aantal micro-organismen in de melk (het
kiemgetal) is bepalend voor de kwaliteit. Eiwit en vet, afkomstig uit melk die
achterblijft in tanks en leidingen, zijn moeilijk te verwijderen. Het meest geschikte reinigingsmiddel daarvoor is een sterk basische oplossing. Basische stoffen hebben naast de eigenschap dat ze H+-ionen kunnen opnemen, nog een andere belangrijke eigenschap. Ze kunnen sommige grote moleculen splitsen in kleinere moleculen. Grote
moleculen, die vaak slecht oplosbaar zijn, worden daarbij omgezet in kleine moleculen die wel oplosbaar zijn in water.
Een voorbeeld van een dergelijke reactie is de splitsing van vet (figuur 5.25).
Het gebruik van een basisch reinigingsmiddel alleen is bij melk echter niet voldoende. Het calcium in de melk zorgt namelijk voor de vorming van melksteen. Melksteen is het best te verwijderen met een zuur reinigingsmiddel. Je kunt dit vergelijken met het ontkalken van het koffiezetapparaat met schoonmaakazijn. In de praktijk wordt daarom vaak na een aantal dagen basisch reinigen één keer met zuur gereinigd. 
Oppervlakte actieve stoffen
  • Waterminnend en waterafstotend deel
  • Verlaagt oppervlakte spanning. 
  • Betere bevochtiging.

Slide 17 - Slide

waterminnend deel = polair
waterafstotend= apolair 

zie afbeelding. niet helemaal glad oppervlakte. reinigen met water, water komt er langs en niet in het gat, door de oppervlaktespanning. Wel reinigen en dit doe je door de oppervlaktespanning te verlagen. 3e afbeelding. 
vet mengt niet met water, dus stof nodig waardoor vet kan mengen met water en dat kan ook door oppervlakte actieve stoffen.


Doordat eiwitten bij hoge temperaturen coaguleren (samenballen) en vastkoeken, vindt de reiniging meestal plaats bij een gematigde temperatuur van 70 à 85 °C.

 Belangrijk is dat we weten dat oppervlakte-actieve stoffen een reinigende werking hebben. We
weten dat vetten en oliën zo afkerig zijn van water, dat ze water afstoten. 
Ook een ingevette naald die voorzichtig op het wateroppervlak wordt gelegd, blijft drijven ondanks zijn grotere soortelijke massa.
Beide verschijnselen worden veroorzaakt door de oppervlaktespanning van water.
Kennelijk verlaagt het afwasmiddel de oppervlaktespanning
Druppelmunt proefje
  • Vraag 1: Hoeveel druppels denk je dat er op de munt passen?
  • Doe zoveel mogelijk druppels op de munt
  • Vraag 2: Hoeveel druppels pasten er op de munt?
  • Vraag 3: Wat is er gebeurd op de munt?
  • Vraag 4: Hoe denk je dat dit komt?
  1. Doe een klein laagje water in het glas
  2. Houd het rietje in het glas water
  3. Houd je duim op het rietje
  4. Houd het rietje met je duim erop boven de munt
  5. Laat door je duim iets op te tillen druppels op de munt vallen

Slide 18 - Slide

eventueel ook proefje met punaise en afwasmiddel

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Emulgator

Slide 20 - Slide

zijn dus oppervlakte actieve stoffen. 

olie schudden en lijkt gemengd. 
vet is lichter dan water. in de industrie willen wel een olie in water emulsie. of bij reinigen goed schoonmaken. de olie blijft anders drijven en achter. 

vet opknippen in kleine deeltjes en dan uitleg afbeelding
Eisen aan desinfectiemiddelen
  • Schadelijk voor zoveel mogelijk micro-organismen​
  • Ongevaarlijk voor de mens​
  • Weinig corrosief
  • Biologisch afbreekbaar​
  • Goed kunnen doordringen in kieren en naden ​
  • ​Moet goedgekeurd zijn voor levensmiddelen (N-nummer)

Slide 21 - Slide

In de praktijk kiezen voor het meest ideale compromis!

zijn vastgesteld in de wetgeving. 
 

Soorten desinfectie
  • Circulatie desinfectie
  • Stilstaande desinfectie
  • Sproei desinfectie
  • Stoom desinfectie

Slide 22 - Slide

Circulatie desinfectie: CIP, altijd gecombineerd met reiniging. enkele minuten met een lage concentratie. de desinfectie wordt vaak meedere malen gebruikt. 

Stilstaande desinfectie: materialen in een bak onderdompelen of apparaat onderdompelen. is geschikt voor losse materialen of gereedschap

Sproei desinfectie: als  CIP of stilstaande desinfectie niet mogelijk zijn zoals bij vloeren, muren, apparatuur, de te desinfecteren oppervlakten moeten droog zijn anders verdunt het desinfectiemiddel te veel. 

Stoom desinfectie: steriliseren. afdoding mo alleen door hitte. blangrijk: alles moet met de stoom in aanraking komen en de tijd moet lang genoeg zijn. geen onderdruk ontstaan bij koelen met steriele lucht.  (100%  afdoding, bij de andere vormen van desinfectie is dit niet haalbaar, tussen de 90 en 99%)
Gevaren van reinigings- en desinfectiemiddelen
  • Sterke zuren en sterke basische middelen zijn meer agressief.
  • Maakt sneller en beter schoon
  • Maar is gevaarlijk voor de mens 

Slide 23 - Slide

kunnen gevaar, sterker zuur of basisch is gevaarlijker. 

brandwonden etc. 
voordeel aggressieve middelen werken beter en sneller, dit zijn vaak ook de middelen die in de industrie worden gebruikt
Veiligheidsmaatregelen
  • Veilige opslagplaats
  • Automatisch werkende doseerinstalaties
  • Gebruik van doseerhulpmiddelen 
  • Gebruik van PBM`s
  • Werkvoorschriften

Slide 24 - Slide

om te voorkomen dat dit optreed worden veiligheidsmaatregeken getroffen

afgesloten opslag plaats en logen en zuren gescheiden opgeslagen en dat er pbMs worden gebruikt en nooit eten drinken of roken in die ruimtes.

vloeistofdichte vloer en afzuiging voor de opslagplaats 

gesloten systemen zoals CIP, 
en nog veel meer
Informatie op het etiket
  • Chemische naam
  • Naam +adres leverancier
  • Benaming gevaar + symbolen
  • Waarschuwingszinnen
  • Veiligheidsaanbevelingen 
Ontvlambaar
Oxiderend (brand en ontploffing veroorzaken)
Explosief
Gassen onder druk
Irriterend, sensibiliserend en schadelijk
Gevaarlijk voor het aquatsch milieu
Lange termijn gezondheidsgevaarlijk
Bijtend
Gifitig (acuut)

Slide 25 - Slide

https://www.nvwa.nl/onderwerpen/huishoudchemicalien/etiketten-en-gevaarsymbolen/betekenis-gevaarsymbolen

verplichte informatie op het etiket. chemische naam, belangrijk voor hulpverleners (consumenten verpakking)

symbolen van de gevaren. 

N en R of S zinnen dit hoeft niet meer, maar wel wat je moet doen als het mis gaat. 
Gevaren van Mengen
  • Chloorgas (zuur + chloor) zeer giftig
  • Nitreuze dampen (uit salpeterzuur)
  • Warmteontwikkeling (b.v. water bij een sterk zuur of mengen van loog en zuur)

Slide 26 - Slide

welke middeln je werkt, en dus de veiligheidsgevaar bekijken. gevaar voor het mengen, zuren met chloorhoudende producten groene geur, giftig en bijtend. ademhalingswegen permanent beschadigende.

nitreuze dampen, zeer giftig en irriteren maar kan ook pas later optreden (bruine kleur)

hitte bij mengen van loog en zuur. altijd bij verdunnen toevoegen aan koud water en niet andersom anders komt water in overmaat aan reinigingsmiddel.

eerst water en dan pas loog, anders verbranden huid en oog. 




Eerste Hulp
  • Raadpleeg altijd huisarts/ ziekenhuis
  • Verwijder verontreinigde kleding
  • Spoel met water 

Slide 27 - Slide

kan ontstaan. wat moet je dan doen.

Huisarts of 112 bellen afhankelijk van situatie;

giftige dampen: alle ramen en deuren waar mogelijk openzetten. 112 bellen voor branweer voor giftige dampen. ingeademt? 112 bellen.

slachtoffer in frisse en veilige ruimte brengen en knellende kleding losmaken.

bij brandwonden: verwijder alle verontreinigde kleding, tot op de onderbroek. ook bij dampen die er in trekken. dan spoelen chemische op huid 45 minuten. heel lang dus. oog minimaal 15 minuten.  beide gevallen bel je huisarts of 112 bij ernstige verbranding.

CIP
Cleaning In Place
afgesloten reiniging door middel van circulatie. Vaak bij gesloten systeem met veel leidingwerk. 

Slide 28 - Slide

vaak in de zuivel. 

1 centrale plaats zonder dat demontage nodig is. circulatie van vloeitstoffen en vaak volledig geautomatiseerd.  concentraties, duur temperatuur en volgrode vastgelegd in programmA

vaak hergebruik mogelijk dus water, chemicalien en energie besparen

Filmpje
Op de volgende dia`s staan twee video`s over een CIP- systeem. Let op: deze zijn in het Engels.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 30 - Video

This item has no instructions

01:13
Lye = Loog
Acid = Zuur

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Zoek op: Wat zijn de voordelen van CIP reiniging?

Slide 32 - Open question

- Veiliger voor de medewerkers
- Standaardisatie. je reinigt op ingestelde waarden '
- Hergebruik van water (vaak ook loog en zuur) dit bespaart energie en water en is milieuvriendelijker.
- Efficiënt. er zijn minder menselijke handelingen nodig zoals het (de)mondeteren van onderdelen etc. en door de vele ingebouwde controles op sterkte, temperatuur en flow wordt er niet onnodig lang gereinigd of nagespoeld
6

Slide 33 - Video

This item has no instructions

00:07
Voorspoelen
Net als bij de 3 en de 5 fasen reiniging wordt het loszittende vuil verwijderd.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

00:21
Reiniging met loog
De tweede fase van de reiniging. Reiniging met chemicaliën. Loog (pH 11). Voor het verwijderen van het organische vuil als vet en eiwitten.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

00:34
Tussen spoelen
Tussenspoelen voor het verwijderen van het loog met vuil. Want loog mag niet met zuur in aanraking komen. Vaak wordt de pH gecontroleerd. Deze moet neutraal rond de 7 zijn voordat de zuurreiniging kan starten.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

00:48
Zuur reiniging
Reiniging met zuur voor het verwijderen van anorganisch vuil als kalk. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

01:02
Naspoelen
Naspoelen van het vuile water met zuur (pH rond de 3). Vaak wordt de pH gecontroleerd tot neutraal 7. Zo weet men zeker dat al het zuur weggespoeld is.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

01:17
Desinfecteren
Na het naspoelen kan er gekozen worden om alles te desinfecteren voor het afdoden van alle micro-organismen.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Voorwaarden voor object
  • Apparatuur bestendig tegen reinigingsmiddelen
  •  Hygiënisch ontwerp apparatuur (glad, geen dode hoeken etc.)
  • Afdichtingen foodgrade en bestand tegen reiniging
  • Bestand tegen hoge temperaturen en concentratie van de middelen

Slide 40 - Slide

bestendig vaak RVS 304 of 316. 

glad want productresten mogen niet achter kunnen blijven.
Opdracht

Slide 41 - Slide

This item has no instructions