neutraal pH van 7, soms iets groter
zuur = Ph onder de 7. 0-4 zijn sterke zuren en 4 tot 7 zijn zwakke zuren
basisch = hoger dan pH 7. sterke zwakke 7- 10 en 10-14 zijn sterk basisch
Zuren zijn stoffen waarvan de moleculen na oplossen in water uit elkaar vallen in positieve en negatieve deeltjes.Geladen deeltjes noemen we ionen. Het uit elkaar vallen of splitsen in geladen deeltjes (H+ -ion) heet ionisatie. Bij een zuur is het positieve ion is altijd een H+ -ion. Dit deeltje is verantwoordelijk voor de zure smaak en de reinigende eigenschappen. Het negatieve
zuurrest-ion ion, ook zuurrest-ion genoemd, is voor elk zuur anders.
Zuur is gelukkig niet alleen te proeven maar ook te meten. Er is een getallenschaal zuurgraad ontwikkeld, waarmee de zuurgraad van een oplossing wordt aangegeven. De getallen pH-waarden op deze schaal worden pH-waarden genoemd. Deze waarde kan met een pH-meter
worden gemeten. Zuiver water is neutraal; het heeft een pH van 7.
❑ REINIGINGSMIDDELEN
Basische reinigingsmiddelen
Bij het schoonmaken worden veel verschillende producten gebruikt. We weten inmiddels dat een aantal reinigingsmiddelen zuur bevat. Een ander middel dat al heel lang in het huishouden gebruikt wordt, is soda. De chemische naam hiervan is natriumcarbonaat (Na2CO3).
In de formule van soda komt geen waterstofatoom voor. Hieruit kunnen we
concluderen dat natriumcarbonaat geen zuur is.
Basen zijn stoffen die de door een zuur afgesplitste waterstof-ionen kunnen opnemen. We zullen dit laten zien aan de hand van een veel gebruikt loog: natriumhydroxide. Bij het oplossen van natriumhydroxide vallen de moleculen eerst uiteen in natrium-ionen en hydroxide-ionen. De oplossing
die ontstaat, heet natronloog.
Wanneer we zoutzuur toevoegen aan natronloog, neemt het hydroxide-ion (OH-) het H+-ion op. Bij deze reactie (figuur 5.22) ontstaat water en een oplossing van
keukenzout (natriumchloride).
Wanneer we opnieuw de pH-schaal raadplegen, kunnen we het volgende zeggen:
– een overschot aan H+-ionen geeft een zure oplossing met een lage pH;
– een overschot aan OH-
-ionen geeft een basische oplossing met een hoge pH.
Nu je meer weet van zuren en basen, heb je het gereedschap om de keuze van reinigingsmiddelen voor bijvoorbeeld het product melk te begrijpen. Melk bestaat voor 87% uit water.
Melk is zeer aan bederf onderhevig; het aantal micro-organismen in de melk (het
kiemgetal) is bepalend voor de kwaliteit. Eiwit en vet, afkomstig uit melk die
achterblijft in tanks en leidingen, zijn moeilijk te verwijderen. Het meest geschikte reinigingsmiddel daarvoor is een sterk basische oplossing. Basische stoffen hebben naast de eigenschap dat ze H+-ionen kunnen opnemen, nog een andere belangrijke eigenschap. Ze kunnen sommige grote moleculen splitsen in kleinere moleculen. Grote
moleculen, die vaak slecht oplosbaar zijn, worden daarbij omgezet in kleine moleculen die wel oplosbaar zijn in water.
Een voorbeeld van een dergelijke reactie is de splitsing van vet (figuur 5.25).
Het gebruik van een basisch reinigingsmiddel alleen is bij melk echter niet voldoende. Het calcium in de melk zorgt namelijk voor de vorming van melksteen. Melksteen is het best te verwijderen met een zuur reinigingsmiddel. Je kunt dit vergelijken met het ontkalken van het koffiezetapparaat met schoonmaakazijn. In de praktijk wordt daarom vaak na een aantal dagen basisch reinigen één keer met zuur gereinigd.