Les 2 Project voeding (basis, vz)

• Verzorging
• MBO
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Les 2: Project voeding

De planning van vandaag

- 13:30;          Theorie over project voeding (herhaling)

- 13:50           Kookopdracht; gebonden soep

- 14:50;          10 minuten afsluiten van de les

Hou je meer van dierlijk of plantaardig eten?

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

Theorie, herhaling;

- Kan de leerling uitleggen wat voedingsmiddelen zijn

- Kan de leerling benoemen wat het verschil is tussen plantaardige en dierlijke voedingsmiddelen 

- Kan de leerling uitleggen welke voedingsstoffen er zijn

- Kan de leerling uitleggen welke functies de voedingsstoffen hebben

Praktijk: 

- Kan de leerling via het recept een gebonden soep maken in de keuken.

- Kan de leerling na afloop de keuken weer netjes achter laten. 

Wat zijn voedingsmiddelen?

Is brood een dierlijk of plantaardig voedingsmiddel?

1. Dierlijk voedingsmiddel
2. Plantaardig voedingsmiddel

Is kaas dierlijke of plantaardige voedingsmiddelen?

1. Dierlijke voedingsmiddelen
2. Plantaardige voedingsmiddelen

Voedingsmiddelen 

Alles wat je eet en drinkt, noem je voedingsmiddelen. In onderstaande afbeelding zie je voedingsmiddelen die van planten komen. Dit zijn plantaardige voedingsmiddelen. Een appel is een vrucht van een plant. Brood is geen deel van een plant. Brood is gemaakt van meel. Door de zaden van granen te malen ontstaat meel. Zaden zijn wel delen van planten. Brood is dus ook een plantaardig voedingsmiddel.

Voedingsmiddelen 

Een ei komt van een kip. Melk komt van koeien. Vlees is een deel van een dier. Eieren, melk en vlees zijn dierlijke voedingsmiddelen. Kaas wordt gemaakt van melk. Kaas is dus een dierlijk voedingsmiddel. Hieronder zie je verschillende dierlijke voedingsmiddelen.

Welke voedingsstoffen ken jij?

Voedingsstoffen 

Er zijn 6 groepen voedingsstoffen:

- Eiwitten

- Koolhydraten

- Vetten, zoals olie

- Water

- Vitamines

- Mineralen

Voedingsmiddelen bestaan uit voedingsstoffen. 

Koolhydraten, bijvoorbeeld: suiker en zetmeel

Vitamines bijvoorbeeld: A, B, D, C 

Mineralen (zouten), bijvoorbeeld: ijzer, kalk en keukenzout 

Wat zijn voedingsvezels?

In veel plantaardige voedingsmiddelen zitten ook voedingsvezels.

Ze geven een vol gevoel. Voedingsvezels zorgen ook voor een goede werking van de darmen.

Bouwstoffen 

Brandstoffen 

Beschermende stoffen 

Reservestoffen 

Zijn nodig voor de opbouw van je lichaam 

Levert energie

Beschermen tegen ziekten

Wordt opgeslagen in het lichaam om op een later moment te gebruiken

Welke voedingsstoffen horen bij de brandstoffen?

Eiwitten

Mineralen

Vetten

Koolhydraten

Water

Vitamines

Welke voedingsstoffen horen bij de reservestoffen?

Eiwitten

Vetten

Koolhydraten

Mineralen

Water

Vitamines

Voedingsstoffen 

- Recept lezen

- Basisregels doornemen

- Ingredienten en materialen klaarleggen 

Wanneer: Op dit moment

Wat: Gebonden soep maken 

Hoe: Met behulp van het recept 

Hulp: Zelfstandig met een buddy

Tijd: 50 minuten 

Uitkomst: Lekkere gebonden soep ;)

Klaar: Verder werken aan opdrachten les 1 werkboekje

Fruit de ui; 

Is het rustig bakken. De gesnipperde uien krijgen hierdoor een licht goud-gele kleur, en worden glazig.

Roux;

Een mengsel van boter en bloem dat gebruikt wordt als basis voor sauzen. 

Tijd over;

- Uitwerken opdrachten les 1 werkboekje:

•  Opdracht 1, 2 en 3 

Tijd over;

- Computeropdracht:

• Inloggen vaste computer

• Map VZ klas 2 aanmaken

• Daarin map “Voeding” maken

• Menukaartje maken in Publisher/ inleveren via Magister/ ELO

(weging opdracht menukaartje: 1)

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

Theorie;

- Kan de leerling uitleggen wat voedingsmiddelen zijn

- Kan de leerling benoemen wat het verschil is tussen plantaardige en dierlijke voedingsmiddelen 

- Kan de leerling uitleggen welke voedingsstoffen er zijn

- Kan de leerling uitleggen welke functies de voedingsstoffen hebben

Praktijk: 

- Kan de leerling via het recept een gebonden soep maken in de keuken

- Kan de leerling na afloop de keuken weer netjes achter laten

Hoe smaakte de gebonden soep?

Vooruitblik: Les 2; schijf van vijf en over een dag+weekkeuze