Les 2a en b

Restaurant
Reisen
Les 2 a
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Restaurant
Reisen
Les 2 a

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute
Lesen zusammen
Wörter 3 und 4 machen 
Grammatik 2 erklärung/ machen/kontrolieren

Werken aan je handelingsdeel

Slide 2 - Slide

Toetsen Periode 2
 
SE C, D en E 


Periode 1 = 20%
Totaal na periode 2 = 70%!!


Mondeling
Voortgangstoets
Lesen

Slide 3 - Slide

Lesen
We starten met lezen
TB Seite 31
AB Seite 4
Tekst 1
Kijk naar het plaatje en de titel
Waar denk je dat de tekst over gaat?
Wat betekent fehlen?




Slide 4 - Slide

Tekst 1 / vraag 1
Dit is een korte tekst.
Lees de tekst door en onderstreep de woorden die je niet kent.
Overleg nu met je buurman/buurvrouw
Hebben jullie dezelfde woorden onderstreept en vertaal ze samen.
Schrijf de vertaling in de tekst bij het Duitse woord!
 



Slide 5 - Slide

Tekst 1 / vraag 1
Lees de tekst nu nog een keer door met de vertaalde woorden. 
één van jullie leest de 1e alinea (Absatz) en de ander de 2e alinea. 
Je krijgt 5 minuten, daarna vertel je aan elkaar wat er in de alinea stond.

 



timer
5:00

Slide 6 - Slide

Tekst 1 / vraag 1
Lees nu de vraag. 
Er wordt gevraagd naar de oorzaak. 
Dus er wordt in de tekst een reden gegeven. 
Alinea 1 is een inleiding, in alinea 2 zie je een dubbele punt. Leestekens verdienen extra aandacht bij het antwoord!!!!
  • Antwort A

 



Slide 7 - Slide

Tekst 2 / vraag 1
Tekst 2 is een lange tekst, de vragen gaan per alinea (Absatz)
Lees de titel en de inleiding en kijk naar het plaatje!!!
Waar gaat de tekst over?

Lees nu vraag 1 Warum bleiben die Meisten Geschäfte Sonntags zu?

 

Slide 8 - Slide

Tekst 2 / vraag 1
Snap je alle antwoorden? Lees alinea 1, zijn er woorden die je niet kent en waardoor je de tekst niet snapt?
Die moet je vertalen, de rest niet. 

Antwort: 
  • A

 

Slide 9 - Slide

Tekst 2 / vraag 2
Lees eerst de vraag, wat betekent de vraag. Er staat een citaat uit de alinea ( alinea 2) Markeer deze meteen in de tekst. Wat is de vertaling van deze zin?
Kijk nu naar de antwoorden
Staat er een citaat uit de tekst in de vraag dan staat het antwoord meestal daarvoor of daarachter.
Antwort: 
  • A

 

Slide 10 - Slide

Tekst 2 / vraag 3
Lees eerst de vraag, wat betekent de vraag. 

Welke uitspraak staat er over de Bakkerijketen?
Antwort: 
  • D

 

Slide 11 - Slide

Wörter
Maak nu de Wörter Übung 3 und 4 
Seite 5 und 6 

Daarna gaan we verder met he mondeling!



 

Slide 12 - Slide

Spreken oefenen
Jullie krijgen een printje van de tekst van Rotkäpchen.
Ik lees de tekst voor, per regel kun je voor jezelf invullen hoe je de woorden uitspreekt. 

Slide 13 - Slide

 Werken aan het  handelingsdeel
Aan de slag!
Wat je in de les maakt hoef je thuis niet meer te doen. 

Slide 14 - Slide

Hausaufgaben Freitag
Aufgabe 3 und 4 Wörter
Werken aan je handelingsdeel

Wörterliste A Seite 14 leren 
DU - NE

vrijdag overhoor ik deze woorden!!

Slide 15 - Slide

Restaurant
Reisen
Les 1 b

Slide 16 - Slide

Antworten Wörter und Grammatik
 Übung 1 Wörter
1F 2H 3E 4C 5G 6O 7I 8M 9B 10N
11L 12A 13K 14J 15D
Übung 2
1. Ein Löffel
2. Vegetarisch
3. Backen
4. Ein Teller
5. Sauer
6. Kochen
6. Ein Messer
8. Süß


Übung 1 Grammatik

1. möchten / 2. Können/ 3. Kann / 4. Darf / 5. Dürfen / 6. Mag / 7. Muss / 8. mögen / 9. Möchte

1. Dan heb ik hier nog een tafel voor u. Wilt u iets drinken?
2. Wat kunt u ons aanbevelen.
3. Ik kan u het dagmenu aanbevelen.
4. Ik mag geen varkensvlees eten, ik ben allergisch.
5. U mag hier niet roken.
6. Hans houdt van Pizza Perperoni, dat is zijn lievenlingseten.
7. Hij moet zich haasten, anders komt hij te laat in het restaurant.
8. Wij houden van italiaans eten.
9. Ik zou graag u naam weten.

Slide 17 - Slide