What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
dag 2
Woorden
Thema 13: Vriendschap
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woorden
Thema 13: Vriendschap
Slide 1 - Slide
blij
goed, fijn, vrolijk
blij
<---> boos
zin
: We zijn
blij
met ons nieuwe huis.
zin
: Ik voel me
blij
vandaag.
8
Slide 2 - Slide
boos
kwaad
boos <---> blij
zin
: Hij is
boos
op zijn vriend.
9
Slide 3 - Slide
de
bus
grote auto waar heel veel mensen in kunnen
kleine, ronde of vierkante doos
zin
: Ik ga met de
bus
naar het station.
zin
: De koffie zit in de
bus
.
10
Slide 4 - Slide
het
contact
samen met iemand praten of iets doen
het
contact - de contact
en
zin
: Zij heeft veel
contact
met haar familie.
11
Slide 5 - Slide
dik
dik <-----> dun
zin
: De man is
dik
, hij weegt wel 100 kilo!
zin
: Wat een
dik
boek, het heeft wel 1000 bladzijden.
12
Slide 6 - Slide
doen
bezig zijn; maken ; werken
iemand helpen
zin
: Wat ga je
doen
?
zin
: Ik ga boodschappen
doen
.
zin
: De dokter vraagt: Wat kan ik voor u
doen
?
13
Slide 7 - Slide
dragen
iemand of iets meenemen zonder dat het op de grond komt.
Iets aan je lichaam hebben.
werkwoord
ik draag - wij dragen
zin
: De moeder
draagt
het kind.
zin
: Zij
draagt
een bril.
14
Slide 8 - Slide
8
Wie maakt jou blij?
Slide 9 - Mind map
9
timer
1:30
Wanneer word jij boos?
Slide 10 - Mind map
Goed of fout?
A - Hij heb contact met mij.
B - Jij hebt contact met mij.
11
A
A - goed B - fout
B
A - goed B - goed
C
A - fout B - goed
D
A - fout B - fout
Slide 11 - Quiz
Goed of fout?
A - Hij heeft dikke vingers.
B - Zijn buik is dik.
12
A
A - goed B - fout
B
A - fout B - goed
C
A - fout B - fout
D
A - goed B - goed
Slide 12 - Quiz
Maak een goede vraag. Gebruik: werkwoord: doen / jij
13
timer
1:30
Slide 13 - Open question
Wat is waar?
A - Hij doe mee aan een wedstrijd.
B - Wij doen morgen niks.
13
A
A - goed B - goed
B
A - fout B - goed
C
A - fout B - fout
D
A - goed B - fout
Slide 14 - Quiz
Maar een goede zin met:
werkwoord: dragen
hij
14
timer
1:00
Slide 15 - Open question
More lessons like this
Dag 2
June 2023
- Lesson with
17 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
dag 2
September 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
dag 2
August 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 2
March 2024
- Lesson with
18 slides
NT2
ISK
Dag 2
March 2024
- Lesson with
19 slides
NT2
ISK
Spelling: thema 3
1 day ago
- Lesson with
27 slides
Spelling
Lager onderwijs
Verbeteren toets 24/9 - OKAN Groen
September 2024
- Lesson with
24 slides
NT2
Secundair onderwijs
Hebben en zijn
September 2024
- Lesson with
29 slides
NT2
Secundair onderwijs