25/01/2023 Spelling H3 les 3

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

10 minuten stil lezen uit je leesboek

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg al je boeken op tafel
Ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (Opdracht 11, 12a en 13 blz 191-192)


Slide 2 - Slide

Spelling H3 les 3
Persoonsvorm zwakke werkwoorden verleden tijd 
Meervoud zelfstandig naamwoorden

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Wat weet je nog?
- Huiswerk bespreken
- Uitleg theorie
- Werken aan de opdrachten

Aan het einde van deze les kan je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.
Aan het einde van deze les kan je het meervoud van zelfstandig naamwoorden spellen.  

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 5 - Slide


Verleden tijd, enkelvoud: leven

Slide 6 - Open question


Verleden tijd, meervoud: lachen

Slide 7 - Open question


verleden tijd, enkelvoud: schrobben

Slide 8 - Open question


Meervoud: genie

Slide 9 - Open question


Meervoud: porie

Slide 10 - Open question


Meervoud: lyceum

Slide 11 - Open question


Meervoud: criterium

Slide 12 - Open question


Meervoud: chemicus

Slide 13 - Open question

Huiswerk bespreken
Opdracht 11, 12a, en 13 op bladzijde 191-192

Slide 14 - Slide

Uitleg theorie 

Slide 15 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd zwak
  • Zwakke werkwoorden -> regelmatige werkwoorden of klankvaste werkwoorden
  • Kijk naar 't kofschip x 

Slide 16 - Slide

Meervoud zelfstandige naamwoorden
  1. Eindigt op -ie krijgt in meervoud -ën of -..n
  • Klemtoon op laatste lettergreep -> ën 
    knie - knieën, melodie - melodieën 
  • Klemtoon niet op -ie -> -..n
    bacterie - bacteriën, kolonie - koloniën

  1. Eindigt op -ee krijgt in meervoud -ën 
  • zee - zeeën, idee - ideeën

Slide 17 - Slide

Meervoud zelfstandige naamwoorden
  1. Woord uit Latijn eindigt op -(e)um krijgt -(e)a of -s
  • museum - musea, datum - data
  • Deze woorden mag je ook met 's schrijven -> museums, datums 

  1. Woorden als technicus krijgen -ici
  • academicus - academici, chemicus - chemici 

Slide 18 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Vul de forms in. 
Hoe? Zelfstandig en stil 
Tijd? Je hebt tot het einde van de les
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk. 
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Huiswerk

Geen huiswerk 🥳

Slide 20 - Slide