#221 2K Hoofdstuk 2 Taalverzorging herhaling + uitleg H3

Welkom
bij Nederlands !
Wie is er in de les?
Aanwezigheid som.

Je hebt nodig:
Laptop (deze laat je dicht)
Leesboek
Lesboek
timer
5:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
bij Nederlands !
Wie is er in de les?
Aanwezigheid som.

Je hebt nodig:
Laptop (deze laat je dicht)
Leesboek
Lesboek
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Toets Taalverzorging H2
Wat moet je kennen en kunnen voor de toets?
*Je weet welke verschillende woordsoorten er zijn.
*Je kunt samengestelde zinnen maken.
*Je kunt de hoofdletters en leestekens in de zin goed plaatsen.

Eerst een herhaling van deze lesdoelen.

Slide 2 - Slide

Lesopbouw
Hoofdstuk 2 Nieuw Nederlands: Taalverzorging (blz. 56/61)
Herkennen aan: blauwe gedeelte boek.
Digitaal: via som/leermiddelen/ nederlands

Herhaling over: woordsoorten, hoofdletters en leestekens, samengestelde zinnen.
Uitleg en ZW: H3

Slide 3 - Slide

Woordsoorten

Slide 4 - Slide

Karin, heb jij rozen gegeven aan je vriendje? rozen=
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 5 - Quiz

Karin, heb jij rozen gegeven aan je vriendje? aan =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 6 - Quiz

Voor mijn broertje heb ik online een fotoboek gemaakt. heb =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 7 - Quiz

Voor mijn broertje heb ik online een fotoboek gemaakt. een =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
lidwoord (lw)

Slide 8 - Quiz

Volgens oma is zelfgemaakte appelstroop gezond broodbeleg.
appelstroop =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
lidwoord (lw)

Slide 9 - Quiz

Volgens oma is zelfgemaakte appelstroop gezond broodbeleg.
gezond =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
lidwoord (lw)

Slide 10 - Quiz

In het rooster staat dat we Nederlands hebben in het tekenlokaal.
In =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 11 - Quiz

In het rooster staat dat we Nederlands hebben in het tekenlokaal.
tekenlokaal =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 12 - Quiz

In het rooster staat dat we Nederlands hebben in het tekenlokaal.
staat =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 13 - Quiz

TAALVERZORGING


leestekens en hoofdletters

Slide 14 - Slide

Hoofdletters
Gebruik je:
  • Aan het begin van een zin
  • Bij namen van personen, landen en plaatsen: Petra, Nederland, Hoorn
  • Bij feestdagen: Kerst, Pasen
  • Bij talen: Nederlands, Frans

Slide 15 - Slide

Schrijf de zin met hoofdletters over.
hedwig en tessa gaan op zondag met de trein naar maastricht.

Slide 16 - Open question

Schrijf je namen van dagen met een hoofdletter?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Schrijf je namen van maanden met een hoofdletter?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Schrijf je namen van feestdagen met een hoofdletter?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Komma
In langere zinnen staat 
vaak een komma ( , ).

Op die plaats rust je even.

Luister maar:
'Hij speelt een game,
omdat hij dat leuk vindt.'

Slide 20 - Slide

Zo gebruik je komma's
*In een zin met twee persoonsvormen naast elkaar.
- Als jij de hond uitlaat, zet ik thee.
*Voor voegwoorden zoals: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat.
-Ik wil graag naar Noorwegen op vakantie, omdat daar fjorden zijn.
*Tussen delen van een opsomming: Ik kocht nieuwe schoenen, een pet, een trui en drie paar sokken.

Slide 21 - Slide

Noteer hoofdletters en leestekens.
oscar en maureen zagen een regenboog terwijl het niet regende

Slide 22 - Open question

Noteer hoofdletters en leestekens.
hendrik koopt elke week een mars een snickers en een twix

Slide 23 - Open question

Nieuwe uitleg: voltooid deelwoord
Je weet hoe je de persoonsvorm in een zin vindt en schrijft.
Naast de pv kunnen er nog meer werkwoorden in een zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord.
Bijvoorbeeld: Sara heeft een filmpje gemaakt.

Slide 24 - Slide

Uitleg video
H3 LIJDEND VOORWERP

Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken

Maken via: som/leermiddelen/nederlands
H3 - Taalverzorging : voltooid deelwoord

Opdracht: 1, 2 en 3

(niet af? huiswerk)


timer
8:00

Slide 26 - Slide

Toets Taalverzorging H2
Wat moet je kennen en kunnen voor de toets?
*Je weet welke verschillende woordsoorten er zijn.
*Je kunt samengestelde zinnen maken.
*Je kunt de hoofdletters en leestekens in de zin goed plaatsen.

Toets: Vrijdag 29 januari 2021

Slide 27 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 28 - Slide