Taalverzorging H 1 t/m 3

In deze Lesson up gaan we checken wat je al kent en kunt voor de toets van taalverzorging H 1 t/m 3 op 23 maart as|
Noteer voor jezelf wat voor jou nog aandachtspunten zijn en plan deze.
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

In deze Lesson up gaan we checken wat je al kent en kunt voor de toets van taalverzorging H 1 t/m 3 op 23 maart as|
Noteer voor jezelf wat voor jou nog aandachtspunten zijn en plan deze.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De jongen beantwoordt de vraag snel.
PV:

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Welke dag is het vandaag?
PV:

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Hoe vind je het onderwerp in de zin?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waaraan herken je een samengestelde zin?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Samengestelde zinnen hebben twee of meer persoonsvormen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Samengestelde zinnen --> zijn zinnen met meer dan 1 persoonsvorm

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Jij ( wedden tt) altijd op die speler.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Het team ( vergaderen vt) de hele middag.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Jullie ( raaskallen tt) maar wat.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

De kaars ( branden vt) de hele nacht door.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Zalinka wil graag suiker over haar aardbeien.
Welke woordsoort is "over"
A
zelfst nw
B
bijv nw
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Na het avondeten kijk ik altijd naar GTST.
Welke woordsoort is het woord "kijk
A
zelfst nw
B
werkwoord
C
lidwoord
D
bijv nw

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Volgens mijn oma is appelstroop gezond broodbeleg.
Welke woordsoort is "gezond"
A
bijv nw
B
zelfst nw
C
voorzetsel
D
lidwoord

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer gebruik je hoofdletters

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een komma?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Lijdend voorwerp

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
A
wie/ wat + onderwerp
B
Maak de zin vragend en dan staat deze vooraan
C
wie/wat + gezegde + onderwerp
D
aan wie + gez + onderwerp

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Mijn moeder geeft mijn oma een bosje bloemen.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

verwijswoorden
het : dit dat
de:  deze die

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waar heb je het zakje snoep neergelegd, die/ dat Dex gisteren heeft gekocht

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Folkert heeft de jas van Roosmarijn meegenomen. Deze/ dit moet hij straks aan hem/ haar teruggeven

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Waar denk je aan bij een voltooid deelwoord?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hij heeft een schoen ( maken).

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Hij is in de boom ( klimmen)

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

De kantine wordt ( opruimen)

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Oefenen voor de toets
onderdelen trainen bij Nieuw Nederlands
junior einstein
juf Melis

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions