2K Hoofdstuk 2 Taalverzorging herhaling

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom bij Nederlands !
Wie is er in de les?
Aanwezigheid som.

Je hebt nodig:
Chromebook
Mobiel (als ik het zeg) voor LessonUp
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Toets Taalverzorging H2
Wat moet je kennen en kunnen voor de toets?
*Je weet welke verschillende woordsoorten er zijn.
*Je kunt samengestelde zinnen maken.
*Je kunt de hoofdletters en leestekens in de zin goed plaatsen.

Toets: Vrijdag 29 januari 2021

Slide 3 - Slide

Lesopbouw
Hoofdstuk 2 Nieuw Nederlands: Taalverzorging (blz. 56/61)
Herkennen aan: blauwe gedeelte boek.
Digitaal: via som/leermiddelen/ nederlands

Herhaling over: woordsoorten, hoofdletters en leestekens, samengestelde zinnen.

Slide 4 - Slide

Woordsoorten

Slide 5 - Slide

Karin, heb jij rozen gegeven aan je vriendje? rozen=
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 6 - Quiz

Karin, heb jij rozen gegeven aan je vriendje? aan =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 7 - Quiz

Voor mijn broertje heb ik online een fotoboek gemaakt. heb =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 8 - Quiz

Voor mijn broertje heb ik online een fotoboek gemaakt. een =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
lidwoord (lw)

Slide 9 - Quiz

Volgens oma is zelfgemaakte appelstroop gezond broodbeleg.
appelstroop =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
lidwoord (lw)

Slide 10 - Quiz

Volgens oma is zelfgemaakte appelstroop gezond broodbeleg.
gezond =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
lidwoord (lw)

Slide 11 - Quiz

In het rooster staat dat we Nederlands hebben in het tekenlokaal.
In =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 12 - Quiz

In het rooster staat dat we Nederlands hebben in het tekenlokaal.
tekenlokaal =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 13 - Quiz

In het rooster staat dat we Nederlands hebben in het tekenlokaal.
staat =
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
werkwoord (ww)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 14 - Quiz

TAALVERZORGING


leestekens en hoofdletters

Slide 15 - Slide

Hoofdletters
Gebruik je:
  • Aan het begin van een zin
  • Bij namen van personen, landen en plaatsen: Petra, Nederland, Hoorn
  • Bij feestdagen: Kerst, Pasen
  • Bij talen: Nederlands, Frans

Slide 16 - Slide

Schrijf de zin met hoofdletters over.
hedwig en tessa gaan op zondag met de trein naar maastricht.

Slide 17 - Open question

Schrijf je namen van dagen met een hoofdletter?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Schrijf je namen van maanden met een hoofdletter?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Schrijf je namen van feestdagen met een hoofdletter?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Komma
In langere zinnen staat 
vaak een komma ( , ).

Op die plaats rust je even.

Luister maar:
'Hij speelt een game,
omdat hij dat leuk vind.'

Slide 21 - Slide

Zo gebruik je komma's
*In een zin met twee persoonsvormen naast elkaar.
- Als jij de hond uitlaat, zet ik thee.
*Voor voegwoorden zoals: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat.
-Ik wil graag naar Noorwegen op vakantie, omdat daar fjorden zijn.
*Tussen delen van een opsomming: Ik kocht nieuwe schoenen, een pet, een trui en drie paar sokken.

Slide 22 - Slide

Noteer hoofdletters en leestekens.
oscar en maureen zagen een regenboog terwijl het niet regende

Slide 23 - Open question

Noteer hoofdletters en leestekens.
hendrik koopt elke week een mars een snickers en een twix

Slide 24 - Open question

Zelfstandig werken

Maken via: som/leermiddelen/nederlands
H2 - Taalverzorging : hoofdletters en leestekens

Opdracht 1 en 3 maken  
Vandaag af hebben voor 17.00 uur (anders vanmiddag na de lessen verder werken)
timer
8:00

Slide 25 - Slide

Toets Taalverzorging H2
Wat moet je kennen en kunnen voor de toets?
*Je weet welke verschillende woordsoorten er zijn.
*Je kunt samengestelde zinnen maken.
*Je kunt de hoofdletters en leestekens in de zin goed plaatsen.

Toets: Vrijdag 29 januari 2021

Slide 26 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 27 - Slide