Verdunningsreeks maken

Een verdunningsreeks
Ga naar lessonup en log in met je eigen naam
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Een verdunningsreeks
Ga naar lessonup en log in met je eigen naam

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Een glas bier van 250ml heeft 5% alcohol. Iemand drinkt 2 glazen. Hoeveel ml alcohol krijgt hij binnen?
A
10 ml
B
12,5 ml
C
25 ml
D
50 ml

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit wat osmose is.
Gebruik daarbij het begrip osmotische waarde.

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Hoe werk ik met een pipet?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=EFl9MdpHYww 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een verdunningsreeks maken
Voorbeeld
Stap 1: Markeer de buizen en zet ze op volgorde 
naast elkaar. 
Stap 2:  Pipetteer 10 mL gedestilleerd water in 
reageerbuis 1 t/m 5.
Stap 3:  Pipetteer 20 mL 8% zoutoplossing in
buis 6. 
Stap 4: Pipetteer 10 mL uit buis 6 in buis 5.
Stap 5:  Schud buis 5 goed. 


Stamoplossing

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een verdunningsreeks maken
Voorbeeld
Stap 6: Spoel de pipet schoon. 
Stap 7: Pipetteer 10 mL uit buis 5 in buis 4. 
Stap 8: Herhaal stap 4-6 voor elke buis. 
Stap 9: Bij buis 2 haal je 10 mL eruit, maar gooi
je die weg en laat je in buis 1 alleen gedestileerd
water zitten.


Stamoplossing

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Permeabel membraan
In vloeistoffen die gescheiden zijn door een doorlatend membraan zal na enige tijd diffusie optreden.
Semipermeabel membraan
In vloeistoffen die gescheiden zijn door een deels doorlatend membraan vindt osmose plaats: de verplaatsing van water van de ene naar de andere kant van het membraan.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Osmotische waarde
De osmotische waarde van een oplossing wordt bepaald door het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid. 
Hoe meer deeltjes in de oplossing, hoe hoger de osmotische waarde. Het maakt niet uit om wat voor opgeloste deeltjes het gaat. 
(Voorbeeld: Een oplossing van 10ml met 1000 deeltjes NaCl heeft een 2 keer zo hoge osmotische waarde dan een oplossing van 10 ml met 1000 deeltjes glucose. Dit komt omdat NaCl uiteenvalt in Na+ en Cl-, dus in de oplossing zijn nu 2000 deeltjes aanwezig.)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke oplossing heeft de hoogste osmotische waarde?
A
100 ml water met 1000 moleculen NaCl
B
100 ml water met 1000 moleculen glucose
C
50 ml water met 1000 moleculen NaCl
D
50 ml water met 1500 moleculen glucose

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Osmose bij dierlijke cellen
Hypertone oplossing    Isotone oplossing   Hypotone oplossing

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Osmose bij plantaardige cellen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De osmotische waarde van bloed komt overeen met de osmotische waarde van een 0,9% zoutoplossing. Wat gebeurt er met rode bloedcellen als je een druppel bloed in een bekerglas met gedestilleerd water doet?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat gebeurt er met plantencellen wanneer je een blad sla in een sterke zoutoplossing legt?
A
De cellen knappen
B
Er gebeurt niks met de cellen
C
De cellen gaan op spanning staan: turgor
D
De cellen laten los van de celwand: plasmolyse

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions