hv1p - di 8 mrt 2

Welkom hv1p!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!
Wat heb je nodig?
  • Lesboek 
  • Schrift
  • Pen (ja, een potlood mag ook)
  • Je eigen leesboek
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom hv1p!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!
Wat heb je nodig?
  • Lesboek 
  • Schrift
  • Pen (ja, een potlood mag ook)
  • Je eigen leesboek

Slide 1 - Slide

Welkom hv1p!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!
Wat heb je nodig?
  • Lesboek 
  • Schrift
  • Pen (ja, een potlood mag ook)
  • Je eigen leesboek

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?

  • Lezen in je boek
  • Klein beetje herhaling
  • Oefentoets

Slide 3 - Slide

Tijd om te lezen

Pak je boek erbij

We lezen in stilte
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Weten jullie alles?
  • Onderwerp =


  •  Hoofdgedachte

Slide 5 - Slide

Weten jullie alles?
  • Welke verbanden kennen we?

1. 
2. 
3. 
4. 

Slide 6 - Slide

Weten jullie alles?
  • Kun je een voorbeeld noemen van een signaalwoord bij het tekstverband?
1.  Chronologisch - 
2. Opsommend -
3. Tegenstellend -
4. Toelichtend -

Slide 7 - Slide

Nog even oefenen!
Klopt dit?
Wat gaat er fout?

Slide 8 - Slide

Nog even oefenen!
Hoe heet dit tekstverband?

Slide 9 - Slide

Nog even oefenen!
Hoe heet dit 
tekstverband?

Slide 10 - Slide

Hoe heet dit tekstverband?

Slide 11 - Slide

Hoe heet dit tekstverband?

Slide 12 - Slide

Hoe heet dit tekstverband?

Slide 13 - Slide

Nog even oefenen!
We weten het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte. 
  • Het onderwerp geeft in één woord of enkele woorden aan waar de tekst over gaat.
  • Het onderwerp is nooit een hele zin.
  • Je kunt het onderwerp vaak uit de titel halen.
  • Vaak wordt het onderwerp letterlijk herhaald in de tekst.

Slide 14 - Slide

Nog even oefenen!
We weten het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte. 
  • De hoofdgedachte van een tekst geeft in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst. 
  • Het is dus de kortst mogelijke samenvatting van de tekst. 
  • Je kunt de hoofdgedachte formuleren door antwoord te geven op de vraag: Wat zegt de schrijver over het onderwerp? 
  • Bij langere artikelen staat de hoofdgedachte meestal in het slot. 

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
Wat? Je maakt de oefentoets in je schrift of op een los vel.
Hoe? 10 min. zelfstandig en stil. 
Na 10 min. mag je fluisterend overleggen.
Hulp? Lees je boek. Lukt het niet, steek je hand op.
Tijd? 20 minuten.
Resultaat? Extra oefening voor de toets. 
Klaar? Dan maak je opdracht 3 en/ of 5 op p. 111-112
                                                           

timer
20:00

Slide 16 - Slide