§4.6 Het goede telmodel kiezen

§4.4 Het goede telmodel kiezen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§4.4 Het goede telmodel kiezen

Slide 1 - Slide

Planning lesstof 
H4 Systematisch tellen 
Paragraaf
Wat ga je leren?
§4.1 Mogelijkheden tellen 
Herkennen van regelmatige en onregelmatige boomdiagrammen.
Het tekenen van een boomdiagram.
§4.2 Machtsbomen en faculteitsbomen
Aantal mogelijkheden met een machtsboom of een faculteitsbom berekenen. 
§4.3 Permutaties 
Kunnen opnoemen wat een permutatie is.
Aantal permutaties berekenen. 
§4.4 Routes in een rooster 
Aantal korte routes in een rooster kunnen berekenen. 
§4.5 Combinaties 
Kunnen opnoemen wat een combinatie is.
Aantal combinaties kunnen berekenen. 
§4.6 Het goede telmodel kiezen 
Bij een telprobleeml het juiste telmodel kiezen. 

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Bij een telprobleem het juiste telmodel kiezen.

Slide 3 - Slide

Het verschil tussen permutatie en combinatie 

Slide 4 - Slide

Permutatie en combinatie 

Slide 5 - Slide

Permutatie of combinatie?
Uit een klas worden 6 leerlingen gekozen om een volleybalteam te vormen.
A
Permutatie
B
Combinatie

Slide 6 - Quiz

Permutatie of combinatie?
Bij een verloting zijn drie prijzen te winnen: een tablet, een grafische rekenmachine en een taart.
A
Permutatie
B
Combinatie

Slide 7 - Quiz

Permutatie of combinatie?
In een klas worden vijf kaartjes verloot voor een toneelvoorstelling.
A
Permutatie
B
Combinatie

Slide 8 - Quiz

Permutatie of combinatie?
Een vereniging kiest uit haar leden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
A
Permutatie
B
Combinatie

Slide 9 - Quiz

Permutatie of combinatie?
Uit de top tien van vorige week stel je een eigen top drie samen.
A
Permutatie
B
Combinatie

Slide 10 - Quiz

Wanneer welk telmodel?
Boomdiagram, rooster of een schema?
  • Als je te maken hebt met de keus uit 2 mogelijkheden met vaste aantallen per mogelijkheid, dan is een rooster een handig telmodel;
  • Heeft een boomdiagram een regelmatige structuur, dan kun jet aantal mogelijkheden berekenen door de aantallen vertakkingen per kolom met elkaar te vermenigvuldigen;
  • Heeft het boomdiagram geen regelmatige structuur, dan moet je het boomdiagram tekenen of alle mogelijkheden systematisch opschrijven. 


Slide 11 - Slide

Voorbeeld 1 
Uit een vaas met 16 knikkers genummerd van 0 t/m 15 trek je zonder terugleggen, 11 keer een knikker. 
Bij elke trekking noteer je het getrokken nummer. 
Bereken het aantal mogelijke uitkomsten. 

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 1 
Uit een vaas met 16 knikkers genummerd van 0 t/m 15 trek je zonder terugleggen, 11 keer een knikker. 
Bij elke trekking noteer je het getrokken nummer. 
Bereken het aantal mogelijke uitkomsten. 
Bij elke trekking is het aantal mogelijkheden één kleiner. 
Boomdiagram is een goed telmodel. 
Aantal mogelijke uitkomsten= 16 x 15 x 14 x 13 x 12 x 11 x 10 x 9 x 8 = 174356582400
of meteen aantal mogelijke uitkomsten = PERM (16, 11)

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 2
Joke werpt met drie dobbelstenen. 
Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal hoogstens 5 ogen te gooien? 

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 2
Joke werpt met drie dobbelstenen. 
Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal hoogstens 5 ogen te gooien? 
Systematisch alle mogelijkheden uitschrijven. 

Slide 15 - Slide

Voorbeeld 3 
Van 28 leerlingen van een klas worden er acht uitgekozen om een enquête in te vullen. 
Hoeveel achttallen zijn mogelijk? 

Slide 16 - Slide

Voorbeeld 3 
Van 28 leerlingen van een klas worden er acht uitgekozen om een enquête in te vullen. 
Hoeveel achttallen zijn mogelijk? 
De volgorde is niet van belang, dus het gaat om combinaties. 
Aantal = COMB(28,8) = 3 108 105 

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken 
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen
Waar?
In teams of in het lokaal. 

Hoe lang?
15 minuten.

Wat?
Weektaak 22:
§4.5: 31 t/m 35
§4.6: 36 t/m 41
Klaar?
Nakijken 

Slide 18 - Slide