Klas 1 MH Blok 1 lezen en extra uitleg spellingtoets les 5

Welkom 1MH,
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...


Tot over 10 min ...
timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 1MH,
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...


Tot over 10 min ...
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Programma
  • zelfstandig lezen (10 min)
  • bespreken toets (15 min)
  • aan de slag lezen blok 1 (20 min)
  • afsluiting (5 min)

Slide 2 - Slide

lesdoel
Leren van je gemaakte fouten bij de toets

Herhalen stam, ik-vorm werkwoord 

Lezen herhaling

Slide 3 - Slide

De stam van een werkwoord

De stam is het hele werkwoord zonder -en. 
De stam van het werkwoord brengen is breng.
De stam van het werkwoord koken is kok.

Slide 4 - Slide

Begrippen: spelling ww

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd

--------------------------------
1e, 2e, 3e persoon enkelvoud
1e, 2e, 3e persoon meervoud
Begrippen: spelling ww

1. Persoonsvorm
2. Voltooid deelwoord
3. Infinitief
------------------------------
Regels werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd (stam + t)
Verleden tijd ('t kofschip x)

Slide 5 - Slide

Voorbeeld lopen
Tijd : tegenwoordige tijd 
ik loop (ik-vorm = stam) =1e persoon
jij/je/u loopt = 2e persoon
hij/zij/het loopt = 3e persoon

Let op  ! Stam is lop (lopen -en) maar de ik-vorm is loop
Ik lop klinkt anders dan ik loop toch ??

Slide 6 - Slide

Voorbeeld lopen
Tijd : tegenwoordige tijd 
wij/we lopen =1e persoon meervoud
jullie lopen = 2e persoon meervoud
zij/ze lopen = 3e persoon meervoud

Slide 7 - Slide

Lopen
Tijd : verleden tijd

ik liep = 1e persoon enkelvoud
jij/je/u liep = 2e persoon enkelvoud
hij/zij/het liep = 3e persoon enkelvoud

Slide 8 - Slide

Lopen
Tijd : verleden tijd 

Wij liepen = 1e persoon meervoud
Jullie liepen = 2e persoon meervoud
Zij/ze liepen = 3e persoon meervoud

Slide 9 - Slide

Terug naar Blok 1 Lezen
Publiek waarvoor de schrijver schrijft.
Maak de volgende opdrachten.

Slide 10 - Slide

Maak blz. 45 en 46. Opdrachten : 43, 44 en 45

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.

Slide 11 - Slide

Tot straks !

Slide 12 - Slide