Week 3A Paella

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Paella

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

• Leerling kan kook eigenschappen van rijst benoemen.
• Leerling kent de 3 soorten rijst.
• Leerling kan vertellen wat het doel van plannen is.

Rijst

Rijst: net als tarwe behoort tot de grassenfamilie.

Rijst: verbouwd in tropische en subtropische gebieden

Wat is tropisch?

Opdrachten

Bekijk het filmpje uit de reader in stilte

Hierna ga je de vragen beantwoorden

Verbouwen

Verbouwen: nat of droog
Nat = voor lokaal gebruik en afhankelijk van het weer, 'lage opbrengst'

Droog = rijstvelden (sawa's) grond met laag water. Zodra het gewas pluimt laat de boer het water weglopen. Dan rijpen 3 tot 6 maanden, 'hoge opbrengst'

Verbouwen

Pluim = wordt Aren genoemd. Dicht bij de grond afsnijden. Is bosjes te drogen in de zon. 
1 pluim =  15 tot 30 rijstkorrels (eruit slaan)

Rijstsoorten

Langgraankorrel: droge korrel na het koken 

Mediumgraankorrel: tussen rond- en langgraankorrel

Rondgraankorrel: kleverig na het koken (2,5x  vocht als gewicht opnemen)

- Rijst bevat vooral koolhydraten.

- Meer zetmeel = na het koken kleveriger

Opdrachten

Maak de opdracht:

Welke rijstsoort hoort bij welk gerecht.

Weetjes

Plannen

Plannen = een tijdsschema voor uitvoeren van werkzaamheden.

Tijd effectief en efficiënt besteden.

• Wat betekend Effectief
• Wat betekend Efficiënt

Hoe plan jij je activiteiten voor een schooldag & waarom?

Papier agenda?

Digitale agenda?

In je hoofd?

Plan niet?

Theorie

Samen bespreken en op schrijven betekenis:

• Snelkookrijst
• Chorizo
• Concasse
• Julienne
• Rijst

voorbereiding

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Ingrediënten:

• Kip drumsticks 4 stuks
• Paprikapoeder 0,5 theelepel
• Olijfolie 1,5 eetlepel
• Kippenbouillon 0,5 liter
• Groene paprika 0,5 stuks (julliene)
• Rode paprika 0,5 stuks (julliene)
• Tomaten conasse 125 gram
• Ui 100 gram (gesnipperd)
• Knoflook 1 teentje (fijn gehakt)

Ingrediënten:

• Inktvis 125 gram (ringen gesneden)
• Mosselen 12 stuks (gewassen)
• Garnalen 12 stuks (gepeld)
• Doperwten 50 gram
• Chorizo 65 gram
• Witte wijn 1 deciliter
• Laurieblaadje 1 stuk
• Enkel draadje saffraan

Let op vertel de leerling de opmerking qua snij of schoonmaak techniek in de ingrediëntenlijst.

Materialen:

• Snijplank
• Koksmes
• Bakpan
• Kookpan
• Bekken (afvalbakje)
• Litermaat
• Weegschaal
• Eetlepel
• Theelepel

Materialen:

• Pollepel
• Keukentang
• Deksel
• Oven

uitvoeren

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

• Kruid de kip met zout, peper en paprikapoeder.
• Verwarm de bakpan met 1 eetlepel olie.
• Bak de kip rondom bruin en hou warm. (bijv. in de oven)

Stap 2

• Fruit (bak) de chorizo, ui en knoflook kort aan.
• Voeg de inktvis, paprika, tomaat en saffraan toe.
• Bak 3 minuten mee.

Stap 3

• Voeg de rijst toe en bak tot deze glazig is.
• Voeg de wijn, bouillon en laurier tot het net onderstaat.

Stap 4

• Breng aan de kook.
• Zet het vuur laag.
• Laat het 20 minuten rustig koken.

Stap 5

• Voeg de doperwten toe.
• Leg de mosselen, kip en garnalen op de rijst.

Eventueel extra bouillon als te rauw is

Stap 6

Leg de deksel op de pan.

Kook 10 minuten tot de rijst gaar is.

Verwijder de dichte mosselen voor je het gaat eten!

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding