G4 Grieks coniunctivus ARGO vertaling tekst 41

Argo: tekst 41
VOLKSVERGADERING
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GrieksSecundair onderwijs

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Argo: tekst 41
VOLKSVERGADERING

Slide 1 - Slide

Athene: de Pnyx ('dicht opeengepakt')
de geboorteplaats van de democratie

Slide 2 - Slide

r. 2:
Τί ποιήσω; Ἔλθω ἢ μή;

Wat is hier 2x het gebruik van de conjunctivus?
A
twijfelvraag
B
bijzin zonder 'an': BWB van doel
C
aansporing
D
bz met 'an': futuralis

Slide 3 - Quiz

Begin r. 3:
Μὴ τολμήσῃς ἀπεῖναι,...

Wat is het gebruik van de conjunctivus?
A
twijfelvraag
B
bijwoord
C
verbod
D
bz met 'an': futuralis

Slide 4 - Quiz

r. 4-5:
Ἄγε οὖν, ἔλθω καὶ
μετέχω ταύτης τῆς κρίσεως.

Wat is het gebruik van de conjunctivus?
A
twijfelvraag
B
bijzin zonder 'an' na een werkwoord van vrezen
C
aansporing
D
bijzin zonder 'an': BWB van doel

Slide 5 - Quiz

r. 7-8:
... , ὅπως ὡς πλεῖστοι εἰς τὴν
ἐκκλησίαν ἀφίκωνται.

Welke stelling is juist?
A
ἀφίκωνται = conj. praes. en staat in een bijzin zonder 'an' (BWB van doel)
B
ἀφίκωνται = conj. praes. en staat in een bijzin zonder 'an' na een werkwoord van vrezen
C
ἀφίκωνται = conj. aor. en staat in een bijzin zonder 'an' (BWB van doel)
D
ἀφίκωνται = conj. aor. en staat in een bijzin zonder 'an' na een werkwoord van vrezen

Slide 6 - Quiz

r. 8-10: Ἐὰν δὲ οἴκαδε
ἥκῃς ῥυπαρὸν ἔχων τὸ ἱμάτιον ἐρυθροῖς
μιάσμασιν, ...

De conj. ἥκῃς staat in een:
A
bz met an: drukt 'toekomst' uit (futuralis)
B
bz met an: drukt 'algemeen feit' uit (generalis)
C
bz met an: drukt 'herhaald feit' uit (iterativus)
D
bz met an: hoe moet ik nu weten wat dat uitdrukt...

Slide 7 - Quiz

r. 11-13: Ἐὰν δὲ πολλὰς ὥρας ἐν τῇ ἐκκλησίᾳ διατρίβω (1),
φοβοῦμαι μὴ τὸ ἐμὸν ἔργον τὸ ἐν
τῷ ἀγρῷ ἄπρακτον μένῃ (2) σήμερον.

Wat is het gebruik van conj. (1) en (2)?
A
(1) twijfelvraag, (2) aansporing
B
(1) bz met 'an': futuralis, (2) bijzin zonder 'an': BWB van doel
C
(1) twijfelvraag, (2) bz met 'an': futuralis
D
(1) bz met 'an': futuralis (2) bij werkwoorden van vrees + 'mè' ('dat')

Slide 8 - Quiz

r. 21:
r. 21: Ἐὰν δὲ παρῶ,

Wat is het gebruik van conj?

A
παρῶ= conj. praes. en is een algemeen feit (generalis)
B
παρῶ= conj. praes. en is een toekomstig feit (futuralis)
C
παρῶ= conj. aor. en is een verbod
D
παρῶ= conj. aor. en is een aansporing

Slide 9 - Quiz

r. 30-31
ἵνα μετέχωσι τῆς κρίσεως τῆς
περὶ τοῦ γεωνίου

Dit is een ...:
A
bz met an: drukt 'toekomst' uit (futuralis)
B
bz met an: drukt 'algemeen feit' uit (generalis)
C
bz met an: drukt 'herhaald feit' uit (iterativus)
D
bz zonder an: BWB van doel

Slide 10 - Quiz

r. 33-34:
Ἄγε οὖν, ἔλθω καὶ
μετέχω ταύτης τῆς κρίσεως.

Wat is het gebruik van de conjunctivi ἔλθω en μετέχω ?
A
twijfelvraag
B
bijzin zonder 'an' na een werkwoord van vrezen
C
aansporing
D
bijzin zonder 'an': BWB van doel

Slide 11 - Quiz