Kijk op taal uiteenzetting 1

1 / 24
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Jongerentaal wordt gekenmerkt Door een eigen woordenschat. Welk onderstaand woord is het oudst?
A
Cool
B
Chill
C
Gaaf
D
Onwijs

Slide 2 - Quiz

Jongerentaal
C: gaaf (1973)

D: onwijs (1985)

A: cool (1989)

B: chill (2018)


Slide 3 - Slide

Aan de slag!
Stap 1: Kies een onderwerp,maximaal twee uiteenzettingen per onderwerp. Ga op zoek naar informatie over dit onderwerp. Je zorgt voor minimaal drie artikelen met een betrouwbare bron.

Stap 2: Bepaal voor welke doelgroep jullie de tekst schrijven. Denk aan medeleerlingen, docenten, jongeren uit een achterstandswijk of mensen met de Nederlandse taal als tweede taal. 

Slide 4 - Slide

Stap 3: schrijfplan
Bepaal welke deelonderwerpen je gaat beschrijven per alinea. 

Leg dit schrijfplan voor aan je docent. 

Je krijgt een go / no go.

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Aan het begin van de volgende les...

...heb je een schrijfplan gemaakt voor jullie tekst;

...heb je belangrijke informatie uit de drie artikelen geselecteerd;

...kun je samengestelde zinnen op de juiste manier gebruiken.

Slide 6 - Slide

Aantrekkelijk formuleren
Aan het begin van de volgende les...

...heb je een schrijfplan gemaakt voor jullie tekst;

...heb je belangrijke informatie uit de vijf artikelen geselecteerd;

...kun je samengestelde zinnen op de juiste manier gebruiken.

Slide 7 - Slide

"Jullie moeten om drie uur weg, want ik heb nog een afspraak."

Bovenstaande zin is een samengestelde zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

"Ik vraag me af of hij zijn huiswerk heeft gemaakt."

Bovenstaande zin is een samengestelde zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is een samengestelde zin?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opdracht
Schrijf een verhaaltje van vijf samengestelde zinnen over het afgelopen weekend.

Markeer / onderstreep de persoonsvormen.

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
1. Schrijfplan maken
(inleiding, middenstuk, slot).

2. Belangrijke informatie die jullie willen gebruiken markeren in de artikelen. 
Wat wil je vertellen in je tekst? 
Gebruik je schrijfplan als basis.

3. Eventueel aanpassen van je schrijfplan, ten minste laten bekijken voor go/no go


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Stap 5: Eerste versie
In de volgende les ga je aan de slag met het schrijven van je eerste versie.


Slide 24 - Slide