1A woensdag 8 juni 5.7 deel I

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Slide

Zo gaan we het doen:
1. Bij binnenkomst meteen je spullen op tafel.
2. Je bent stil en wacht tot de les begint. 
3. Tijdens de les praat je pas als ik je een beurt geef.
4. Je doet mee en let op, zo kan iedereen leren in de les!


Slide 2 - Slide

Dit gaan we doen:
Toetsplanning  bespreken                           5 minuten
Uitleg H5.7                                                           10 minuten
Werken op de computer                                30 minuten
Jeugdjournaal                                                    10 minuten
Lesafsluiting                                                       5 minuten

Lesdoelen: na deze les kan je vertellen hoe je bijvoeglijke naamwoorden, telwoorden en  voorzetsels vindt.

Slide 3 - Slide

Toetsplanning:
H4.5 + H5.5 --> 50 woorden
H4.7 + H5.7 -->  grammatica
H4.8 + H5.8 --> spelling
Toets: donderdag 16 juni

Boekverslag: inleveren 22 juni. Boek uitgelezen hebben: 15 juni. 
Ik zal volgende week de opdracht uitdelen en uitleggen. 


Slide 4 - Slide

Je boek....

Thuis nog gelezen?
Schiet het lezen een beetje op? Je hebt door de verschuiving van de inleverdatum van het boekverslag iets meer tijd. Zorg dat je uiterlijk vrijdag 15 juni je boek uithebt. 

Lees stil en rustig, zodat ook je medeleerlingen kunnen lezen. 

Slide 5 - Slide

H 5.7

In deze paragraaf leer je:
• hoe je het bijvoeglijk naamwoord vindt;
• hoe je voorzetsels vindt;
• hoe je telwoorden vindt.

Slide 6 - Slide

Onthouden:
Bijvoeglijk naamwoord: staat altijd voor of achter een zelfstandig naamwoord. 
Zijn coole schooltas / Zijn schooltas is cool
Het bijvoeglijk naamwoord geeft dus altijd extra informatie over het zelfstandig naamwoord.

Slide 7 - Slide

Onthouden:
Een voorzetsel hoort altijd bij een ander woord. 
Een voorzetsel kun je altijd voor het woord 'vakantie' of 'kast' zetten. 
Een voorzetsel vertelt dus altijd iets over een plaats of een tijd.

Ik ging op mijn hoofd staan.
Na de vakantie gaan we naar school.

Slide 8 - Slide

Mijn eerste schoolfeest vond plaats op 2 juni. Het was echt een leuke, gave avond waarop ik denk ik met honderden meisjes heb gedanst. 

1. Voorzetsels?
2. Bijvoeglijke naamwoorden?
3. Lidwoorden?

Slide 9 - Slide

Telwoord
Woorden die een aantal of hoeveelheid aangeven, noem je telwoorden (tw). Voorbeelden van telwoorden: vier, honderd, veel, eerste, duizendste, middelste.

Mijn eerste schoolfeest vond plaats op 2 juni. Het was echt een leuke, gave avond waarop ik denk ik met honderden meisjes heb gedanst. ---> Wat valt op?

Slide 10 - Slide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 12 online. 
  • Wat niet af is, is huiswerk voor morgen. 
  • Als bij de opdrachten: lees de lesstof gaat, ga dan naar de lesstof!
  • Klaar? Ga dan lezen. 
  • Werk geconcentreerd. Je mag samenwerken, maar praat zachtjes en alleen over de lesstof of de opdrachten. 

Slide 11 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 12 - Slide